KAPELMEESTER
JAC. V. D. ZEE
REDDE Z'N LEVEN
BRAND BIJ HOEBEN AAN 'T VLIET
ACCOUNTANT W. KEUNING
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
m
-
De redder Van der Zee, zo schreven
wij in ons verhaal, leeft al lang niet
meer, maar de geredde Keuning kan
er nog best zijn. Hij was zeven in
'27 en zal dus nu rond de zestig zijn.
En benieuwd vroegen we ons af,
waar de kleine drenkeling van toen
nu zou kunnen zijn.
Wel, het nummer van onze krant lag
nog niet bij alle lezers in de bus, of
de heer Keuning was al opgespoord
ERGENS IN HOLLAND
Onze abonnee, de heer R. Schou-
stra te Oenkerk belde ons met de
mededeling, dat hij vroeger met zijn
ouders naast de familie Keuning aan
het Mariahof had gewoord en dat
zijn zuster, nu in het westen van het
land, nog niet zo lang geleden con
tact met de gezochte Willem Keu
ning had gehad - als hij het wel had,
zou die nu ook ergens in Holland
wonen. Na een telefoontje met de
zuster zou de heer Schoustra ons
zeker kunnen helpen aan het juiste
adres.
Een kwartier later belde de heer
Schoustra ons al terug en toen was
het meteen raak - Willem Keuning
woonde (weer) in Leeuwarden en
voor hij zelfkennis had kunnen ne
men van het verhaal in onze krant
stonden wij al voor zijn neus.
"Of ik dat nog weet!" riep hij ver
rast, toen we hem de krant met ons
verhaaltje lieten zien. "Het was een
angstig en benauwd avontuur en het
heeft maar heel weinig gescheeld of
ik had het niet overleefd - die Van
der Zee kwam net op tijd en zelf
dacht ik al, dat ik dood zou gaan."
Op de plaats van het ongeluk, waar
wij de geredde nu, vier en vijftig
jaar later, gezond en wel konden
fotograferen, heeft de accountant
Keuning ons het verhaal van de
spectaculaire redding nog eens ver
teld.
Het gebeurde op een zondag en met
een paar vriendjes scharrelde de
kleine Wim in de buurt van het oude
Tolhuis om. Daar kwamen ze op
het hooghout over de Bonke terecht
en de heer Keuning herinnert zich,
dat dit bruggetje maar aan één kant
met een hekwerk beveiligd was.
Dat was aan de oostkant, maar juist
daar raakte de jongen van'de nogal
hoge plank af en ploempte hij in de
vaart. Hij ging meteen kopje onder
en het duurde maar even of hij werd
heel angstig en benauwd. Vaag zag
hij, door het water heen, de schim
men van zijn vriendjes staan en toen
hij daarna allemaal mooie kleuren
begon te zien, dacht hij "nou ga ik
dood". Of hij dat toen erg vond
herinnerde de heer Keuning zich nu
niet meer.
DRUIPENDE HOND
Van de redding door Van der Zee
weet de heer Keuning zich nog te
herinneren, dat hij plotseling werd
opgetild en voor hij het eigenlijk
goed wist zat hij even later als een
druipende hond in het café.
Tot zijn eigen verbazing klemde hij
Gisterochtend omstreeks 11 uur za
gen de omwonenden rook opstijgen
uit het lompenpakhuis aan de Wil
lem Loréstraat, toebehoorende aan
de firma Joh. Hoeben en zonen al
hier. Al spoedig werden rookwol
ken dikker en lekten de vlammen
door het dak. Dadelijk werd alarm
gemaakt en de brandweer opgeroe
pen: De eigenaars waren des och
tends omstreeks 10 uur met vrou
wen en kinderen met de motorboot
naar Grouw vertrokken.
Het vuur dreigde en drong meer
naar de voorzijde op, waar een wo
ning van een der firmanten en een
kleiner pakhuis stonden. Daar de
menschen niet thuis waren en men
vreesde, dat het gevaar zich meer
naar dien kant zou uitbreiden, be
sloot men het huis binnen te dringen
en den inboedel te redden. Een en
daar nog altijd de toffee in de hand,
waar hij voor z'n vochtige avontuur
ook al mee had rondgelopenOp dat
moment besefte hij ook, dat hij on
der water hardnekkig op een
koordje van z'n mooie matrozen
pakje was blijven kauwen.
De heer Brouwers van het café Tol
huis heeft de geredde jongen met
zijn auto thuisgebracht en daar ver
scheen later ook de trotse redder
Van der Zee om de ouders te vertel-
ander werd in een praam geladen.
