Friesland Bank
Uw eigen bank
Lezers klommen in de pen
de jongenskiel om onze schou
ders gleed - zoals een mij onbe
kende dichter het eens zo tref
fend heeft neergeschreven.
Leeuwarden
MAUPI
Joh.de Jong
SCHUTTERIJ
Het afscheid van de Schutterij,
waarover 't Kleine Krantsje on
langs schreef," heugt mij nog als
de dag van gister. Mijn vader was
ook schutter. Ik stond toen met
mijn moeder dicht bij de Wilhel-
minaboom tegen het hek. Ik was
toen zeven jaar.
Ja, als 't Kleine Krantsje binnen
komt is het steeds weer een heel
feest. Wij kunnen er niet zonder.
Leeuwarden Mevr. T. v.d. Helm
SCHUTTERIJ
Graag wil ik even inhaken op het
artikel over de voormalige schut
terij in 't Kleine Krantsje, num
mer 313. U schrijft: „Helaas zul
len er niet velen meer zijn, die er
nog herinneringen aan hebben".
Nu, ik weet er vast wel drie,
namelijk mevrouw Fetter-van
der Meulen, Eksterstraat 18, Ni
co Born, Eikenstraat 19, beiden
te Leeuwarden en ik zelf. Ik ben
geboren in 1892 en ik was dus bij
het afscheid van deze schutterij
vijftien jaar.
Ik heb de heer T. Dorama, die op
een van de foto's in 't Kleine
Krantsje voorkomt, goed ge
kend. Ik ben geboren in de Ha
ven, een straatje aan het Zuid-
vliet. Op de hoek van dit straatje
had Dorama een pottenbakkerij
en een porseleinwinkel.
Ook ik ben vaak met de schutte-
rijmuziek meegelopen; uit dit
muziekcorps is meen ik later het
Stedelijk Muziekcorps ontstaan.
Dit corps gaf iedere zondag
avond een concert in de Prinsen
tuin, waar het dan meestal druk
was, vooral met jongelui.
Veel jongeren zijn daar aan een
levenspartner gekomen. Ook
werd daar wel vuurwerk afgesto
ken, o.a. op Waterloodag.
Zo, dat waren dan mijn herinne
ringen aan de vroegere Schutterij
en ik maak me sterk, dat er nog
wel meer Leeuwarders zijn, zoals
ik. Zoals ik al eerder schreef lag
mijn jeugd aan het Vliet, eerst de
Haven en later Achter Pietersbu-
ren.
Franeker
Nogmaals een plaatje van het afscheid van de Schutterij in 1907, nu
precies vijfenzeventig jaar geleden.
meend, dat die rijwielhandelaar
was en ik herinner mij daar ook
wel eens iets over in 't Kleine
Krantsje te hebben gelezen.
Leeuwarden
J. de Jong
Vraagt u ons niet welke be
roepen de heer Roel Stein-
voorte Junior allemaal wel en
niet heeft gehad. Zo heeft hij
inderdaad ook wel eens wat
in fietsen gedaan. Bekend is
nog altijd het fraaie verhaal
van het boertje, dat op het
punt stond van Roel een fiets
te kopen; hij vond de vraag
prijs echter nogal aan de hoge
kant. "Kan er niet wat af?"
vroeg de man. "Nou, zeg het
mar, wat wi je er af hewwe?"
reageerde Roel direct, "het
stuur, het zadel, de spatbor
den?"
Red. 't KL Kr.
WEGGEJAAGD
Er stond onlangs een foto in 't
Kleine Krantsje van het Hofplein
met daarop een deel van het
oude Stadhouderlijke Hof. In on
ze jongensjaren speelden wij veel
op dit plein. Wij maakten dan
ook wel eens gebruik van de
trappen van dit pand, dat destijds
bewoond werd door de Commis
saris der Koningin, baron Van
Harinxma thoe Slooten.
