EENZAAM
HEB IK GELEEFD
EENZAAM
BEN IK GESTORVEN
HET TRAGISCHE LEVEN VAN EEN
FRIESE BOERIN
H
MEESTER
METZLAR
SIMON NAMMINGA
WIE KENDE HEM?
NIET VEILIG
7
Gezondheid of ziekte, voorspoed of tegenslag, huwelijksgeluk of verdriet, kindervreugd - of -leed - we
hebben het allemaal niet in eigen hand en moeten maar afwachten hoe het zich in ons leven manifesteert
Er zijn mensen, die in een voortreffelijke gezondheid de honderd halen, er zijn anderen, die hun hele leven
met ziekten sukkelen, de een kent een heerlijk huwelijksleven, de ander ontmoet slechts verdriet.
maal alleen, was een en dertig jaar
oud en had al twee echtgenoten en
twee kinderen door de dood verlo
ren.
4
>•7»# r
":ljr
'III77
V'
Bij het doorsnuffelen van oude fa
miliepapieren viel ons oog op de
tragiek van een vrouw, die in haar
leven heel veel verdriet en stellig
maar weinig vreugde heeft gekend;
haar belangrijkste levenservaringen
op een rijtje zettend krijgen we een
aangrijpend beeld van de tegenslag,
die haar voortdurend heeft achter
volgd.
Hiltje Hommes werd in 1794 gebo
ren als het vijfde dochtertje van
Homme Fokkes Dijkstra en Maari
Jacobs Dijkstra, neef en nicht, die
in Haskerdijken een boerderij be
woonden. Twee jaar na haar ge
boorte werd het gezin met nóg een
meisje verrijkt en dat was dus de
zesde dochter op rij.
OUDERLOOS
Toen Hiltje zes jaar was moest ze
haar moeder missen; haar vader,
vier en veertig jaar oud, overleed
eveneens in 1801Ook het vijfjaar
oudere zusje Trijntje en het twee
jaar jongere zusje Klaaske werden
door de dood aan het gezin ontrukt.
Hiltje bleef toen over met haar zus
jes Eetske, Gerbrichje en Jacobje.
In 1816 trouwde Hiltje Hommes
Dijkstra met Wijtze Jans de Groot,
Romantisch hoekje in Haskerdij
ken, het dorpje, waar de beklagens
waardige Hiltje Hommes Dijkstra
geboren werd.
maar een jaar later was ze, drie en
twintig jaar oud, alweer weduwe.
In 1820 stierf, zeven en twintig jaar
oud, Hiltjes zuster Jacobje, die ge
trouwd was met Krijn Klazes Walt-
huis, boer en koopman te Nes.
Een jaar later hertrouwde Hiltje
Hommes Dijkstra met deze Krijn en
in 1822 werd het eerste zoontje ge
boren, Jacob Krijns Walthuis. Nog
geen jaar later, juli 1823, moest het
echtpaar het kindje missen door de
dood.
Moeder Hiltje was toen in verwach
ting van haar tweede kind, dat de
volgende maand geboren werd en
eveneens de naam Jacob kreeg.
Toen deze tweede Jacob net een jaar
oud was, werd Hiltje opnieuw ge
troffen door het overlijden van haar
echtgenoot: in 1824 werd ook Krijn
Klazes Walthuis <en grave gedra
gen.
Weereen jaar later, juli 1825, moest
Hiltje ook haar zoontje door de dood
verliezen - zij stond nu weer hele-
Het oude Roordahuizumhier blies Hiltje Hommes Dijkstranet drie en veer
tig jaar oud, de laatste adem uit.
Ook ik heb de heer Metzlar, over
wie de vorige malen in 't Kleine
Krantsje geschreven werd, als
klasseonderwijzer gehad. Dat was
in de jaren 1909-1912 op de Open
bare School aan de Boterhoek. Het
was een geweldige leerkracht.
Ik hield veel van zingen en ik heb als
tienjarige alleen tegen de jongens
mogen zingen, die zongen tweede
stem; meester heeft vast meegezon
gen.
Hij had het ook vaak over dochtertje
Marietje, die was toen nog een
kleuter geloof ik. Wij hebben toen
zelfs een schoolreisje gemaakt naar
het Oranjewoud en kregen limonade
en een puntzak met lekkers, waar
onder ulevellen met rijmpjes, dat
was toen "in".
Ook hadden wij een feestdag bij de
geboorte van Prinses Juliana; in de
klas een wedstrijd om een bal in de
prullemand te gooien, wat niet luk
te, want de afstand was te groot. We
kregen toen limonade en een be
schuit met oranje muisjes.
Ik herinner me ook nog een keer
naar de Harmonie met Sinterklaas,
een nummer op de jas gespeld en
met de meester op stap. Nou, dat
was een drukte toen wij binnen
kwamen, wat een tafels met speel
goed, poppen, ballen, spellen.
