GEMEENTE WIL ALLERLAATSTE MOLENAARSHUISJES AFBREKEN KROMME JAT KWART EEUW GELEDEN Er hebben in vroeger jaren op de Leeuwarder bolwerken verschillende molens gestaan. Op de Wirdumerpoortsdwinger, ter hoogte van het huidige Beursgebouw, stond de molen Het Fortuin, op de zogenaamde Hoge Berg achter de huidige Harmonie stond de molen De Hoop, de Vrouwenpoortsdwinger had z'n korenmolen De Arend en op de O Ide hoof sterdwinger prijkte de standaardmolen De Leeuw. Hoewel onze voorouders het waarschijnlijk nauwelijks zo ervoeren, waren het sieraden voor de stad - het moet een machtig gezicht zijn geweest, wanneer de molens met hun enorme wieken boven de bolwerken in actie kwamen. Al heel lang is er niets meer over van al deze molenpracht; alleen een enkel fraai molenaarshuisje herinnert ons nog aan een tijd, die definitief achter ons ligt. De korenmolen Het Fortuin werd al langer dan honderd jaar geleden, in 1873, naar de Harlingertrekvaart verplaatst en daar tot stoommolen verbouwd. De dwinger, waarop de molen had gestaan, werd afgegra ven en het molenaarshuisje werd gesloopt. Op de plaats van het bol werk, we zeiden het al, verscheen het nieuwe Beursgebouw. GESLOOPT In 1884 kocht de gemeente Leeu warden de korenmolen De Hoop om die af te breken - ook dit bolwerk in de uiterste zuidwesthoek van de binnenstad werd afgegraven en tot Zouden er nog veel Leeuwarders zijn, die weten, waar hier ooit het Kromme of Kroemejat is geweest? Het Kromme Jat was een streekje huizen aan de zuidkant van het Ja- cobijnerkerkhof. Het moet daar, aan de rand van het kerkhof, niet zo erg fris zijn geweest, het was bij het kromme straatje een echt gat. En dat werd dan verbasterd tot jat - het Kroeme Jat. De naam van het straatje vinden we ook terug in een eens erg bekend kniedicht, dat was een rijmstukje, voor de vuist weg gemaakt op de knie: Romme domme dom En 'e Fismerk om En 'e Wuttelhaven del En gaet dat niet snel? Naar de Slotmakersstraat Met een harde vaart En 'e Put voorbij Met een koem vol brij Naar het kroeme Jat Daar't 'n oud wief sat Die't de brij op at En 'e lepel in 'e buse stak! WONING INRICHTING NlauwMtad 95-97 LEEUWARDEN De oude molenaarshuisjes op de Noorderplantage: een lust voor het oog bouwgrond gedegradeerd. Al eerder, in 1882, was de prachtige molen De Leeuw op afbraak ver kocht. Hier werd dë dwinger ge deeltelijk afgegraven en met de vrijkomende grond werd het water langs de Eewal en het Heerenwaltje gedempt. In 1895 volgde de aankoop door de gemeente van de roggemolen De Arend; zes jaar later werd ook deze molen op het hoge bolwerk van de Vrouwenpoortsdwinger met de grond gelijk gemaakt. Het enige wat de gemeente bij al deze slooperijen liet staan waren de molenaarshuisjes van de Arend en De Leeuw - tot in de vijftiger jaren bleven ze bewoond. Beide huisjes stonden op een markante plaats; vooral dat op de Oldehoofsterdwin- ger prijkte op een schilderachtig punt. Voor het, in de loop der jaren al zo erg aangetaste schedeschoon leken de oude woninkjes erg waardevol, maar vreemd genoeg kwam er een moment, dat het behoud het ge meentebestuur volkomen onver schillig liet. In een vorig nummer van 't Kleine Krantsje hebben we kunnen lezen, hoe een van onze abonnees, de heer Mr. H. S. Bekius, thans te Helvoirt, in 1955 z'n oog liet vallen op het toen leegstaande molenaarshuisje op de Vrouwenpoortsdwinger aan het eind van de Nieuwestad. SCHILDERACHTIG "Het huisje" zo schreef hij, "was daar zeer schilderachtig gele gen. Het was, wat men nu zou noe men "beeldbepalend" voordat deel van de stad. Het was vooral van binnen verwaarloosd, maar met wat goede wil en fantasie was er voor een vrijgezel als ik iets heel leuks van te maken." De heer Bekius vertelt dan, dat hij er nog voor naar de toenmalige bur gemeester is geweest, "maar" zegt hij, "al mijn argumenten om het op te knappen en zo voor het stadsbeeld te bewaren, mochten niet baten, de gemeente had er andere plannen mee. Helaas bleken die plannen la ter te zijn sloop". Het moet in dezelfde tijd zijn ge weest, dat er tijdens een bijeen komst van persmensen op het ge meentehuis een zogenaamde krot- tenkaart op tafel kwam. Een zeer groot aantal panden van de stad ble ken op die kaart van spelden te zijn voorzien - ze zouden alle worden gesaneerd en dus binnen afzienbare tijd verdwijnen. RODE SPELD Tot hun schrik zagen toen twee ver slaggevers van de Leeuwarder Courant en Het Vrije Volk, dat ook het pittoreske molenaarshuisjc op de Noorderplantage van een rode speld was voorzien. Desgevraagd bevestigden de heren van het gemeentebestuur, dat ook dit sieraad van de stad tegen de vlakte zou gaan: "Niks aan te doen, niet te redden, weg ermee". Een actie van beide kranten, die het schandaal aan de kaak stelden, heeft het molenaarshuisje bij de Oldeho- Burgemeester Van der Meuten: "Die molenaarshuisjes'.' Niet te redden, weg ermee!" ve toen gered. Dank zij de inspan ning van velen kon het geheel wor den gerestaureerd en nu is het, be woond en wel, alweer jaren een pronkstuk in dit deel van de binnen stad. GEMEENTELIJKE MOKER Bij een grotere attentie van de kant van de burgerij zou wellicht ook het huisje van de molen De Arend be waard gebleven zijn, maar helaas, daar ging de gemeentelijke moker in. En hier gebeurde, wat al zo vaak was geschied: pas toen het te laat was, kwam de spijt In het onderschrift van de foto van de Kerkcollectanten van de Sint Bonifatiuskerk, die wij afdrukten in ons nummer 400, hebben wij als laatste, de man rechts op de voor grond G. Schweigmann genoemd. De inzender van de plaat, de heer F. L. Swart te Leeuwarden, maakte ons er op attent, dat dit Rein Westra had moeten zijn. De molen De Arend met de bijbehorende molenaarshuisjes op de WesterplantageHet huisje links is verdwenen, het pand rechts is nu een theehuis.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1982 | | pagina 7