SERIEUZE PLANNEN VOOR EEN LEEUWENKUIL IN LEE LWAR DEN PRECIES VIJFTIEN JAAR GELEDEN PIJNIGTOREN IN LEEUWARDEN STADSNIEUWS VAN VROEGER Het is deze lente precies vijftien jaar geleden, dat de Friese hoofdstad geconfronteerd werd met een bijzondere actie, die ten doel had Leeuwarden te verrijken met een leeuwenkuil. Dat was een idee van de Leeuwarder Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer, die de stad deze originele attractie wilde aanbieden in verband met het zeventigjarig bestcuin van de V. V. V. De uiterst enthousiaste initiatiefnemers werkten hun plannen tot in de finesses uit en kwamen al zover, dat ze fraaie prentbriefkaarten lieten drukken met een aanvallig stel welpen er op plus de wel wat voorbarige aanduiding: 'Leeuwarden - Leeuwenkuil' Maar helaas: het is er niet van gekomen, alle prachtige plannen zijn verzand, de leeuwenkuil kwam er nooit De grote man achter deze opzien barende actie was de heer Sietze Soepboer, de directeur van de Ver eniging voor Vreemdelingen Ver keer, die in zo'n leeuwenkuil als toeristische attractie een soort kap stok zag, waaraan in de toekomst heel wat zou kunnen worden opge hangen. In welke andere stad ter wereld - behalve het Franse Lyon misschien - zou een kuil met leeuwen beter passen, dan in Leeuwarden met z'n leeuwachtige naam en z'n stadswa pen, dat ook nog eens een leeuw bevat? PLATEAU Het was de bedoeling op een ge schikt punt in de stad een zeshoeki ge kuil te creëren met een plateau van een vijftien meter doorsnee en een zes meter brede gracht er om heen. Voor deze gracht, aan de kant van het publiek, zou nog een hek komen van een meter hoog. Gedacht werd aan vijf leeuwen, die V.V.V. de gemeente wilde aanbie den op voorwaarde, dat de stad voor het verdere onderhoud zou zorgen. De totale voedingskosten werden geschat op een bedrag van vierdui zend gulden per jaar. Het aanleggen van de kuil raamde men op twintig mille. "Zo'n leeuwenkuil", aldus be toogde de V.V.V., "zal voor onze stad een toeristische attractie zijn, Sietze Soepboer, initiatiefnemer van de actie voor een leeuwenkuil in Leeuwarden waardoor de image van Leeuwarden zal worden vergroot. De V.V.V. en dus de stad wordt bij realisering van de plannen in de gelegenheid ge steld de toeristen aan te trekken op een wijze, welke uniek in de wereld is, omdat geen andere stad of ander dorp zich op het bezit van een leeu- wen"kuil" kan beroemen". LAAIEND ENTHOUSIAST Voor de V.V.V.-mensen tot deze veelbelovende prognose kwamen, brachten zij een bezoek aan Burgers Dierenpark in Arnhem, waar zij zich lieten voorlichten door direc teur Anton van Hooff. Laaiend en thousiast keerden zij van dit bezoek in Leeuwarden terug en toen zagen zij het al helemaal zitten. Er kwam een speciale actie, "Maart roert z'n leeuwenstaart", particu lieren en bedrijven werden opge roepen de komende kuil te sponso ren en er werden bij wijze van voor proeve alvast een paar jonge leeu wen naar hier gehaald - de lieftalli ge welpen lieten zich bekijken op de Recreanatentoonstelling, waar ook de prentbriefkaarten "Leeuwarden - Leeuwenkuil" aan de man wer den gebracht. Aanvankelijk leek er wel iets van de geestdrift van de initiatiefnemers op ons gemeentebestuur over te slaan. Het college ontving een deputatie van de V.V.V. en hoorde de plan nen welwillend aan. BEZWAREN Maar de voorgestelde plaats voorde kuil, ergens aan de Dammelaan, langs een toeristische route dus, stuitte al meteen op gemeentelijke bezwaren. Toen ook een tweede V.V.V.-voorstel, het situeren van de leeuwenkuil in het plantsoentje aan de Sophialaan slechts met voor- hoofdgefrons werd begroet, ging bij de plannenmakers het enthousiasme zichtbaar achteruit: de gemeente liet de V.V.V.