ACTIE OM GRACHTEN TE DEMPEN OPSPORING VERZOCHT NOG NA DE OORLOG T.S'i: iw| KE8SRE* jmMLiïxj Het is haast niet te geloven, maar zo'n dertig jaar geleden, na de oor log dus, is er nog eens een serieuze poging ondernomen de grachten in de Leeuwarder binnenstad gedempt te krijgen. De voorstanders van dit onzalige plan waren de winkeliers van de Vereniging Voorstreek Vooruit, die hun actie ondersteun den door het uitgeven van zoge naamde Dempertjes, cadeaubon nen, die zij uitgaven aan hun klan ten. In oude kranten van die dagen vin den we de neerslag van de dem pingsplannen terug: "Tot Dinsdag geven wij dempertjes" - "Dem- perprijzen" en zelfs: "Dempen, dempen Kelders, Voorstreek, Naauw is van groot belang!" Het is niet meer na te gaan of de winkeliers werkelijk in hun hart hoopten, dat de grachten nog eens dicht zouden gaan, of dat het hun in de eerste plaats om een mooie ver koopstunt is te doen geweest. De initiatiefnemers, de heren Giezen, Peek en Van der Woude, leven niet meer, de jongeren van nu weten er weinig meer van. In ieder geval zal hun standpunt an ders zijn dan dat van hun oudere collega's van toen - in de laatste tientallen jaren zijn de denkbeelden met betrekking tot het dempen van onze binnenstadsgrachten wel grondig gewijzigd en de grote ver gissing van het dempen van het Vliet heeft het gevaar ervan nog eens duidelijk onderstreept. Maar anno 1949 achtte men het ver anderen van de grachten in brede verkeerswegen blijkbaar nog een grote verbetering en op foto's werd de situatie al aangegeven, zoals die eigenlijk zou moeten zijn. Hoé af schuwelijk die situatie zou worden laten we hier zien: de Voorstreek- gracht gedempt en vervangen door een asfaltwoestijn. "Dempen, dempenis van groot be lang Onze abonnee, de heer S. Oppen- huisen, de Vlet 76 in Grouw, tele foon 05662 - 2090, wil heel graag nog eens in contact komen met de vroegere "GOUDPLOEG", waartoe hij behoorde en waarvan hij zich nog slechts een naam kan her inneren, namelijk die van een L. VAN DER VELDE van Snakker- buren Zijn verzoek vraagt wel een kleine toelichting en daarom laten wij de heer Oppenhuisen zelf even aan het woord. 'Ik ben nu drieëntachtig jaar en zit vaak te denken aan mijn jeugdjaren, die ik in Leeuwarden heb doorge bracht. Op m'n tiende jaar, 1908, verhuisden wij naar Wirdum en met mijn veertiende jaar was ik weer terug in Leeuwarden tot mijn mili taire dienst. In die jaren heb ik ge werkt op de Coöp Zuivelfabriek aan de Emmakade. In de periode 1914—1918 ben ik op dansles geweest bij de heer Van der Boom. Die les werd gegeven in een lokaal in of bij de zeepziederij in een steeg aan de Grote Kerkstraat, on geveer tegenover de Bolleman- steeg. Toen ik het dansen enigszins te pak ken had mochten wij op zondag deelnemen aan de dansmiddagen, die door Van der Boom werden georganiseerd in een café aan de Lange Marktstraat, met vrije toe gang voor iedereen Daar leerde je veel jonge mensen kennen van je eigen leeftijd en hier uit ontstond een vriendengroep, die vrij regelmatig contact met elkaar hadden. Deze groep heeft zich laten fotograferen bij fotograaf Dwinger op de hoek van het Molenpad en de Grachtswal. De foto heeft daar lang in de etalage gestaan en trok nogal aandacht, omdat de "Goudploeg" er op stond. Omdat ik na mijn militaire dienst direct naar Amsterdam ben vertrok ken als portier-controleur aan de Veemarkt en het Abattoir, ben ik alle contacten kwijtgeraakt en helaas ook de genoemde foto. Ik weet ook geen namen meer behalve dan misschien een L. van der Velde van Snakkerburen. Nu ik ouder word en al drie jaar alleen ben denk ik vaak; zouden er nog mensen van die groep in leven zijn en zouden ze die foto dan nog hebben. Zo ja, neem dan contact met mij op". Onze abonnee, mevrouw A. Kooi- stra-Visser, die na haar Opspo ringsbericht in onze krant moest vernemen, dat de door haar ge zochte Bettie Kwast niet meer in leven is, kwam tot haar grote vreug de wel in contact met een zoon en een dochter van haar vroegere vriendin; zij wonen in Harlingen en komen binnenkort bij mevrouw Kooistra op bezoek. Een tweede positief gevolg van haar oproep was, dat zij door onze krant na vierenzestig jaar weer in con tact kwam met een vroeger speelge nootje, Piet Hoekstra. Atje Visser was elf en Piet Hoekstra was tien, toen ze met elkaar speelden en dat is dan in 1915 voor het laatst geweest. Daiik zij de berichten in onze krant zocht de heer Hoekstra haar een de zer dagen op - "een geweldige ver rassing", aldus mevrouw Kooistra. Ook onze abonnee, mevrouw H. Wiersma-Hofstra te Leeuwarden had tot haar grote vreugde veel suc ces met haar oproep in onze krant. Zij wou graag weten of Piet Warte- na en zijn vrouw Dora van der Steeg nog in leven waren - haar oproep had een hele reeks telefoontjes tot gevolg, want heel wat lezers van 't Kleine Krantsje bleken te weten, dat het echtpaar inderdaad nog leeft en nu woont in Amstelveen. Zo kwam van het een het ander: de heer en mevrouw Wartena hebben de hoogbejaarde mevrouw Wiersma (97) intussen in Leeuwarden al een bezoek gebracht! Langs deze weg wil onze abonnee graag allen dan ken, die zo vriendelijk waren haar te bellen, waardoor het contact tot stand is gekomen. VAN PROTESTANT NAAR KATHOLIEK De conducteur der staatsspoorwe gen, die dezen winter bij het te Eindhoven plaats gehad hebbende spoorweg-ongeluk zwaar verminkt werd, is gedurende al dien tijd in het R.K. gasthuis aldaar verpleegd en heeft dezer dagen als genezen dit gesticht verlaten. Toen hij er kwam, was hij protestant, maar onder de geneeskundige verplegi ng in het ge sticht is hij tot de Roomsch Kath. godsdienst overgegaan. (1879)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1981 | | pagina 13