Wil®
mg paqe....
Friesland Bank
(Aé Jou net
Uw eigen bank
Reidinga, een meisje van mijn
leeftijd met een helder "koppie"
die later arts geworden is. Voor
zover mij bekend, geen familie
van ons.
De twee jongelui vóór Thea Sin-
gor en Doe Haasdijk zijn: Jan en
Lammert de Jong, zoons van de
kastelein van "De Groene Wei
de". De jongen met ijsmuts is
Henny Porte. Hij woonde in de
Tramstraat, niet ver van Dientje
en Carel Klaasen. Mien, Carel
vooral met een "C" hoor. Hij is
nog blakend gezond en kon eens
kwaad worden. Dan is je leed
niet te overzien.
De jonge vrouw, met de grote
hoed, is de huishoudelijke hulp
van Lourens en Jan de Boer's
moeder, die niet sterk van gestel
was en vrij jong is overleden.
De sloot achter de huizen van de
Harlingerstraat was onze hardrij-
dersbaan. Ma van Oostrum (héél
sympathieke vrouw) en ook an
dere moeders waren altijd op het
ijs te vinden, chocolademelk uit
delende aan de kinderen. Héér
lijk, ik proef het nog. Deze sloot
liep uit op één die rechtsaf door
liep tot aan de Harlingerstraat-
weg, linksaf tot aan het emplace
ment van de tram.
Via deze sloten maakten wij als
kinderen op de schaats tochten
tot in de omgeving van de Land-
buurt of via het Vosseparkje en
Zielsloot (nu Fonteinstraat) tot
het z.g. "Vierkant", een spoorgat
aan de lijn Ritsumazijl/Stiens,
nog steeds aanwezig, maar opge
nomen in een particuliere tuin.
Aan het einde van de Harlinger
straat stond het "witte hek". De
straat liep daar dood. De oudere
bewoners stonden daar 's avonds
wat te praten over het verloop
van de oorlog. Met een verrekij
ker gewapend kon men de Zep
pelins dan zien die voor een
bombardement onderweg waren
naar Engeland. Ik herinner mij
nog, het zal omstreeks 1912 ge
weest zijn, dat ik, zittende op de
arm van mijn moeder, zo'n grote
sigaar zag vliegen over de tram
remises, angstig gewoon. Dit zal
wel een oefenvlucht geweest zijn
voor het tijdvak 1914 - '18.
Tussen Tramstraat en het spoor
lijntje Leeuwarden/Stiens stond
geen enkel huis. Bij helder weer
konden wij van uit huis de bewo
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
Lezers klommen in de pen
FOTO HARLINGERSTRAAT
VOOR DE WIND
In 't Kleine Krantsje nummer 404
staat een foto van de scheepswerf
van Landeweer, waarbij o.a. het
schiphuis van Voordewind wordt
genoemd.
Nu had Voordewind, dacht ik,
zijn schiphuis op de Potmarge,
waar hij samenwerkte met mijn
grootvader A. Dijkstra. Na een
"onenigheid" heeft Dijkstra
toen, naar mijn beste weten, het
bedoelde schiphuis op Kleyen-
burg laten bouwen door Dubois.
Dus zou het zelfs nooit eigendom
(of in gebruik) van Voordewind
zijn geweest.
Kunt u of een van de abonnees (G
Brinck?) mij nader inlichten?
Hengelo
Mevr. A. M. Dusink-Dijkstra
Wij hebben nooit anders ge
weten, dan dat de familie
Voordewind haar schiphuis
had aan het Vliet. In zijn boek
"Voor de wind" schrijft poli
tiecommissaris Hendrik Voor
dewind ook pagina's vol over
het Vliet en over de scheeps
bouwer Luitzen de Roos van
Kleyenburg: "Daar hellingde
mijn vader met zijn boeiers
en daar was ik in mijn ele
ment".
Red. 't KI. Kr.
LANDEWEER
In een vorig Klein Krantjse werd
geschreven over de vroegere
scheepswerf van Landeweer. Te
gen die werf aan lagen enige
schiphuizen, die in de jaren '36,
'37 bijna allemaal zijn afgebrand.
Het eerste schiphuis was van
Landeweer zelf; die had de wan
den ervan met ijzeren platen
belegd. Een brandweerman,
Wierda, viel er door de duisternis
in en brak zijn enkel.
mij af: schaatsen aan de voet van
de Oldehove, het tramstation
met chef De Bunje, bij wie ik veel
kwam en wiens dochter Justine
gedichten schreef op haar ziek
bed en die jong overleed. En
waar de Straatgangers voor haar
kwamen zingen, voor haar raam
boven het station.
Verder lees ik alle stukjes met
interesse en bovenal die van Mr.
Bijl en Bart van der Weerdt -
allen dank ik voor het plezier, dat
ik daaraan beleef.
Leeuwarden
Mevr. W. Swart-van Veen
FOTO HARLINGERSTRAAT
In 't Kleine Krantsje nummer 402
staat een foto van de Harlinger
straat. Hierop komen voor mij
vele oude bekenden voor, want
wij woonden toen in de Tram
straat nummer 5. De jeugd van
beide straten speelde gemengd.
De lange jongen op de tweede rij
is een zekere Huisman; hij woon
de tegenover ons in de Tram
straat. Daarnaast geef u op Theo
Reidinga, dat is juist en dat ben
ik en daarnaast mijn zuster, niet
Akke, maar Sietske Reidinga. En
op de eerste rij Jacob Reidinga.
