WIE ONS NU EEN
NIEUWE ABONNEE
LEZERS IN DE PEN
BOEKJE POPULAIRE
LEEUWARDERS
VOOR NIEUWE ABONNEES
CONSTERNATIE OP WERKMANSLUST
ONS OEPKE OPPE LOOP
7
LEO D00DK0RTE
DE VAN EYSINGA'S
Juwelier Horloger
Nieuwestad 25,
Leeuwarden
De vakzaak sinds 1856
ZAKHORLOGE
STANDAARDJES
nu ook in brons
Prijzen v^. 75,-
DOMINICUS REINSMA
Dit is een van de meer dan honderd foto' s uit het boekje
Populaire Leeuwarders door Fenno L. Schoustra
opgeeft, die het abonnement betaalt tot 1 januari 1983 (drie en tachtig),
totaal 50,-, krygt als premie GRATIS een exemplaar toegestuurd van
het boekje POPULAIRE LEEUWARDERS VAN VROEGER EN NU
met meer dan honderd foto's van bekende stadgenoten.
Vanzelfsprekend kan men zich zelf ook opgeven als nieuwe abonnee en
zo voor het boekje in aanmerking komen.
Op et voarste streekje van Werk-
manslust woande et gezin van Gau-
ke en Pietsje Terpstra.
Gauke werkte bij de gasfabriek.
Ze hadden vier kienders waarvan
Anneke de oudste was, Anneke was
tien jaar en de jongste, Oebele, of
zoas ie tuus noemd wudde, ons
Oepke, was drie.
En nou, op dizze warme zaterdag
middag, was Oepke zoek. Dat ge
beurde wel meer dat Oepke oppe
loop was.
Dan was ie et een of ander hekje,
dat toevallig open ston, inlopen en
dan zat ie bij een buurvrouw an de
tafel en dan kreeg ie een snoepke of
een koekje en dan stuurde de buur
vrouw em weer naar zien moeke te
rug.
Pietsje was daar dus wel an ge
wend. Daar was Pietsje niet zo
gauw ongerust over as die kleine
jonge weg was; die kwam wel weer
tuus.
Maar nou duurde et te lang.
Oepke was zoek.
Waar was Oepke?
Waar was die kleine "kraamkeu-
tel" zoas Gauke zien jongste telg
soms liefderijk betitelde.
Anneke, die voor op de Groninger-
straatweg an el speulen waswudde
deur Pietsje er op uutstuurd om
heur jongste broerke te zoeken.
Na een poaske kwam Anneke terug
evenwel zonder Oepke. Ze was bij
alle buren van et streekje weest
maar daar was ie niet.
Ze had op de Bergeloods keken of ie
daar was; oek niet. Toen had ze in
de Willem Sprengerstraat zocht en
daar was ie oek niet.
Pietsje hield et niet langer uut en
besloat zelf op pad te gaan.
Op dizze warme zaterdagmiddag
lag Gosse van Griet op zien knieën
et gras van de bleek te knippen.
Gosse knipte in et zweet zijns aan-
schijns.
Et zwit ston de goeie man in pa-
reltsjes op zien voorhoofd. En
waarom deed Gosse dat?
Waarom was ie op dizze warme za
terdagmiddag in de maand juni an
et gras knippen?
Wel om de doodeenvoudige reden
dat Griet em had daags te voren
vraagd had.
Toen ze savens buten stonnen om te
genieten van de moaie avend had
Griet zo terloops zeid, dat gras van
de bleek mag oek wel weer es knipt
wudde.
Nou, had Gosse toen zeid, dan
doen ik dat morgenmiddag.
Ja, had Griet er nog an loevoegd,
en de ligusterhaag mut oek weer es
bijknipt wudde.
Dan doen ik dat oek, was et weer
woord van Gosse. Zo ging dat tus
sen die twee. En daarom lag Gosse
in de bleek et gras te knippen. Nou
zal je miskien vrage, waarom deed
Gosse dat karwei op zien knieën?
Ons Oepke oppe loop
Wel, Gosse kon moeilik, of eigenlik
helemaal niet, gebukt staan, dan
kreeg ie pien in zien rug en boven
dien liep em dan et bloed naar et
hoofd.
Zo het alles zien reden.
En terwijl Gosse ieverig in de bleek
an et knippen was, was Griet in de
keuken bezig.
Toen ze wat in de kast opborg zag ze
dat de moster bijna op was. Aange
zien Gosse een fervent moster ge-
bruker was - zonder moster bij et
eten kon ie gien hap deur de keel
krije - besloot ze gauw even naar de
koperatieve winkel te lopen om een
potsje moster te halen. Ze pakte de
pottemenee, die op de skustien-
mantel lag, en kwam de deur uut.
Ze liep naar de bleek en zei teugen
heur echtvriend, dat ze even een
boadskap bij de koperatieve winkel
hale must.
Ik bin zo terug, zei ze.
Griet liep weg en liet de voordeur
open staanEn Gosse knipte verder.
Pietsje ston op et plein voor de ko
peratieve winkel. Ze steunde met
een elleboog op de andere arm, de
han an heur gezicht, ze keek alle
kanten uut.
Ze was ongerust, dat konnen je zien
Waar must ze nou zoeke.
Ze had in alle streekjes keken maar
nergens was Oepke te zien, in gien
velden of wegen.
En terwiel ze daar ston kwam Griet
met heur potsje moster uut de kope
ratieve winkel.
Pietsje kwam naar heur toe.
