Friesland Bank Uw eigen bank Lezers klommen in de pen HILVERDA In 't Kleine Krantsje nummer 380 lees ik in het buitengewoon interes sante artikel van de heer Sal de Jong, dat er een boekje moet be staan over de Jodenvervolging in Leeuwarden 1933-1945 van de au teur Cor Reitsma. Misschien kan u mij informeren of dat boekje nog te koop is en waar. Verder graag een opmerking op de grappige annecdote over Ouwe Hatte. Volgens mij is 'de plaats van handeling' niet juist gesitueerd. Dat is dacht ik niet in de Schrans ge weest maar in de Huizumerlaan en de genoemde school was de Open bare Lagere School in Huizum- Dorp. Van 1929 tot 1936 hebben ver schillende juffen en meesters van deze school hun uiterste best gedaan mij enige basis-kennis bij te bren gen. Het resultaat moet ontmoedi gend zijn geweest maar dat mag hun niet verweten worden. Later heb ik mijn uiterste best gedaan daar enige verbetering in te brengen. Tegenover deze school was de bakkerij van Hilverda en tijdens het speelkwartier was er altijd een run op deze winkel om voor een cent 'kustekoek' te halen. Vrouw Hil verda herinner ik mij als een heel aardige en lieve mevrouw. Ze liep geloof ik een beetje mank. De heer Hilverda was een pittig, watervlug, fanatiek maar sportief mannetje die verschrikkelijk goed kon kaatsen. De verteller van deze anecdote, die schijnbaar in Australië woont, heet waarschijnlijk Jelle. Zijn jon gere broer Sietze heb ik beter ge kend en bewonderd. Hij zag name lijk kans om stenen over de nieuwe gashouder te gooien van de gasfa briek die op de Opslag stond, een soort binnenhaven in de buurt. Ik kon niet eens een steen gooien over een muur van drie meter, zodoende De oude Nieuweburen, waarover op deze pagina nogal wat geschreven wordt. ARNHEM J. Abelsma Het door de heer De Jong be doelde boekje "Joods leven in de Friese hoofdstad - 1920-1945 - voltooid verleden tijd" is niet geschreven door Cor Reistna, maar door Sal de Jong zelf. Het is - in 1970 - gedrukt en uitgegeven door de nu niet meer bestaande Miede- ma Pers in samenwerking met de Fryske Akademy. Wellicht is het nog verkrijgbaar in de antiqua rische boekhandel Red. 't KI. Kr. ROOSJE In Krantsje 380 gaf U de oplossing van de foto (tekening) - prijsvraag overde B redeplaats met de Opgang. Hier plaatst U ook een foto met daarop huisjes aan de Nieuweburen. U vraagt zich af of Roosje Cohen in deze huisjes heeft gewoond. Wel nu, mijn vader woonde tussen de jaren 1935 en 1957 aan de Nieuwe buren en wel in het pand op de hoek met de Monnikemuurstraat dat iets achteruit staat. Hij woonde daar met zijn ouders en zuster in het boven huis boven kapper De Vries. Over de bewoners van de Nieuweburen kan hij wel uren vertellen. Zo zei hij mij ook dat Roosje in ,,zijn" twin tig jaar Nieuweburen niet in deze straat woonde. Roosje woonde nl. in de Bagijnestraat, bijna tegen de Kleine Kerkstraat aan. Dat huisje leek wel wat op het huis midden op Uw foto. Het woninkje van Roosje staat er echter al niet meer. Tegen woordig dient het stuk grond aldaar als parkeerplaats. Wie woonden er dan wel in de huisjes op Uw foto? Wel, ook daar kan mijn vader het antwoord op ge ven. In het kleine huisje met punt dak woonde ene meneer Kooi, die was aangesloten bij het Rode Kruis als medewerker. Het onderste deel van het pand rechts op de foto werd bewoond door „Rooie Lammert" en het bovenste deel door diens zwager Geert. Gaan we dan verder richting Vijzelstraat dan noemen we, vanaf Rooie Lammert: pakhuis van Riedstra autohandel (later van Slofgroente, waar mijn vader in de oorlog doosjes maakte voor de Duitsers), dan ene heer Kamstra (pijpkje in de keel), een timmerbe- drijfje. een huis dat later werd ge bruikt als „melklokaal", dan Knoops met zijn ijsfabriekje Frisia met daarboven de fam. Jaarsma, het woonhuis van Riedstra (ook nog bo ven „Frisia"), opkoper Dijkstra, „Blauwe Janke" met een kostgan ger: schele Teun, opa Akkerman (in een zelfde soort huisje als op Uw foto), en Slof met winkeltje op de hoek van de Vijzelstraat. Ook vanaf Uw foto naar links woonde Roosje niet. Helemaal links op Uw foto zien we nog een deel van een pand waarin kruidenier Lub- berts zat, daarnaast de houtzagerij van Kauwer (o.i.d.), dan een ver vallen pand dienende als opslag plaats voor auto's^van Meulenbelt (later Riedstra). En dan de opgang naar de Nieuweburen. Tussen 1935 en 1957 heeft Roosje hier dus niet gewoond. Zoals ik reeds hierboven schreef woonde ze in die tijd in de Bagijnestraat. Stiens S. Klaver ROOSJE EN BETJE Met veel genoegen heb ik het smeuige verhaal gelezen van de heer Miedema over zijn jeugdjaren in 't Kleine Krantsje nummer 380. Ook ik moet bekennen, dat ik mijn kerkcenten wel eens ruilde tegen snoep bij Meijer Krammer op de Breedeplaats. Maar die centen waren niet bedoeld voor het ponkje van de Waalse