%é*t I
1897
DIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
H YI1R0THC1IMSCIIH
LEZERS IN DE PEN
DlEPBOÜRMAATSCHAPPIJ „VULKAAN",
FABER KRANT
VREESELUKE
SCENE
11
wut...
en ik weet nog best, dat de
zogenaamde Electrische
Brug werd gebouwd, want
op dat moment, in 1924,
vestigde ik mijn sigarenzaak
op de hoek van de Oosterka
de en de Nieuwe Ooster
straat, pal tegenover de
brug. Je moest nog een hou
ten brugje passeren om van
de ene naar de andere kant
van de stadsgracht te komen.
Met die Electrische Brug is
het mooi gegaan: de inge
nieurs van Stork hadden be
rekend, dat een balast van
twintigduizend kilo als te
genwicht voor het omhoog-
brengen van deze klapbrug
voldoende zou zijn, maar
meneer Carpay, de opzichter
van de gemeentewerken,
schudde daarover z'n hoofd
en beweerde, dat het precies
het dubbele moest zijn, veer
tigduizend kilo dus. Wat me
altijd bijgebleven is, is dat
die Carpay nog gelijk kreeg
ook: later moesten ze de
aangebrachte kelder verder
uitslaan en werd het stuk van
de brug, dat belast moest
worden, verlengd - daar
kwam toen een hele partij ij
zeren broodjes in. Mijn
zaak, Het Sigarenhuis,
heette die, heb ik precies
veertig jaar gehad, want in
1964 stapte ik er uit. En ik
moet zeggen, dat ik daar bij
die brug altijd met heel veel
plezier heb gewerkt.
PIET RUSTICUS
Het Nieuwe Hoek
Ex-sigarenhandel aar
Vervolg van pag. 5
gymnasium. Dat was een aardige
man, schrijft mevrouw Van Eek.
Maar die aardige man had op zijn
lessenaar een Spaanse riet liggen,
waarmee hij soms venijnige tikken
kon uitdelen. Ook ik heb er menig
maal kennis mee gemaakt. Dat hij er
wel eens eigenaardige manieren op
na hield klopt ookZo kon hijals de
school om vier uur uit ging, zeggen
wie 's avonds zeven uur naar bed
gaat, mag nu weggaan. Daarna was
het half acht, acht uur enz. tot de
hele klas leeg was. Dat was meester
Plantinga. Verder mevrouw Van
Eek, ik heb genoten van uw artikel.
Alles kwam weer levendig naar
voren. Dank u.
Leeuwarden
Joh. de Jong
OLDEGALILEËN
Graag wil ik de heer Van der Woude
uit Zaandam even uit de droom hel
pen. Hij schreef, dat hij een klein
zoon is van de Houten Sabel, maar
van wie is hij nu een zoon, van
Lieuwe, van Kobus of van Wieger?
Er was ook nog een Bertus (Dove
Bertus) maar die was net zo oud als
ik, maar die is toen met zijn zwager
Jochem Porte naar Amsterdam ge
gaan op de scheepswerf. Zij woon
den aan de Nieuwendammerdijk
onder Nieuwedam. Ik ben daar wel
eens geweest; ik meen dat zijn zus
ter Marie heette:
Maar nu terzakeIk ben Sipke Dijk
stra, een zoon van P. Dijkstra, die
vroeger ook op de Cichoreifabriek
gewerkt heeft als kuiper-timmer
man. Hij droeg altijd een baard;
misschien kent de heer Van der
Woude hem nog wel. Een zuster
van mij was getrouwd met Heere-
ma, die hadden een winkel aan het
Oldegalileën nummer 164. Dat was
even voorbij het Panbakkerspoor-
tje.
Er was ook nog een mevrouw, die
schreef in 't Kleine Krantsje, dat
Mendel het land gebruikte naast de
Tonslagerij. Dat was dan later, want
in mijn tijd had Mendel alleen land
bij zijn huis, waar later het Mariahof
is gebouwd. Hij had ook een klein
stukje land aan het Kalverdijkje,
hoek Schietbaan, waar hij meestal
boontjes verbouwde. Wij gingen
wel met hem mee om de boel
schoon te maken. Het waren meest
al stokbonen. Het was een heel werk
al die ranken van de stokken te ha
len. Wat is dat trouwens alweer lang
geleden, ik ben nu zelf ruim acht en
tachtig jaar.
Wij woonden vroeger .aan de
Drooge Haven, ik meen, dat er later
een Hoekstra heeft gewoond. Oude
Landstra woonde er ook en die han
delde altijd in verse zeevis. Na m'n
achttiende ben ik zelf niet vaak meer
op het Oldegalileën geweest. Toen
ik er nog woonde was er op de hoek
van de Tonslagerij en het Oldegali
leën een kroeg van Dijkstra. Die
was meen ik kelner in de Harmonie.