-leeuw duidelijk in z'n hempie staan. Is het stadsbestuur misschien bang geweest in een kuil te vallen, die door een ander gegraven werd? Tenslotte verstomde zelfs alle ge brul: de stad van de leeuwen kon z'n kuil met de leeuwen wel vergeten. Onlangs trof 't Kleine Krantsje de heer Soepboer, nu directeur van de V.V.V. in Zeist, nog eens in de stad en toen hebben we de herinnering aan de leeuwenkuil-die-er-nooit- kwam weer even opgehaald. PLEZIER "Jammer, jammer, dat het zo moest lopen" aldus de heer Soepboer, "het was werkelijk een goed plan. Maar wat hebben we alleen al met die voorbereiding een plezier ge had! We haalden de wildste plannen in het hoofd, als het maar even wat met leeuwen te maken had. Zo heb ben we ook aan een bloementen toonstelling gedacht met uitsluitend leeuwenbekjes en zelfs ontstond het plan alle Nederlanders met de ach ternaam De Leeuw naar hier te ha len. Het ging er tenslotte allemaal maar om de leefbaarheid van de stad te vergroten en dan kom je uiteinde lijk op ideeën, die je gewoon niet voor mogelijk houdt". De leeuwenwelpen, die we vijftien jaar geleden konden aanschouwen op de Recreanatentoonstelling, waren door de heer Soepboer van Burgers Dierenpark in Arnhem naar hier gehaald in een stationcar van de restaurateur in de Frieslandhal, de heer Joop Goes. ONTZETTENDE STANK De beide heren transporteurs wer den daarbij al snel geconfronteerd met een ontzettende stank - wat ze wellicht nog niet wisten merkten ze nu: leeuwen plegen een geur te pro duceren, die bepaald niet plezierig Een van de vier leeuwen van De Vier Leeuwen. is. Kan dat ook van invloed zijn ge weest op de houding van het ge meentebestuur, dat eerst wel, maar later minder enthousiast was voor een leeuwenkuil? De vijf leeuwen kwamen er dus niet, maar vier leeuwen wel: het was - heel toevallig! - dezelfde heer Joop Goes, die later zijn oude vee- maiktcafé ombouwde tot een bar en deze de naam De Vier Leeuwen gaf. Dat deed hij niet met in het achter hoofd de gedachte, dat de ene leeuw van ons stadswapen plus de vier van zijn bar voor Leeuwarden toch vijf leeuwen zouden betekenen, maar omdat er in de gevel van zijn pand aan de Langemarktstraat de koppen van vier leeuwen prijkten - vandaar De Vier Leeuwen dus. Maar, u weet het, die leeuwen zijn er nu ook al niet meer en zoals het eeuwen is geweest, zo gaat het nu weer: Leeuwarden moet het maar .zien te doen met slechts één leeuw, de leeuw, die ons stadswapen siert. In de „goeie ouwe tijd" heeft ook Leeuwarden een Pijnigtoren gehad, waarin men van misdrijf verdachte personen tot een bekentenis trachtte te brengen door „pijniging", alzo door het uitrekken van hun ledema ten. Deze Pijnigtoren, die in het midden van de zeventiende eeuw ook wel Ammunitie of Kruittoren werd ge noemd, hoorde tot het vroegere Blokhuis en stond als rondeel in de zuidoostelijke hoek van het huidige ge vangeniscomplex Oorspronkelijk waren er vier van deze ruim zeven en een halve meter hoge torens bij het Blokhuis, maar bij de demolering van het Blokhuis, in 1580 was de Pijnigtoren de enige, die bleef staan. Pas in 1704 droegen Gedeputeerde Staten het Stadsbe stuur van Leeuwarden op de toren af te breken. Te water Zaterdagnamiddag halfzeven reed langs den Dokkumertrekweg een wagen, bespannen met twee bok ken. Een blaffende hond was de oorzaak dat het genoeglijke ritje werd gestoord. Want een der dieren maakte zulke bokkesprongen, dat de wagen, waarin drie kinderen waren gezeten, en de trekkrachten in een sloot terechtkwamen. Het ongeluk liep nog al goed af. De inzittenden waren spoedig op den wal, evenals de bokken, die later den wagen op het droge trokken. (1928)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1982 | | pagina 7