DRIEKWART EEUW GELEDEN AFSCHEID VAN DE SCHU Het is dit jaar precies driekwarteeuw geleden, dat Leeuwarden z'n befaamde Schutterij verloor. Op de een en dertigste juli 1907 stroomde de halve stad naar het Raadhuisplein om afscheid te nemen van de zo populaire schutters, die tachtig jaar lang een belangrijke rol in het stedelijk leven hadden gespeeld. Net als in andere steden, waar dienstdoende schutterij gevestigd was, vond bij ons, wegens het opheffen van dit onderdeel van 's lands krijgsmacht, de plechtige overdracht van het vaandel plaats en met weemoed hoorden onze stadgenoten het allerlaatste commando van het inrukken aan. Die Schutterij. Er zullen helaas niet velen meer zijn, die er nog herinneringen aan hebben. Al leen de alleroudsten onder ons, veteranen van zo'n vijf en tachtig jaar en ouder, kunnen de schut ters nog hebben gezien. En wel licht rijzen de beelden van de door Leeuwarden marcherende schutters nog vaag in hun herin nering op. Het was in 1827, dat het instituut van de Schutterij werd ingesteld. Alle jongemannen van vijf en twintig jaar moesten na hun diensttijd loten voor de schutte rij. Was men zo fortuinlijk (of onfortuinlijk) het goeie (of ver keerde) lot te trekken, dan volg de er een diensttijd van vijf jaar, die desgewenst als vrijwilliger nog kon worden verlengd. Na een opleiding van een half Onderofficieren van de Schutterij met in hun midden de kolonel Sas. Vooraan knielend: Van der Geest, Boomsma en De Jong, zittend: Lepoeter, Schaaf, Huppes, en Draaisma en staand: Gerritsen, Bams, Heins, Klazema, tamboer Nielsen, Spoelstra, kolonel Sas, Kerkhof, De Bruin, Bijvoets, Van der Laan, Van Zwol, Eisma en Van der Laan. jaar in de Manege, waarbij de schutters op twee avonden in de week leerden hoe ze een geweer moesten vasthouden en hoe ze naar behoren dienden te excerce- ren, werden ze, al naar hun capaciteiten, ingedeeld in een eerste of tweede klas. Hun verrichtingen op het Schut tersveld aan het Nieuwe Kanaal werden daarna bewonderend ga degeslagen door de Leeuwarder burgerij, voor wie het een hele attractie was de heren daar ie dere eerste maandag van de maand in actie te zien. En vooral de schutterij muziek was natuurlijk populair, niet al leen op het Schuttersveld, maar ook, wanneer ze aan de kop ging van de stoet compagnieën, die door de stad marcheerden, óf op weg naar het Wilhelminaplein, waar enkele malen per jaar een grote parade was, óf op weg naar de kazerne of naar de Schietbaan achter Cambuur. In het gemoedelijke Leeuwarden van die ouwe tijd, toen er nog niet zo verschrikkelijk veel te beleven viel, betekende het op straat verschijnen van de schut ters in hun kleurige uniformen een afleiding van belang -- tien-

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1982 | | pagina 6