DICKVANDERHEIJDE IR/FOTOGRAFIE
T G. DIEPENMAAT
MORREMA SPORT
TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN
SCHOOL 14 IN DE TJERK HIDDESSTRAAT
MOOIE DAG IN MEI
Alle sportmensen ontmoeten elkaar bij:
Voorstreek 40 - LEEUWARDEN - 120244
industrie - techniek - bouwkunde - reklame - reportage porlret - antiekregistratie lid bfn nfq jozef israëlsstraat 8-10 leeuwarden flRR_1 94QR4RRflflfit
lid btn nlg
jozef israëlsstraat 8-10 leeowarden 058—124984—880069
Deze foto, ons toegezonden door onze abonnee, de heer f. van der
Sluis te Leeuwarden, is gemaakt in 1925 - het is een plaat van de
vijfde klas van meester Zijlstra van School 14. De heer Van der Slids
wist zich alle namen te herinneren. We beginnen bij de bovenste rij:
Dirk Baron, Jo Bekius, Joh. Bokma, Jopie v. Driesum, Thomas
Schaaf, Henk Stroband, Jan v.d. Sluis en Jan v.d. Molen. De rij
meisjes: Wietske v. Gelder, Nettie Boesschoten, Mia Luimes, Lucie
Waringa, Griet Bakker, Geertje Langendijk, een Duits meisje,
Frieda Monsma, Rika Postma en Jetje Mendels. Op de knieën: Henk
Snoekc, Klaas de Vries, Thijs Visser, Piet Stevan, Leendert Nauta en
Maurits Troostwijk. Tenslotte vooraan: Marietje v.d. Vegte, Maria
v. Pelt, Leo Cohen, Jo Sijtsma en Henny Heimig.
vervolg van pag. I
Wat gaaston vandaag doen, zei
de Kiepekoopman, toen ie uut-
lacht was en tot de daaglikse
praktiek van het leven terug-
keerd was.
Ik. zei Bouke, ik gaan inne buurt
es kieken of de meensen nog wat
overhewwe voor een eerlike mu
zikant.
Wat ik zegge wu, zei de Kiepe
koopman nijsgierig, krijst wet es
een nutske in dien hannen stopt.
Een nutske, zei Bouke, nee,
nooit.
Een cent geve de meesten, of ze
geve niks.
En na dizze ontboezeming an
zien vriend en medestrieder om
et daagliks brood ging Bouke de
hoornblazer de Bergeloods op
om zo op et achterste streekje
van Werkmanslust zien muzika
le tournee te beginnen.
Zo ging ie alle streekjes al bla
zend en centen ophalend af om
tenslotte uut te kommen op et
hoekje van de Willem Sprenger-
straat en de Groningerstraat en
daar ston de jeneverstokerij van
de gebroeders Tak.
De geur van versgestookte jene-
ver, die voor de een een gruwel
was, kwam Bouke as een hemels
aroma tegemoet.
Maar ja, een jeneverstokerij is
gien kroeg en daarom stapte
Bouke regelrecht de Groninger
straat in niet wetend welk onheil
em daar as et zwaard van Damo
cles boven het hoofd hing.
Lange Auk zwaaide de scepter
over de jonge vrouwen van de
was- en striekinrichting.
Lange Auk was niet trouwd, wat
meer voorkomt in et leven.
Ze was lang, mager en zo droog
als een stokvis, ze had een skerpe
neus en een streepke daaronder
dat bij een gewoon meens de
mond was.
Lange Auk lachte oek nooit.
Ze had net zo veul gevoel voor
humor as een kikker.
Nee, dan was Tonia uut ander
hout sneden.
Dat kan oek niet anders.
Tonia was een kien van Belgi
sche ouders die met et bombar
dement van Antwerpen - in de
eerste wereldoorlog - naar Ne
derland vlucht waren.
Tonia was et tegenovergestelde
van lange Auk:
Ze had een aardig gezicht waar
in een paar donkere pretogen,
een kleine neus én een mond die
allied tot lachten geneigd was.
As ze lachte - en dat deed ze veul
- dan lachte heur hele gezicht.
Ze was niet groot van stuk en
mollig, kortom, et was een leuke
meid en een donderstien.
De jonge vrouwen van de strie-
kerij, die dagelijks in de wasem
en de warme dampige atmo
sfeer, al zingend hun werk de
den, verwelkomden Bouke har-
telik toen ie zien ongeskoren kop
om de deur stak.
Komst een deuntsje weggeven,
Bouke, wudde em toeroepen.
Weggeve doen ik niet an, ik
vraag de dames een kleine ver
goeding om mien arme kiender-
kes eten te geven.
Hoeveul hest, Bouke.
Ik zal ze vanavond es telle.
En toen ston ie in de striekerij en
begon meteen zo hard te blazen
dat horen en zien je verging.
En wat deed die dondersteen van
een Tonia.
Tonia had een lange naald inne
han en ze ging vlak naast Bouke
staan.
Even daarna kwam er uut de
ouwe hoorn een erbarmlike
skeurende jammerklacht en
Bouke gaf een formidabele vloek
in de dampige ruumte.
Tonia had, toen Bouke niks innèl
gaten had, hem die naald in zien
gat stoken, en toen weer der
uuthaald en em oppe grond valle
laten.
Ze was de straat op vlucht na
dizze daad en Bouke as een
briesende leeuw der achleran.
Op et hoekje van de Willem
Sprengerstraat had ie ze al te
grazen en hij trok ze met naar de
striekerij.
Daar wudde Tonia onder gelach
van de andere vrouwen door
Bouke op een tafel deponeerd.
Vervolgens sloeg ie haar poezeli
ge achterwerk vakkundig bont
en blauw.
Tonia lachte niet maar
schreeuwde bij iedere klap as
een mager varken.
Toen Bouke met dizze operasie
klaar was zette ie zien kwelgeest
weer met beide bienen oppe
grond.
Kreunend en sissend en met fon
kelende ogen omdat ze zo'n on
genadig pak slaag op haar konts-
je kregen had.
Zo, zei Bouke, zukke grappen
zuust wel niet weer zo gauw bij
mij uuthale.
Meiskes, zei lange Auke, terwiel
ze inti'e hannen klapte as een
skooljuffrouw, an et werk.
Lange Auk, of zo as de Kiepe
koopman haar noemde, de rei
ger, had gien gevoel voor humor.
En humor is et zout des levens.
Bart van der Weerdt
ELKENEEN SIET DE WERELD
DEUR SIEN OGEN EN BE-
GRIEPT NIET, DAT SIEN BUUR
MAN HET ANDES ZIET DAN HIJ
EEN KWAAD WOORD WEKT
VAAK MEER VERBITTERING
AS EEN KWAAIE DAAD
ZWEMMERS
ontmoeten elkaar in het water
BASKETBALLERS BOKSERS
ontmoeten elkaar in de zaal ontmoeten elkaar in de ring
VOETBALLERS SCHAATSERS
ontmoeten elkaar op het veld ontmoeten elkaar op het ijs