ROEMLOOS EINDE IEZEREN
HELLING VAN LANDEWEER
EEN HALVE EEUW GELEDEN
In dit verhaal haalt een van
onze abonneesde heer G.
Brinck te Leeuwarden, herin
neringen op aan D. Lande-
weer's Machinefabriek en
Scheepsbouwwerf, een van
de bekendste industriële on
dernemingen in Leeuwarden
in het eerste kwart van deze
eeuw. Stellig nog veel stad
genoten en oud-Leeuwarders
bewaren herinneringen aan
'Landeweer'een bedrijf
dat, nu een halve eeuw gele
den, op dramatische wijze
aan z'n einde kwam.
De iezeren helling - zo werd in
vroeger jaren door de Vlietsters de
bekende scheepswerf van Lande
weer genoemd. Waarom de iezeren
helling? Omdat de andere houten
hellingen waren, bijvoorbeeld die
van Drijver en De Roos.
De werf van Landeweer werd om
streeks 1894 aan het Vliet opge
richt, vlak na de ingebruikneming
van het Nieuwe Kanaal in het jaar
daarna. Landeweer kwam uit het
scheepsbouwgebied van Martens-
hoek bij Hoogezand.
ZWAARSTE KARWEIEN
Met zijn zwager en compagnon
Molema bouwde en repareerde
Landeweer Motor- en Stoomsche
pen, stoommachines en stoomke
tels. Ook kopergieten stond op het
programma.
Hoewel het bedrijf van vrij eenvou
dige werktuigen was voorzien, ging
men voorde zwaarste karweien niet
aan de kant. Zowaren, om maar wat
te noemen, de Stanfriesboten gere
gelde gasten op de wagenhelling.
Als achttienjarige kwam ik in 1927
ook bij dit bedrijf werken; het was
toen nog alleen van D. Landeweer.
Je moest er van alles aanpakken, nu
eens in de scheepsreparatie, dan
weer in de Ketelmakerij of in de
BankwerkerijDe toenmalige as
sistent van Landeweer, de heer L.
Ollemans, tien jaar ouder dan ik,
bezoek ik zo nu en dan in Sonnen-
borgh.
Nu nog hebben we bewondering
voorde mensen van die tijd, die met
hun betrekkelijk eenvoudig gereed
schap prachtige stukken werk wis
ten te maken.
ZESTIG MAN
Nog enkele namen van de oude gar
de? Hier komen ze: Hannes Venin-
ga, draaierij, Piet Planting ("Dikke
Pait") en Koetstra, ketelmakers,
Volkert Algra, smid, Arie Zomers
("Dove Arie"), Van der Wal, Hans
Bakker, Gre veling, scheepsbou
wers, Jan Schaafstal, modelmaker
timmerman en Hendrik Smid, ko
pergieter. Dit was de oude kern,
maar er werkten natuurlijk meer
mensen, zoals handlanger-nagel-
jongens en de scheepsteerder Ha-
ger. En dan verder een aantal van
mijn leeftijd in opleiding in ver
schillende afdelingen.
Naar gelang van de drukte liep het
totaal soms op van een vijf en twin
tig tot zestig man.
In die tijd, eind twintiger jaren dus,
kreeg Landeweer in vier landen pa
tent op een verbeterde scheeps-
stoomketel. Dat was een zoge
naamde Schotse ketel, zoals die in
duizendtallen geplaatst werden in
alle soorten binnenvaartuigen, zoals
sleepboten, vrachtboten en bag
germachines.
Het patent kwam hierop neer, dat
binnen in de ketel veel meer ruimte
werd gecreëerd voor het schoonma
ken (zeer belangrijk), zonder dat de
sterkte van het geheel ook maar iets
minder werd. Landeweer kreeg zeer
goede beoordelingen in de techni
sche bladen en de orders kwamen
binnen.
Ik heb meegeholpen de eerste ketels
te maken. Vooreen aannemer werd
toen een flinke baggermolen ge
bouwd, compleet met ketels en ma
chines plus een ketel voor een
sleepboot.
Er moest nog wel geïnvesteerd wor
den. Landeweer nam nogal wat hy
potheek op, want ook zijn nieuwe
patent had hem een flinke schep
geld gekost.
PRACHTIGE ORDER
In het begin van de dertiger jaren
begon de crisis en die werd spoedig
ook merkbaar in de scheepvaart.
Stoomketels waren duur in onder
houd, ook door het Toezicht van het
Stoomwezen. Veel schepen werden
toen omgebouwd van stoom- op
motorkracht. De Dieselmotor won
het pleit.
Tot overmaat van ramp liquideerde
de Friesche Bank, die werd overge
nomen door de Amsterdamse he
Bank, nu Amrobank.
- Zaturdag nacht werden door den
nachtwaker van het station te Breda
twee kinderen, 7 en lOjarenoud, in
een hondenmand op het perron ge
vonden. Op de vraag vanwaar zij
gekomen waren en wat zij daar
kwamen doen, gaven zij zeer naïef
ten antwoord:,Wij zijn van Tilburg
komen loopen, om eens te zien hoe
Breda er uitzag." Deze kinderen,
die reeds 24 uren te Breda hadden
rondgezworven en den vorigen
nacht in de koude tegen een berg in
het Valkenburg hadden doorge-
bragt, werden, nadat zij van den
stationschef waren verzorgd, met
den nachttrein, die te 12 uur van
Breda in de rigting van Tilburg ver
trekt, medegegeven, ten einde ze
onder het ouderlijke dak te brengen
(1880)
De schrijver van dit verhaal, de heer GBrinck, heeft nog meegeholpen deze baggermolen te bouwenHet was een van
de mooie opdrachten, die Landeweer kreeg. '1928'staat er op de plaat aan de kant van het schip - toen is de molen
dus gebouwd. De baggermolen was bestemd voor de firma Kooyman in Harlingen.
Wel kwam er nog een prachtige or
der van de gemeente Amsterdam,
die zes nieuwe ijponten met elk
twee ketels liet bouwen, maar
Landeweer kon geen crediet meer
krijgen voor de aankoop van het be
nodigde materiaal uit Duitsland
en het ging niet door.
De Bank nam toen de zaak in han
den en na rond veertig jaar hield
Landeweers Machinefabriek en
Scheepswerf op te bestaan.
UITBREIDING P.E.B.
Ollemans heeft hier bijna tot de laat
ste dag gewerkt en hij toonde nog
enige tekeningen en foto's, die hij
uit de debacle heeft kunnen redden.
Op een van die foto's staat een
prachtig sleepbootje, waarvan er in
Leeuwarden een stuk of vijf zijn ge
bouwd, compleet met ketel en ma
chines. Ze waren bestemd voor
Amsterdam en zijn zo gecon
strueerd, dat ze - met de schoor
steen achterover - onder de meeste
bruggen door konden varen. Ook
dat is alweer verleden tijd.
Toen de hele zaak werd geveild
kreeg het P.E.B. het terrein van
Landeweer voor uitbreiding, in
vervolg op pag. II
Op deze foto kunnen we heel mooi zienwaar precies de scheepswerf van Landeweer lagLinks
de Centrale van het P.E.B., op de voorgrond de - nu veel bredere - Kanaalweg. Rechts van
het complex van Landeweer de insteekhaven, voor schepen bereikbaar via het Vliet. Er lag een
soort vlotbrug aan het eind van die haven; bezoekers van de helling van De Roos en van het
schiphuis van Voordewind op Kleyenburg, konden daar gebruik van maken.