"Maar doorlopen" zei de meester,
"Naar de laatste tafel". Ik weet nog
wat ik kreeg, een hoed met een lint
en een bosje vergeetmenietjes, ook
nog een krentebol, taai en pepemo
ten.
Die hoed was wel voor een vrouw
van veertig jaar. Op weg naar huis
kwam ik vader tegen; hij had pret
lichtjes in de ogen en zei: "Wat een
prachtige hoed!" Ik zei: "Laat
Moeke hem maar aan de buurvrouw
geven". Nu lachen we er nog wel
eens om met de kinderen. Als kind
kwam je toen nog wel eens bedro
gen uit, hè?
Maar wat heb ik een prachtig on
derwijs gehad, hard werken,
woensdagmiddag van twee tot vier
en gymnastiek van Juf Dorenstou-
ter, ook al eens in 't Kleine Krantsje
genoemd.
In 1827 huwde Hiltje Hommes
Dijkstra voorde derde maal, nu met
Auke Sijberens Schoustra, boer op
Groot Eenkema te Roordahuizum,
zelf weduwnaar en vader van zes
kinderen.
Het echtpaar Schoustra-Dijkstra
werd met de geboorte van vier kin
deren verblijd, twee zoons en twee
dochters, maar nóg bleef verder
leed Hiltje Hommes niet bespaard.
Januari 1837 stierf haar jongste
dochtertje Jeltje, nog maar elf
maanden oud.
En toen, nog in datzelfde jaar 1837,
kwam er een eind aan het leven van
de zo zwaar beproefde Hiltje Hom
mes Dijkstra zelf; om vijf uur in de
morgen van de negen en twintigste
augustus blies zij in haar boerderij te
Roordahuizum de laatste adem uit -
ze was toen net drie en veertig.
Op de Rooms Katholieke Begraaf
plaats aan de Harlingerstraatweg te
Leeuwarden bevindt zich, op een
eenzaam plekje, helemaal aan de
rand van het veld, een merkwaardig
graf, waarvan de tekst op de graf
steen tot nadenken stemt.
"Simon Namminga" staat er op,
"Januari 1875 - Januari 1946" en
dan de tekst: „Eenzaam heb ik ge
leefd - Eenzaam ben ik gestorven -
Bid voor mij".
Eenzaam heb ik geleefd, eenzaam
ben ik gestorven - wie, zo vragen
we ons af, is deze Simon Namminga
geweest, waar heeft hij zijn eenza
me strijd gestreden, wie heeft deze
steen met die opmerkelijke tekst op
z'n graf geplaatst?
Over de geboorteplaats van Simon
Namminga geeft de steen geen op
heldering, over de plaats van over
lijden trouwens evenmin. Ook, en
dat is evenzeer opmerkelijk, zijn de
exacte geboorte- en overlijdensdata
niet vermeld - zou de ju iste dag van
overlijden van deze eenzame figuur
niet bekend geworden zijn?
Dan die naam Namminga - had u
daar ooit eerder van gehoord? Nan-
ninga en Nammensma zijn hier wel
bekend, maar de naam Namminga
komt noch in telefoon-, noch in
adresboeken voor. Wie heeft Simon
Namminga gekend, wie kan het ge
heim van deze eenzame figuur uit de
doeken doen?
O ja, mevrouw Schaafsma had het
een vorige maal overeen zangkoor,
dat wasTavenu, of is het fout? Als
het koor zong op de pijp van de
Nieuwestad heb ik vaak geluisterd,
maar de leden van het koor moesten
wel van het onderwijs of winkel- of
kantoorpersoneel zijn, geen dienst
bodes - klasse moest er zijn.
Wij genieten steeds van 't Kleine
Krantsje, dat wij een paar jaar terug
van onze jongste dochter cadeau
kregen. Vooral ook van de Ge
sprekken opde Brug, dan kun je nog
eens lachen. Wij zijn nu een en
tachtig en drie en tachtig jaar en
komen niet in aanmerking vooreen
bejaardentehuis wegens goede ge
zondheid, dat hebben die Friezen
nou hè.
Den HaagW. Bloksma-Tuinenga
Timmerbaas van klein bedrijfje uit
Leeuwarden, algemeen bekend als
een goudeerlijke man, komt voor
enig reparatiewede met z'n knechtje
bij een zekere familie Y. in de stad.
Heer des huizes begeleidt beide
mannen naar de bovenverdieping,
waar het karweitje wacht. Na zijn
instructies zal h ij de kamer verlaten
maar op dat moment laat plotseling
de nogal opgewonden vrouw des
huizes zich zien. „Je sigareaanste-
ker" roept ze naar haar man, „heb
je die in veiligheid gebracht?" Iet
wat beschaamd knikt meneer van
„ja" - dan ontdoet de timmerbaas
zich nogal demonstratief van z'n
polshorloge en geeft het aan zijn
knechtje met de opdracht: „Och
jong, breng dit even bij mie tuus, 't
skient hier niet su veilig te we
zen