Een dochter was met een Stuut ge
trouwd en die hadden een drank
winkel, vooraan in de Groninger
straat.
Er heeft ook een foto van Anna
Koopal in 't Krantjse gestaan. Die
woonde ook op het Oldegalileën,
schuin tegenover het Panbakkers-
poortje. Daar stond een rijtje wo
ningen, ik meen zes, haaks op het
Oldegalileën met ervoor een brand
spuithuisje. Anna woonde in het
eerste huisje. Haar ouders hadden
vroeger een oliekoekkraam. Haar
vader was een klein mannetje; later
woonde ze op "de Kaai", in de
Gloppe. In het midden was een
poortje, maar dat zal er nu ook wel
niet meer zijn.
Surhui sterveen
S. Djjkstra
Van onze abonne de heer K. Faber
te Haarlem ontvingen wij een
exemplaar van de 'Faberkrant', een
periodiek, waarvan wij het bestaan
niet wisten. Het was een boek
werkje van maar liefst vier en twin
tig pagina's met familieberichten en
- natuurlijk - ook verhalen van
vroeger.
Daar dit al het negende nummer was
mogen we veronderstellen, dat de
Fabers elkaar heel wat te vertellen
hebben - de sterke band blijkt trou
wens ook uit het feit, dat de leden
van deze familie tijdens de komende
Pinksterdagen bij elkaar komen op
een reünie op de Kleine Wielen on
der de rook van Leeuwarden.
"De Fabers" aldus de heer Faber,
"zijn een door en door Leeuwarder
familie, maar ze wonen nu allemaal
verspreid buiten Friesland. Er zul
len op de reünie wel heel wat oude
Leeuwarder geschiedenissen opge
haald worden. Wij rekenen op zo'n
vijf en dertig deelnemers".
Uit de opmerking van onze abon
nee, dat de Fabers nu overal ver
spreid buiten Friesland wonen,
moeten we wel opmaken, dat er et
telijke Fabers bestaan, die geen fa
milie van elkaar zijn. In het tele
foonboek van Leeuwarden komen
er nog meer dan honderd voor; zij
horen dus niet tot de reünisten, die
elkaar met de Pinkster treffen.
Een vreeselijke scène kwam deze
week te Stargard in de rondreizende
menagerie van O. Jung voor. Onder
de vele kinderen, die de voedering
der wilde dieren kwamen bijwonen,
waren ook de gezusters Schulz. Een
der zusjes, een kind van acht jaren,
sloop onder de balustrade door tot
digt bij de kooi van de beeren. Toen
zij zich daarna omkeerde om haar
plaats te hernemen, sloeg een der
beeren haar den klaauw in het
hoofd, waardoor de schedel verbrij
zeld werd. Nadat het kind daarna
digter naar de kooi was getrokken,
werden haar een oor, een oog, de
neus, wang en mond zwaar gewond
en ook in een der handen kreeg'zij
een diepe wond. De toegeschoten
knechten wisten het kind nog te ont
zetten, voordat zij geheel was ver
morzeld. Men hoopt het kind nog in
het leeven te behouden.
(1884)
De winkelier Louis Cohen van de Kelders is de uitgever geweest van deze prentbriefkaart van het Schavernek met links, op de hoek van
het Klein Schavernek en de Westerplantage, de eens zo vermaarde dancing Le Moulin Rouge. Een honderd jaar geleden huisvestte
hetzelfde pand een niet minder geruchtmakend bordeel. De kaart is in 1920 door G. enH. Brunsting uit Leeuwarden verstuurd aan
mej. M. van der Steen te Pernis bij Rotterdam. De handkarren, midden op de foto, komen op bijna alle oude kaarten van het Schaver
nek voor.
buer en teleoram-adres: Vulkaan Leeuwarden.
naaau.oozl vlnnootbchar
v/h J. de Boer Cü
Onze abonnee, mevrouw A. E.
Verveld-Van der Wis te Stiens
stuurde ons dit briefhoofd van de
"Hydrotechnische en Diepboor-
maatschappij "Vulkaan" te Leeu
warden, waarbij haar moeder, later
mevrouw H. A. Van der Wis-Bou-
man, van 1913 tot haar huwelijk in
1926 als boekhoudster werkzaam is
geweest. "De Vulkaan" aldus me
vrouw Verveld, "moet de eerste
maatschappij zijn geweest, die in
Boekelo zout boorde en het ook
vond. Volgens mijn moeder "zo
schrijft zij ons", "was de vreugde
groot, toen er inderdaad zout aan
geboord werd". Van deze belang
rijke "Leeuwarder aanzet" tot de
Boekelose zoutindustrie hadden wij
nog nooit gehoord - het lijkt ons de
moeite waard dit hier even vast te
leggen. De zoutwinning in Boeke
lo, die in 1919 begon, is nu ter
plaatse van weinig betekenis meer.
imterc. telcr. nummerleeuwakoën 160,