Cmuwahdm-achJa,
wwaAket...
ONDERWIJZERS
VAN VROEGER
HET MEISJE
UIT HAARLEM
Soms gingen we naar Warte na, waar een roeibootje werd gehuurd
derwijs zelf betalen. M'n goede ou
ders deden dat met vreugde. Ze ga
ven hun kinderen alle kansen om,
zoals dat heet, iets te bereiken. Ik
ben hun daarvoor nog altijd dank
baar. Ik had de beste ouders, die
men zich maar wensen kan.
In mijn jongenstijd begon het socia
lisme op te komen en het was geen
wonder, dat een van de grootste,
meest bewogen socialisten, die Ne
derland gekend heeft uit Friesland
kwam. Er heerste, vooral 's winters
veel armoede in deze provincie, die
het grootste aantal emigranten ople
verde, mensen, die in Noord-Ame
rika en Canada een beter bestaan
trachtten te vinden en daarin meest
al ook slaagden. Pieter Jelles Troel
stra, zelf afkomstig uit een welva
rend notaris-gezin en zijn vrouw,
die schreef onder de naam Nynke
van Hichtum en het beroemde boek
Afke's Tiental het licht deed zien,
werden gegrepen door die ellende
en zij stelden alles in het werk om
daaraan iets te veranderen. En met
succes kan men wel zeggen. Onder
de bezielende leiding van Troelstra
groeide de S.D.A.P. snel uit tot een
partij van betekenis. Als men de
politici van tegenwoordig bekijkt -
uitzonderingen daargelaten - kan
men zich niet voorstellen, dat wij
mannen van de envergure van een
Troelstra hebben gehad.
(wordt vervolgd)
We zaten in de vierde klas van de
Tuuntsjeskool. Op een morgen
stondereen nieuw meisje in deklas,
met haar moeder.
Het meisje droeg op haar hoofd een
rood mutsje. Verder droeg ze een
blauwe cape en - oh wonder -
schoenen.
Zwarte knaapjeslaarsjes
En dan nog wel midden in de week.
Dat moest een rijk meisje zijn, want
zo maar - midden in de week -
droegen wij klompen.
Schoenen droegen wij alleen op
zon-en feestdagen, en als dat er niet
aan zat, zondagse klompen. Mooi
zwart geverfd en met zilververf of
goudverf versierd.
Het meisje kwam uit Haarlem en ze
sprak deftig. Alle kinderen in de
klas keken hun ogen uit. Alle jon
gens in de klas waren op slag ver
liefd op het meisje.
Haar moeder was weduwe en
woonde in de Koningstraat. Zij was
afkomstig uit Leeuwarden, was met
een man van de post getrouwd en in
Haarlem terecht gekomen. Na de
dood van haar man kon ze het niet
meer vinden in Haarlem en ze wilde
graag weer terug naar Leeuwarden.
In de Koningstraat had ze nu een
winkeltje en verkocht ze sigaren.
Wij, jongens, liepen als een stel
honden om Ida heen.
In de eerste week dat Ida op school
was, was er al een vechtpartij met de
jongens uit de andere vierde klas,
want die toonden ook belangstelling
voor haar. En dat namen we niet.
Ida zat tenslotte in onze klas.
Ik was hopeloos verliefd.
Al een paar maal was ik door de
Koningstraat gelopen om een glimp
van haar op te vangen. Maar zonder
succes.
Nu was het zo dat ik iedere zater
dagmiddag sigaren voor mijn vader
moest halen bij Scheepstra op de
Voorstreek, op de hoek bij hotel
'De Doelen
Vijf "select" van drie cent.
Die zaterdag ging ik niet naar
Scheepstra, maar sloeg de weg in
naar de Koningstraat.
Toen ik bij het winkeltje kwam, was
haar moeder bezig de stoep te
dweilen.
Ik zie ze nog voor me.
Een grote zwarte vrouw in een don
kere jurk, gebukt, met haar achter
werk naar de straat gekeerd.
Ze liet me door, ik ging het stoepje
op en stond in het winkeltje.
"Vollek", riep ik
VERVOLG OP PAG. 11
Leeuwarden, ach ja, zo was het Een fraaie foto van de oude (en nog niet geasfalteerde!) Sint Jacobsstraat.
vervolg
In de zesde klas kreeg ik onderwijs
van mijn vaderen ik kan u zeggen,
dat ik dat niet plezierig vond. Om te
voorkomen, dat men hem voortrek
king van zijn kind zou kunnen ver
wijten, werd ik veel strenger behan
deld, dan de andere kinderen en dat
maakte me vaak recalcitrant. Het
resultaat was dan een draai om de
oren of een klap met de lineaal op de
vlakke hand. Thuis was er dan ook
nog vaak heibel over m'n gedrag,
waarvan de overige familie dan mee
mocht genieten. M'n negen jaar ou
dere broer vond die herrie wel lollig
en stookte het vuurtje nog wat aan,
maar voor mijn lieve moeder was
het een extra belasting bij de toch al
drukke huishoudelijke bezigheden
van die tijd. Mijn vader had grijs
haar en een grijze hangsnor, die
hem een enigszins nors voorkomen
gaf. Daarbij was hij, hoewel zeer
vriendelijk van aard, nogal brom
merig aangelegd, wat hem bij de
jongens de bijnaam verschafte van
Oude Beer. Ik heette daarom, hoe
kon het anders, en omdat in mijn
klompen de letters J. B. waren ge
schroeid, de Jonge Beer.
