LANG LEVE DE OPERA 'GRAP' (opsporing verzocht) DAMESPLOEG BRINIO Illllllllllffl Een inwoner van Verviers, die zich verheugde in eenen blinken den kalen schedel kwam op de dwaze gedachte daar een bloem tuil op te laten taloueren. Hij vertrouwde dit kunstwerk toe aan een Duitscher, diemee- nende geestig te zijn, den man begiftigde, niet met bloemen, maar met een onzedig en tevens onuitwisbaar onderwerp. De ge- tatoueerde ontdekte de "grap" toen het te laat was, zoodat hij nu verplicht is zijn hele leven lang een pruik te dragen. Hij deed eene klacht bij het parket, dal den "artist" deed aanhouden en hem zal vervolgen voor ze denschennis. (1907) Dit is een foto van de Leeuwarder Opera Vereniging, gemaakt in 1947, toen in de Harmonie in Leeuwarden de Opera Martha werd opgevoerd. De plaat is ingestuurd door onze abonnee, de heer Rinze van der Heide uit Leeuwarden. Hij schrijft ons hierbij het volgende: "Wij zijn met de Leeuwarder Opera Vereniging gestart in de oorlog met de Opera Faust, die wij in 1946 viermaal opvoerden voor een bomvolle Harmonie. Ik zie ons nog de costuums passen; er was na de oorlog niet veel meer en er moest wel wat worden versteld van wat er uit de kisten kwam van de firma Bakker. Wat hebben we gelachen als we elkaar in die kleren zagen lopen. Maar we hadden een prachtig koor en een mooie band met elkaar. Vele avonden moesten we repeteren in Zalen Schaaf of ten huize van de sympathieke dirigent Frans Panbakker. De generale repetitie duurde tot in de vroege morgenuren. We hadden er bekende solisten bij, o.a. Siemen Jongsma en Greet Koeman. Bekende Leeuwarders als Bauke Goedemoed, Slokker, mevrouw De Jong, Truus Ket, Rutgers en Van der Geest waren toen lid van het koor. Helaas zijn er intussen velen heengegaan, zoals Koen Oosterveld, de Stationskapper en Siep Keizer, die een drukkerij had in de Gysbert Japicxstraat. Wanneer de financiële toestand niet zo rooskleurig was na een uitvoering gingen we in groepjes de stad in en brachten we loten aan de man. Dat was wel plezierig werk, want bij de mensen in de stad stond de Leeuwarder Opera Vereniging goed aangeschreven. Na de Opera Faust heb ik o.a. nog aan de Carmen, de Martha, de Cavalleria Rusticana en de Paljas meegedaan en steeds hadden we veel succes. Dat is nu alweer zesendertig jaar geleden, een heel stuk van je leven! Zelf ben ik nog steeds bij een groot mannenkoor en ik zing daar nog met heel veel plezier". Tot onze voldoening kunnen we melden, dat de oproep in 't Klei ne Krantsje van mevrouw B. Cnossen-van Leeuwen, die graag nog eens in contact zou willen komen met mensen, die haar Joodse vader Abraham van Leeuwen hebben gekend, niet zonder succes is gebleven. Er kwamen op onze redactie enkele brieven binnen van abonnees, die deze Abraham van Leeuwen heel goed hebben gekend - wij hebben deze correspondentie aan mvrouw Cnossen ter hand gesteld. Abraham van Leeuwen woonde voor de oorlog aan het Groot Schavemek in Leeuwarden in het pand, waarin nu het Muziekcen trum zit. Hij was met een niet joodse vrouw gehuwd en me vrouw Cnossen, die in de oorlog nog erg jong was, heeft nooit begrepen, hoe haar vader als gemengd gehuwde in handen van de Duitsers viel. Hij is via het Huis van Bewaring in Leeuwarden naar het concen tratiekamp Vught vervoerd en vandaar naar het vernietigings kamp AUSCHWITZ, waar hij tussen 15 november 1943 en 31 januari 1944 om het leven kwam. I Knm op j de proppe ■Trijnlj gaapje nog La a tnifzio I an (T ni ekloppe 1M.VMUS de PORDER In de Peperstraat heeft een tabaks verkoper gewoond, die zijn huis aanduidde als Het Schaap. Een af beelding van een schaap prijkte op z'n uithangbord. Daarbij het vol gende rijm: Schaapien goed Staat hier tentoon Geeft u tot overvloed Goe Taback en Pijpen schoon Orangie appels en Lamoenen ex cellent In de Peperstraat is 't Schaap be kent Abraham van Leeuwen was toen drie en veertig jaar oud. Onze abonnee, de heer G. van der Meer te Leeuwarden schreef ons het volgende: "In de jaren 