In die tijd was het politiebureau
aan de overzijde gevestigd. Ook
liep er altijd een pliesje op het
plein. Het duurde dan ook nooit
lang dat we er door die agent
werden weggejaagd.
Als geboren en getogen Leeu
warder wordt je bijna in ieder
nummer van 't Kleine Krantsje
geconfronteerd met de tijd, toen
Ongeveer zestig jaar geleden was
ik op de Hofschool. Mijn vrien
dinnetje, Riek Leopold, en ik
speelden dan wel in de inham van
de woning van de Commissaris
der Koningin, Van Harinxma
thoe Slooten.
Op een keer kwam er wat wij
toen een lakei noemden naar ons
toe en vroeg of we woensdag
middag met de jongeheer Maupi
wilden spelen.
We waren ongeveer een jaar of
zeven, keken elkaar verschrikt
aan en smeerden hem zo vlug
mogelijk. Van dat spelen is dus
niks gekomen
Formerum
Mevr. H. Conradi-Kimp
TREIN UIT LEEUWARDEN
Toen ik onlangs bij een bezoek
aan Harlingen de spoorbaan
overliep, kon het niet anders of ik
moest op dat moment terugden
ken aan mijn kinderjaren in de
stad. Hoe vaak heb ik als kleine
jongen bij die spoorbaan staan
turen naar de verte, tot de rails
niet meer zichtbaar waren.
Daar moest Leeuwarden liggen
dacht ik dan, want vandaar uit
zag ik immers altijd het eerste
stoomwolkje opdoemen ten te
ken dat de Leeuwarder trein in
aantocht was!
Voor mij als jongen betekende
dat witte stoomwolkje in de verte
het begin van een fijne dag. Nog
even en ik zou de ooms en tantes
afhalen bij het Harlinger spoor
station, en het zou heel gezellig
worden thuis. Natuurlijk keek ik
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
ook uit naar het lekkers dat werd
meegebracht, een heerlijke
Kwatta-reep of een zak zuurtjes.
Eén van de ooms en tantes had
een kruidenierswinkel in Hui-
zum, dus kreeg ik altijd als ze
kwamen leuke verrassingen bij
voorbeeld in de vorm van
plaatjes van de thee, zodat je een
hele mooie verzameling kon spa
ren. Ja, wat was het dan een
gezellige dag thuis, het was weer
veel te gauw voorbij!
Voor je 't wist was het tijdstip van
vertrek weer aangebroken. Het
wegbrengen naar de trein was
toen ook een hele gebeurtenis.
Alleen al het zitten in de sfeer
volle wachtkamer van het Har
linger station was voor een Har
linger jongen een belevenis.
Want zonder reden kwam je
immers niet in de wachtkamer.
Heel anders dan nu!
Toen bestonden er voorschriften
en regels, en die moesten wor
den nageleefd. Je kon ook niet
zo maar het perron op hollen,
zoals nu het geval is.
In de wachtkamer was het een
gezellige drukte van de vertrek
kende passagiers en hun "weg
brengers".
vervolg op pag. 11
S. Hoekstra
DE STEINVOORTE'S
In een vorig Kleine Krantsje
stond een verhaaltje over de
familie Steinvoorte van de Gou
den Laars met de mededeling,
dat het jammer was, dat Roel
Steinvoorte er niet in geslaagd
was de schoenenzaak De Gou
den Laars aan de Berlikumer-
markt in stand te houden.
Was dat de Roel Steinvoorte, die
nu misschien een jaar geleden
overleed en het laatst woonde in
Het Nieuwe Hoek bij het Hoek-
sterkerkhof? Ik heb altijd ge-
"Vandaar zag ik altijd het eerste stoomwolkje opdoemen, ten teken, dat de Leeuwarder trein in aantocht was... Onze abonnee, de heer
Leo Doodkorte te Leeuwarden, maakte deze, nu bijzonder geivorden foto, in 1925.