MUZIEKVERENIGING ST. GREGORIUS UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM LEZERS IN DE PEN BEETJE BRUTAAL MATNtUS de PORDER 6 Dik zestig jaar geleden, in 1920, is deze foto gemaakt van de R.K. Muziekvereniging St. Gregorius in Leeuwarden. We gaan als altijd, van links naar rechts en we beginnen bij de bovenste rij: B. Pietersma, D. Jager, A. Fazzi, Tj. Huisman, Nota, A. Melein, S. Dames, R. Boerrich- ter, Jac. van Doesem, Am. Jansen, M. Hollenga en Martin de Boer. Zit tend op de tweede rij: H. Stek, W. van den Akker, J. Warbroek, directeur, B. Gehasse, A. Schweigmann, C. Benne en W. Grondstra. Dan de vier heertjes vooraan: P. Blommert, H. F. Hulscher, G. Pietersma en Schof- felmeer. (1899) vervolg van pag. 4 boekhouding, dat was een klein mannetje, dat er erg netjes uitzag. Wij noemden hem Jakko, maar waarom weet ik niet. Later hoorde ik, dat hij ook nog een wijnhandel had, daarom zag hij er zo goed uit. Gedurende de hele Eerste Wereld oorlog ben ik bij Mohrmann geweest en altijd tot genoegen. Wij werkten toen met een man of dertig en we maakten veel smidswerk voor bruggen en sluizen en constructie werken voor allerlei opdrachtge vers. In het begin van '14 overleed de heer Christiaan Feiters en we waren er met elkaar goed kapot van. Martinus Feiters nam toen de zaak en de leiding over en hij was een goeie baas voor ons, midden tussen de mensen en als je goed je best deed had je geen last van hem. De betalingen waren op zaterdag middag om één uur en dan zaten de heren Feiters en Haverschmidt achter een grote tafel met een groen kleed en zij legden het loon in sta peltjes van rijksdaalders, guldens, kwartjes en dubbeltjes in gepaste bedragen klaar. Ze wisten, als je langs kwam, precies wie wat moest hebben en dat verbaasde me altijd erg. Het waren toen erg moeilijke tijden, er was haast geen goed eten en vet of vlees zag ik bij mijn tante haast niet. Toch moesten we hard werken en dan aten we maar weer veel aardappels. Dat Mohrmann een goeie zaak was bleek ook wel uit het vele werk dat we maakten voor de Centrale van het P.E.B. in Leeuwarden. Er werd altijd veel gelachen en de vreemdste dingen maakte je als echte buiten jongen daar mee. In 1921 ben ik in militaire dienst gegaan na ruim zeven jaar bij Mohrmann te zijn geweest. Zijn er nog oude collega's van mij, die Jan de Boer nog kennen? Leeuwarden J. de Boer Een kleine, doch zeer brutale dief stal had te Geertruidenberg plaats. Een verdacht uitziend persoon trad den winkel binnen van den winkelier D.P., nam van de etalage een kistje en verwijderde zich haastig. Spoe dig evenwel snapte hij, dat het een leeg kistje was, waarom hij terug keerde en het weer op zijn plaats zette, juist toen D. P. binnenkwam, die hem zijn zonderlinge handelwij ze onder het oog bracht. De dief vroeg daarop voor vijfcent sigaren en in den tijd, dat deze in het zakje werden gestoken, nam hij een groote flesch eau de cologne en verwijderde zich spoedig met de woorden: "Zie maar, dat je me krijgt Een gloednieuwe en nog kale Gymnasiumstraat, vastgelegd op een prentbriefkaart, die tientallen jaren geleden is uitgegeven door de Boekhandel-Drukkerij F. van der Meer uit de Schrans. Links het massieve gebouw van het Christelijk Gymnasium, rechts daarvan het topje van de niet meer bestaande oude watertoren aan het Zuiderplein. De kaart is indertijd verstuurd aan een Jan Hulsinga te Kassei in Duitsland door Rinske Grace de Jong, en die woonde zelf in deze Gymnasiumstraat. »lje gaapje nog Laat me zoo langui eUoppe Evenwijdig aan de Eewal liep lang geleden van de Sint Jacobsstraat naar de Grote Hoogstraat een smal straatje met de naam Foxsteeg. In deze steeg stond een tappertijtje met drie kramers op het uithangbord - kramers waren venters in galante - riën en voorwerpen van weinig waarde. De stok van dat uithangbord bevatte een interessante tekst: Die hier wil drinken en wil borgen Die koom morgen Want heden is't een dagh Dat ik niet borghen magh

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1981 | | pagina 6