Dat kon gemakkelijk, daar de wo
ning aan een sloot is gelegen, die in
het Vliet uitloopt.
Inmiddels was de brandweer in actie
gekomen. Met twee motorspuiten
elk met 2 slangen en 4 slagen op de
waterleiding ging men de vuurzee
bestrijden, wat, gezien den prooi,
niet gemakkelijk ging. Omstreeks 5
uur was men het vuur meester. De
brandweer had woning, voorpak
huis en de in de nabijheid staande
schiphuizen behouden. Zij had de
rijwielen en voorradige benzine
len, hoe het allemaal was gegaan.
Nare gevolgen van het ongeval on
dervond Willem Keuning niet - 's
avonds speelde hij alweer op straat
en dat moest ook wel, want uitgere
kend in die dagen was er een buurt
feest op het Mariahof.
WILLEM MATHEY
Van de vriendjes, die het avontuur
ook meemaakten, herinerde de heer
reeds in veiligheid gebracht.
Het achtergedeelte van het pakhuis
is geheel uitgebrand en dak en mu
ren liggen plat.
De familie, die rustig op de Grouw -
ster wateren dreef, werd per radio-
omroep met de ramp in kennis ge
steld. Omstreeks 2 uur ging een
Hilversumsch S.O.S.-seintje door
den aether, het werd in Grouw op
gevangen, een motorboot voer uit
en had spoedig den heer Hoeben
gevonden, zodat de familie reeds
halfvier thuis was.
Als vermoedelijke, oorzaak wordt
het broeien der lompen genoemd.
De zeer belangrijke voorraad is op
beurspolis verzekerd.
Toen te zes uur de spuit inrukten,
bleef een brandwacht nog een oog in
het zeil houden.
(1928)
Keuning zich alleen een Willem
Matheij, een zoontje van een ran
geerder van de spoorwegen, even
eens van het Mariahof, maar die
leeft nu niet meer.
De heer Keuning heeft dit bijna-
verdrinkingsgeval ettelijke jaren
later dus nog blijmoedig kunnen na
vertellen, maar hoe vaak komt in
dergelijke situaties menselijke hulp
niet te laat en loopt zo'n ongeval
niet veel tragischer af?
In een vorig Klein Krantsje hebben wij bericht over de vroeger
zo bekende kapelmeester van "De Patijntjes" Jac. van der
Zee, die in 1927 een jongen het leven heeft gered. Die jongen,
een zevenjarig zoontje van de familie Keuning van het Maria
hof, was achter het Tolhuis in het water van de Bonke terecht
gekomen en hij zou zeker verdronken zijn, wanneer de toevallig
passerende Van der Zee niet zo stoutmoedig was geweest om
hem achterna te springen. Voor deze moedige redding werd de
populaire Leeuwarder later onderscheiden door het Carnegie
Heldenfonds hij kreeg een premie "wegens menschlievend
hulpbetoon'
DE RIJZENDE ZON
was in het laatst van de vorige eeuw
de naam van een van de vele
slaapsteden in de Boterhoek. Het
logement had een uithangbord met
op een blauw veld een stralende
vergulde zon en het onderschrift De
Rijzende Zon.
DE ROODE BRUG
lag eens over het water van de Tui
nen en we mogen wel aannemen,
dat onze voorouders deze brug rood
geschilderd hadden - Leeuwarden
had ook een witte Brug en een
Blauwe Brug, beide over het Vliet.
Toen de Tuinster Land- en Water
poorten werden opgeruimd, is - in
1818 ook deze Roode Brug van
z'n plaats gehaald
RHALAPUP
was een andere naam voor de Blok-
huispijp bij het Blokhuis over de
Oudegracht. Johannes Rhala was
Raadsheer in het Hof van Friesland;
hij woonde in zestienhonderd zo
veel in het nabijgelegen Andringa-
huis.
DE SINT JACOBSSTRAAT
was vroeger veel langer dan nu en
liep eertijds van de Nieuwestad door
tot de Jelgerapoort. die aan de Grote
Kerkstraat stond. Onze voorouders
spraken van de Grote Sint Jacobs-
straat en de Kleine Sint Jacobs-
straat. Sinds de naam van de Kleine
Sint Jacobsstraat veranderd is in
Beyerstraat, is de toevoeging
"Grote" vervallen voorde "gewo
ne" Sint Jacobsstraat.