INDRINGENDE MANIER
Hij had een indringende manier om
leerlingen de te verwerven kennis
bij te brengen, maar hij was vooral
geschikt om oudere mensen, die om
een of andere manier hun algemene
kennis wensten te verrijken, les te
geven. Tientallen mensen, die op de
maatschappelijke ladder wat hoger
wilden komen heeft hij, in zijn vrije
tijd, les gegeven. Voor verschillen
de beroepen, waarvoor een zekere
kennis werd vereist, zoals verifica
teur bij de belastingen, gevangenis
bewaarder, een hogere functie bij de
politie, wist hij eenvoudige mensen
klaar te stomenOok dat ging op een
indringende manier. Uit de kamer,
waarin hij les gaf, klonk vaak zijn
luide stem naar buiten, als de be
trokken leerling zich niet voldoende
inspande of biijk gaf van stupiditeit.
BESCHEIDEN BELONING
De remuneratie, die hij voor zijn
inspanningen kreeg, was beschei
den. De drie kwartjes a een gulden,
die hij per uur verdiende en die hij
liet afhangen van het loon, dat de
betrokkene zelf kreeg toegemeten,
steken schrijnend af bij de dertig a
veertig gulden, die tegenwoordig
voor particuliere lessen worden be
taald. Hij wilde bovendien alleen
maar aan deze oudere leerlingen,
die dus reeds in het arbeidsproces
waren opgenomen, lesgeven, als hij
hun intelligentie-quotient voldoen
de hoog achtte. Als na een paar les
sen bleek, dat de betrokkene, hoe
zeer ook met goede voornemens be
zield, niet in staat bleek de te ver
werken stof te kunnen bevatten, zei
hij dat onomwonden! Hij wilde de
mensen niet nodeloos het geld uit de
zak kloppen. Hij was van mening,
dat een man, die met zijn handen
zijn brood moest verdienen van
minstens zo'n grote betekenis voor
de menselijke samenleving kon zijn
als de man, die dat met zijn hoofd
doet. Hij vond het een misvatting -
en ik deel die mening nog - dat men
alle mensen alleen maar gelukkiger
kan maken, door ook hun, die
daartoe nu eenmaal de begaafdheid
missen, zoveel mogelijk kennis
trachten in te pompen. Men kweekt
dan mensen, die menen, dat ze een
bepaalde functie kunnen vervullen,
maar die gemakkelijk worden voor
bijgelopen door anderen met meer
begaafdheid. Dat wekt nodeloze
ontevredenheid. De mate van intel
ligentie, die men van de natuur heeft
meegekregen is nu eenmaal bepa
lend voor de hoogte van de kennis,
die men kan verwerven. Werkelijk
knappe mensen zullen zich nooit op
hun kennis laten voorstaan. Zij be
seffen té goed, dat de natuur hun
genadig is geweest en dat ze alleen
maar denkbaar kunnen zijn voor de
intelligentie, die ze hebben meege
kregen, aan de verkrijging waarvan
zij zelf part noch deel hebben. De
grootste geleerden, onder wie Ein
stein en andere Nobelprijswinnaars,
zijn dan ook bijna altijd eenvoudige
mensen.
BIJWERK
In de vacantie werkte mijn vader
altijd leerlingen bij van middelbare
scholen en m.u.l.o.'s, voor een of
ander vak, waarvoor zij een herex
amen moesten doen en wij hadden
altijd een paar kostgangers - leer
lingen van middelbare scholen - die
onder zijn toezicht hun werk maak
ten. Voor mijn moeder betekende
dat natuurlijk ook extra werk. Bij
mijn weten zijn mijn ouders nooit
met vacantie geweest. Ze maakten
wel eens een fietstochtje met de bo
terhammen op zak. Soms mocht ik
achter op de fiets mee en dan ging de
weg naar Wartena, waar een roei
bootje werd gehuurd om naar de
Oude Venen te varen. Het onder
wijzerssalaris was in die tijd niet
hoog. Toen mijn vader trouwde be
droeg zijn salaris 400,-perjaaren
toen ik een kind was, zal het mis
schien driemaal zo hoog zijn ge
weest. Met z'n bijverdiensten, die,
zoals gezegd ook aan de bescheiden
kant waren, konden zijn kinderen
een goede opvoeding krijgen. Ik
heb nooit het gevoel gehad, hoewel
er van welstand toch niet kon wor
den gesproken, dat ik ooit aan iets
gebrek heb gehad. Door het harde
werken van mijn ouders werd ik in
staat gesteld om de Kweekschool
voor de Zeevaart in Amsterdam .te
volgen. Dat kostte 400,-, een rib
uit hun lijf. Anders daniegenwoor-
dig, moest men vroeger, enkele uit
zonderingen daargelaten, alle on-