1941-1945 was ik leerling aan de Rijkskweekschool aan het Groot Schavernek om voor onderwijzer te studeren. Dit gebouw stond eveneens aan het Schavernek. Meermaken heb ik de heer Van Leeuwen gespro ken, meestal voor de lessen, 's morgens of 's middags. Ook zijn joodse afkomst was ons toen bekend en meermalen vroegen wij ons af, hoe hij zolang buiten de armen van de Nazi's kon blijven. Plotseling was hij na de zomervakantie van 1943 ver dwenen en onze bange vermoe dens werden weldra bevestigd. GEHATE STER Wat mij is bijgebleven is, dat wij meer dan eens hebben gezien, dat hij met zijn vrouw en de kinderen langs de Nieuwestad liep om boodschappen te doen en dat dan het hele gezin de winkels binnenmocht, maar dat Van Leeuwen zelf met zij n gehate ster op straat moest blijven wach ten." Dan schrijft onze abonnee, de heer Ritsko van Vliet te Leeu warden, dat hij in de herfst van '44 in het Huis van Bewaring verbleef en een andere gevange ne leerde kennen, die al in het beruchte kamp in Vught was geweest. Toen het gesprek tussen hen eens op Leeuwarden en joodse ingezetenen kwam, ver telde deze man, dat Abraham van Leeuwen waarschijnlijk voor het clandestien slachten van een schaap was opgepakt. Na de oorlog heeft een zekere Roel Boxum, die nu niet meer leeft, de heer Van Vliet verteld, dat hij Van Leeuwen had ont moet tijdens een transport van gevangenen in 1943 naar Vught. Ook hij vertelde, dat Van Leeu wen waarschijnlijk voor clandes tien slachten was opgepakt. Een begeleidende Leeuwarder po litieagent moet hem dikwijls toe gevoegd hebben: "Houd je bek, je bent een vuile rotjood." "Ik kan mij Abraham van Leeu wen nog heel goed voorstellen" aldus de heer Van Vliet, "hij handelde in alles en nog wat. Maar hij ging ook wel met een fiets en daarachter een soort aan- hangwagentj e door de straten om ijzer en lompen. Hij bediende zich dan van een toeter, zoals de melkman die ook wel gebruikt en hij gaf de kinderen een zonnebril of een ander stukje speelgoed. Eens moest ik een emmer water halen voor mijn moeder, dan kon hij een band plakken. Ik kreeg toen ook zo'n bril. Ik zie hem nog, al is het gister gebeurd. Soms zong hij het hoogste lied. Ik denk dat veel oud Leeuwarders zich Abraham van Leeuwen nog heel goed herinneren." De heer Van Vliet schrijft dan ook nog, dat heel wat mensen in oorlogstijd clandestien hebben geslacht. "Wanneer wij al die mensen nu moesten oppakken" aldus de heer Van Vliet, "dan zaten de gevangenissen vol. Maar ja, hij was een jood en dat vonden de fascisten een misdaad. Ze hadden nu een pracht motief om een joodse burger, die ge mengd gehuwd was, te pakken te nemen." Onze abonnee de heer S. de Boer te Surhuisterveen berichtte on langs in Opsporing Verzocht, dat hij graag nog eens iets zou willen horen van Johan Wolf, die in 1936 aan het Noordvliet woonde en met wie hij lange tijd bevriend is geweest. Ook deze oproep heeft succes gehad: dank zij ver schillende reacties van abonnees kon de heer Wolf worden opge spoord en de afspraak is al ge- vervolg op pag. 11 Dit jaar bestaat de Koninklijke Gymnastiekvereniging Brinio precies een eeuw: het was in 1882 dat deze nog altijd bloeiende vereniging werd opgericht. Omstreeks 1928 werd deze foto gemaakt van een damesploeg van Brinio. Helaas kunnen we niet alle namen noemen, maar de meesten zijn nog wel bekend. Staand van links naar rechts, eerst een onbekende, dan Fokje Oosterhuis, Geesje Schoonhoven, de leider, de heer W. de Vries, T. Swart, T. Oosterhuis en Alie Blokzijl. Op de tweede rij een meisje van Buis, Aagje Nieuwland, Bonny Maurer, een zus van Bonny met een vraagteken en een zus van het net genoemde meisje Buis. Dan de voorste rij: Maaike Oosterhuis, een onbekende, Willy Nieuwland, nog een onbekende en nog eens een meisje Buis. Opvallend veel Oosterhuisjes en Buisjes dus in deze ploeg. De dames zien er nu allemaal wel een beetje anders uit - waar is de tijd gebleven?

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1982 | | pagina 6