DE WIJNBERG
was omstreeks het midden van de
vorige eeuw een logement aan de
westkant van de Wirdumerdijk, de
Wijnberg stond naast de Valk. Van
beide oude huizen hebben we al
eens een fraaie tekening in 't Kleine
Krantsje afgedrukt.
HET HUYGENSHUIS
was een oud pand aan de noordzijde
van de Oude Eewal bij de voormali
ge Minnemabrug. Hier woonde
vroeger het geslacht Huygens - een
zekere meneer Lenard Huygens is in
vijftienzoveel even burgemeester
van Leeuwarden geweest.
De naam
MUNNIKEHOF
is helemaal in het vergeetboek ge
raakt. Het was eertijds de omgeving
van het vroegere Galileerklooster.
Door het Munnikehof loopt nu de
Galileër Kerkstraat. Munnikehof
werd ook wel Gleisterhof genoemd.
HET OUD KANAAL
heette de nauwe en gedeeltelijk
overgebouwde sloot, die evenwij
dig aan de Grote Kerkstraat liep in
de richting van de Boterhoek. In
1661 werd de Oude Gracht verlengd
met een stuk van de Boterhoek naar
de stadsgracht bij de Oldehove. Er
is nu helemaal niets meer over van
het Oud Kanaal.
HET GOUDEN WAGENTJE
ook wel De Gouden Wagen en
(even na 1700) de Vergulden Wa
gen genoemd, was een vermaarde
herberg aan de drukke kant van de
Nieuwestad, vlak bij de Lange Pijp.
Boven het bord Gouden Wagentje
aan de voorgevel prijkte een ge
velsteentje met een vergulde wagen:
de voerlieden van de reiswagens,
die eens op de Lange Pijp hun
standplaats hadden, dronken hier
een glaasje bier. Het Gouden Wa
gentje is omstreeks 1920 afgebro
ken, tegelijk met het naastliggende
pand, vroeger de Manufacturenzaak
van Van der Linden. De grote zaak
van Gerzon kwam er toen voor in de
plaats en nu vinden we de Hema op
dit punt. Het gevelsteentje van het
Gouden Wagentje kunnen we nog
Ibewonderen in de collectie gevel
stenen aan de Pijlsteeg.
HET SPRINGEND PAARD
was een goeie honderd jaar geleden
een herberg ten zuiden van de
tegenwoordige Wirdumerpoorts-
brug bij het begin van de Schrans.
De herberg zal wel een uithangbord
met een springend paard hebben ge
had. Het ligt voor de hand, dat hier
de mensen van buiten hun paarden
uitspanden.
DE WIJDE STEEG
is een veelvoorkomende naam in
Leeuwarden, want er zijn verschil
lende stegen, die zo zijn genoemd.
De Bargejagerssteeg, die officieel
Oude Lombardsteeg heet, werd ook
wel Wijde Steeg genoemd,
waarschijnlijk in tegenstelling met
de evenwijdig aan de Bargejagers
steeg lopende veel smallere
Hoedemakerssteeg.
HET WAPEN VAN AMSTER
DAM
was een huis aan de noordkant van
de Tuinen en wel het pand nummer
23. Boven de voordeur was het wa
pen van Amsterdam in glas aange
bracht.
DE TONTJEBRUG
die ook wel waagsbrug heette, lag
vroeger over het water van de
Nieuwestad, vlak bij de Waag. De
brug ontleende z'n naam aan de
botertonnetjes, die hier indertijd
werden aangevoerd. In 1871 is de
Tontjebrug afgebroken, deze aardi
ge foto met vaag op de achtergrond
het topje van de Nieuwe- of Sint
Jacobstoren, is dus een goeie hon
derd jaar oud.
DE GALE HAMKESSTRAAT
eert de (Staverse) zeeman Gale
Hamkes, die in 1639 commandeur
was op de walvisvaarder De Oran
jeboom en toen bij Spitsbergen
twintig opvarenden van een andere,
verongelukte walvisvaarder, het le
ven redde. Aan de oostkust van
Groenland ontdekte hij een baai: de
Gale Hamkesbaai. Hamkes werd
later burgemeester van Staveren.
ACHTER DE GROENE KAN
was een andere naam voor het Ach
terom aan den Wal, een volksbuur
tje binnen de stadswal ten noorden
van de Nieuweburen en westelijk
van de huidige Vijzelstraat. Het
buurtje dankte z'n naam aan een
uithangbord met een groene kan op
een van de woningen aan de Nieu
weburen.