Idder wat vrouw Terpstra, vroeg
Griet.
Ja, zei Pietsje, ik bin op zoek naar
de kleine jonge, ons Oepke, die is
weer es oppe loop.
Waar kan zo'n kien nou zitte hé,
vraag je je af. Ja, zei Griet, kleine
kienders, ze geve een hoop zorgen
hé. Zeg dat wel, zei Pietsje.
Gosse was klaar met de bleek en nou
was ie de ligusterhaag an de sloot
kant an et knippen
Toen dat karwei na een poaske oek
klaar was, harkte ie de rommel bij
mekaar en gooide et in et asvat.
Met een oud stuk skutteldoek veegde
ie de skear skoan. Vervolgens stapte
ie de bleek uut en deed et hekje ach
ter em dicht. Bij de voordeur deed ie
zien klompen uut en liep op sokken
de trap naar de zouder op om de
gras skear op te bergen. Toen ie de
skear opburgen had ging ie de trap
weer af en liep de kamer in en
daar
Een ongewoon tafreel trof zien
oog.
Midden in de kamer zat een dreumes
op de grond te speulen met Kastor,
die dizze onverwachte visite met
veul vertoan ontvingHij kroop on
der de tafel en onder de stoelen en
had de lot van zien leven. En met dat
ie dat gebeuren vol verbazing ston
an te kieken kwam Griet er an met
heur potsje moster. De kamerdeur
ston open en daar ston Gosse en op
de grond "ons Oepke", terwiel
Kastor alles deed om de andacht te
trekken.
Maar dat is Oepke, riep ze uut.
Hoe komt dat kien hier in ons huus?
Ja, dat wist Gosse oek niet en an
Oepke hoefden je dat oek niet te
vragen.
Dat is die kleine jonge van Pietsje
Terpstra, die meensen wone op et
eerste streekje, naast Kroeme Mie-
ne. Ik sprak net met Pietsje, ze ston
bij de Koperatieve winkel, ze was
Oepke an et zoeken
Zonder verdere plichtplegingen
pakte ze de kleine zwerver van de
grond en brocht em bij zien moeke
terug.
Bart van der Weerdt
V
VRIENDELIJK VERZOEK IK
U
Als nieuwe abonnee heb ik vanmor
gen "t Kleine Krantsje voor het eerst
ontvangen en daarin gelezen dat ie
mand zijn abonnement annuleert
wegens 'medelezing met kennis
sen'.
In Friesland wonen dus ook mensen
die 'een klein plankje voor hun has-
ses hewwe'.
Zelf woon ik al sinds 1946 niet meer
in Friesland, maar af en toe stuurt
mijn familie mij 't Kleine Krantsje
toe als er iets in staat waarvan ze
vermoeden dat het mijn bijzondere
belangstelling zal hebben. Dat is
dan ook de reden waarom ik me zelf
wil abonneren. Ik wil er eigenlijk
alleen maar mee zeggen dat 'mede
lezing' ook een positieve invloed
kan hebben.
Verder blijkt dat een 'nieuwe' gratis
exemplaar van het boekje Populaire
Leeuwarders ontvangt mits het
abonnementsgeld tot 1 januari 1983
wordt voldaan.
Vriendelijk verzoek ik u na ont
vangst van de overschrijving mij dat
boekje toe te zenden.
Bij voorbaat dankend voor de te
nemen moeite en u veel succes toe
wensend met uw Kleine Krantsje
teken ik,
Arnhem J. Abelsma
Een paar weken geleden schreven wij over het (vroegere) Lemster gezin De Rook, dat uit vader, moeder
enmaar liefst tien zoons bestond. Wij mochten dit gezin met zo'n hoogst curieuze samenstelling wel
beschouwen als een volstrekt record en wij meenden te moeten betwijfelen of er in Nederland een tweede,
even opmerkelijk gezin zou zijn.
Welnu, tot onze verrassing kregen wij toch nog een bericht, dat eveneens melding maakte van maar even tien
broers: onze abonnee, de heerJ. M. Paardekoper te Leiderdorp stuurde ons de hierbij gereproduceerde foto
van de tien broers Hezemans uit Eindhoven, neven van zijn vrouw.
De foto is circa dertig jaar geleden gemaakt, kennelijk op een feestelijke dag, want de heren staan keurig
achter een haag van bloemen opgesteld. Van rechts naar links: Tjieu, Jan, Bert, George, Toon, Wim, Appie,
Leo, Frans en Cor. Tjieu is de vader van de bekende coureur Toine Hezemans - die naam zegt voor
paardesportliefhebbers genoeg. Alleen George Hezemans leeft niet meer; alle anderen zijn er nog wel. Er
zijn weliswaar in het gezin Hezemans ook drie meisjes geweest, maar die zijn allen op jonge leeftijd
overleden.
vervolg van pag. 3
venslang pensioen gekregen, waar
van sommige mensen nog jarenlang
hebben geprofiteerd.
In die dagen was er in het huis nog
geen gas en elektrische aansluiting.
Wij kookten op het kolenfomuis en
petroleumstellen. Er was een ka
mertje op de eerste etage, het zoge
naamde lampenkamertje, waar de
heer Hoekstra elke dag plusminus
dertig lampen met petroleum moest
bijvullen en de lampekousen moest
schoonmaken. Ook werd daar het
tafelzilver gepoetst. Ik heb aan mijn
werk bij deze familie Van Eysinga
een zeer prettige herinnering.
Mevr. J. Feenstra-de Jong