Wij hadden thuis drie kinderen,
die er allen op staan en ook allen
nog in leven zijn. Sietske is de
oudste, vijf en tachtig, zij woont
in een bejaardentehuis in Berkel,
ik woon in Den Haag en Jacob
woont in Leeuwarden.
Degene, die de foto beschikbaar
stelde kan ik me moeilijk meer
herinneren; wel echter haar ver
haal over het schaatsen op het
slootje. Misschien kunnen er in
een volgend Klein Krantsje wat
meer gegevens over haar komen.
Den Haag T. Reidinga
Leeuwarden J. Walburg
Met genoegen lees ik altijd 't
Kleine Krantsje, waarop ik al
vele jaren ben geabonneerd. Spe
ciaal als het gaat over de Harlin-
ger- en Tramstraat, Harlingersin-
gel, Elisabeth- en Transvaalstra-
ten, gaat bij mij een extra lichtje
branden.
Met mevrouw Swart-van Veen,
kan ook ik getuigen van een
heerlijke jeugd in die omgeving
doorgebracht.
Regelmatig fiets of loop ik nog
door de Harlingerstraat/Tram-
straat. Nu autoblik aan één kant
en een bestrating gewoon om te
Het Nieuwe kanaal met links de iezeren helling" van Landeweer. Er waren ook nog molens in die tijd!
Over schiphuizen gesproken.
Deze stonden niet aan de kant
van Landweer, maar aan de
andere kant van 't Vliet.
huilen. Spelende kinderen zie je
er zo goed als niet meer. Zijn ze
er nog wel?
In mijn jongenstijd was het een
kinderrijke buurt, waar alles op
z'n tijd geknikkerd, gehoepeld
of 's avonds) verstoppertje werd
gespeeld. Kattekwaad werd na
tuurlijk ook uitgehaald. Een
steentje aan een draad garen, met
een speld geprikt in het kozijn en
dan van de overzijde achter een
bosje wegtrekken! Meestal werd
dit bij wat oudere mensen ver
toond. Niet zo mooi vanzelf.
Fietsen waren er praktisch nog
niet. Timmerman-aannemer De
Boer had er een. Ook wij, een
damesfiets "Cito", van mijn tan
te. Daar hebben zo 's avonds heel
wat vrouwen de fietskunst op
geleerd met alle ups en downs
vanzelfsprekend. Ze reden altijd
op de aanwezige lantaarnpalen
af, als we ze los lieten. En wij
maar lachen. "Smerige jongens"
was het dan.
Door verblijf in een ziekenhuis
van een weekje is m'n reactie op
de vragen van mevrouw Swart
over bepaalde personen op de
Harlingerstraatfoto wat ver
traagd. Hier komen ze dan Mien!
De lange jongeman, links op de
foto, is Nico van Huizen. Hij
woonde tegenover ons in de
Tramstraat. Daarnaast staat in
derdaad m'n broer Theo (haast
80 jaar) met m'n zuster Sietske
(85 jaar). Er is wel een Akke
'smaÊlteÊMstèÊÊMt
ners van het Popta Gasthuis zien
uit- en inlopen. Dit is nu terdege
veranderd. Toch ben ik het wes
ten van de stad trouw gebleven
en woon op een stuk land waar ik
vroeger met mijn vader wel eens
aan het hooien ben geweest bij de
boer die destijds op "Baensein"
woonde.
Het vorenstaande is allemaal
"opgeborreld" naar aanleiding
van de Harlingerstraatfoto. Wie
zouden nog leven daarvan? De
zus en broer van Mien ook nog?
Leeuwarden J. Reidinga (Japie)
KONINGINNEDAG 1921
Ik bin geboren inne Arendsstraat
achter de Harmonie en ik hiet van
mie seis Ate Hommes.
Ik weet nog best, dat we met Koni-
ginnedag altied vuurwerk op 't
Zaailand hadden. Mien vader en
moeke namen mie dan met oppe
arm om er naar te kieken.
In 1921 gebeurde het, dat ik so bang
was voordat geknal, dat ik mie naar
beneden gliede lieten ik fut-tussen
de vuten en tussen de meensen deur.
Later vonnen mien vader en mien
moeke mie oppe stoep voor ons
huus inne Arendsstraat.
Deventer A. Hommes
HARLINGERSTRAAT
Langs deze weg een woord van
dank voor het plaatsen in 't
Kleine Krantsje van dé foto van
de Harlingerstraat en voor de
verschillende reacties daarop.
Wij hebben weleer in deze straat
verschillende buurtfeestjes ge
had, o.a. schaatswedstrijdjes en
straatfeest met hardlopen en di
verse spelletjes, waarbij de oude
heer Van Oostrum en de gymnas-
tiekonderwijzer Roel de Jong,
die in onze straat in de kost was,
veel werk hebben verzet.
Hartveroverend was het voor mij
de naam "Mineke" te lezen; me
vrouw Van Oostrum namelijk
noemde mij altijd zo - ik was erg
klein en ben nooit lang gewor
den. De naam Bauke Mulder
kwam mij ook bekend voor en
naast Annie de Jager meen ik me
nu ook de naam Sijtske Uilkema
te herinneren; die woonde, als ik
het goed heb, naast Van Oos
trum.
En dan, voor de dame met de
grote hoed meen ik Laupi de
Boer van de timmerman en Geert
Klaver te herkennen.
Tja, herinneringen stromen op
HMHH