kerk, maar voor die van de Dominicus- kerk in de Speelmansstraat. Kram mer heb ik nog jaren gekend. Hij moet in 1943 zijn overleden in het concentratiekamp Sobibor. In hetzelfde nummer van 't Krantsje staat een foto van een huisje aan de Nieuweburen, waarbij de redactie zich afvraagt, of Roosje Cohen hier heeft gewoond. Nu was het in die jaren heel moeilijk de beide zusters Roosje en Betje uit elkaar te hou den. Het is best mogelijk, dat zij daar heeft gewoond, maar ik weet wel zeker, dat zij in 1929 nog woonde boven de werkplaats van fietsmaker Klaas Pasma op de hoek van de Nieuweburen en de Vijzel straat. Betje had een goeie man, de man van Roosje heeft vaak wat te veel op gehad. Ik heb het meegemaakt, dat hij in huis alles kort en klein sloeg, Roosje bij de trap neergooide en haar ook nog van boven uit het raam met water gooide, toen ze huilend op straat liep. Een hele opschudding op de Nieuweburen! Toen Pasma in datzelfde jaar over leed werd het oude pand verkocht. Koper werd de bekende heer Meyer uit de Kleine Kerkstraat. Die liet het pand in 1930 of 1931 afbreken en er kwam een nieuw winkelpand voor in de plaats. De beide zusters Betje en Roosje Cohen zijn in de laatste oorlog niet gedeporteerd, omdat ze met niet- joodse mannen waren getrouwd. Leeuwarden Th. Weda ROOSJE DE METZ Het huisje op de foto van de "Ou we" Nijburen in 't Kleine Krantsje nummer 380 werd niet bewoond door Roosje Cohen, maar door een zekere Roosje de Metz, een zuster van de bekende "sousje" De Metz van de Uniabuurt. Ik lees altijd-met graagte en heel veel genoegen 't Kleine Krantsje - ga zo door! Veel succes en groeten. Haarlem B. Cohen DE NIEUWEBUREN Naar aanleiding van de vraag in 't Kleine Krantsje nummer 380 of Roosje Cohen in het daarin afge beelde huisje woonde, kan ik zeg gen, dat dat juist is, maar het was'op de Nieuweburen. Ze had ook nog een woning aan de Wissedwinger. De familie Cohen waren kippen- slachters en ze zaten veel kippen buiten te plukken, vooral voor de Sabbath. De man van Roosje was ziekelijk en erg mager en Roosje was erg dik en zat ook in de zon kippen te pluk ken en te zweten. Haar dochter was getrouwd met dikke De Wilde, sla ger op de hoek van de Breedstraat en de Put. Naast de familie Cohen woonde links de familie Koster, daarnaast woonde Alma. In het bovenhuis woonden de families Boonstra en Broekman. En net op de hoek van het steegje aan het Luilekkerland woonden de zusters Brugsma en mijn tante en oom Dijkstra. Aan de rechterkant naast Roosje woonde Vos; hij was tuinpolitie in de Prin sentuin. Naast Vos woonde de we duwnaar Schagen, die schilder was en daar weer naast een zekere De Leeuw met een vraagteken. In latere jaren woonde hier een muzikant Van der Zee, dat was het laatste huis van de Nieuweburen bij het Schoenmakersperk Op de andere hoek woonde de familie Plantinga, daarnaast de be kende "broekebienster" Boersma van ons schooltje. Naast mevrouw Boersma woonden de familie Drij ver en de weduwe De Jong, dan kwam de joodse familie Schuyer. Een zoon had t.b. en deze jongen lag vaak op een stoel in de zon. Later zijn de Schuyers verhuisd naar Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. de overkant, waar ze een winkeltje hadden en daar is de zoon overle den. Er waren ook nog twee doch ters, Breineke en Rika. Een paar huizen verder was wat wij de Gloppe noemden en op de andere kant daarvan woonde Cris- tebet. Die had de honderdduizend gewonnen en heeft daar toen een huis van laten bouwen, waarin ze met twee pleegzoons, de broers Leysma is gaan wonenDeze heren Age en Piet, werkten op het ge rechtshof. Naast hen woonde de familie Warrink en dan kwam de familie Wallinga, een koopman. Zijn kin deren waren Isie, Herman, Froukje, Rebecca en Elie; ik speelde altijd met hen. Boven de familie Wallinga woonde Heiner met de kinderen Su- ze en Johanna. Heiner was bakker, maar als er hardrijden was op de ijsbaan, dan sloeg hij de trom en mochten wij kijken. Ik zelf woonde met mijn ouders op nummer 25, De Vries. Boven ons de familie Tabernal, schoenmaker. Zijn vrouw was de zuster van de dansleraar Van der Boom. Toen wij er nog woonden - in 1918 - was er naast ons een paar denstal van de firma Hoekstra, die later naar het Jacobijnerkerkhof is verhuisd. Van het stampen van die paarden hadden wij 's nachts erg veel last. De andere kant van de stal werd bewoond door de schilder Baarda; diens vrouw was een dochter van Bouman, fruithandelaar in de Vij zelstraat. Haar broer. Steven Bou man, was jarenlang bevriend met mijn man, maar hij is helaas al lang overleden. De dan volgende huizen werden bewoond door Idzerda, de familie vervolg op pag. 6 Roosje CohenBetje Cohen? Wie het weet mag het zeggen. De tweelingzusters leken sprekend op elkaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1981 | | pagina 4