VOOROORLOGSE GEZELLIGHEID
IN LEEUWARDER BINNENSTAD
25 1# 20
25 UU 3165 20
VIJF EN ZEVENTIG ZELFSTANDIGEN
G. DE WILDE
Met veel genoegen, maar ook met een zekere weemoed heb ik het boekje van dominee
Ype Schaaf gelezen over het Joodse leven van voor de oorlog: "Goeie Schoure en
treifene Schoure".
Aangezien ik mij in 1930 als zelfstandige in de Leeuwarder binnenstad verstigde, heb
ik de bewoners van die buurt, over wie Ype Schaaf schrijft, goed gekend.
Wanneer de redactie van 't Kleine Krantsje het mij toestaat wil ik graag nog wat
schrijven over dit stadsdeel, genaamd de Oude Stad, waarvan de straten uitkwamen
en natuurlijk nog altijd uitkomen op het plein Bij de Put. Ik zal mij dan beperken tot de
dertiger en veertiger jaren, toen daar zo'n vijf en zeventig zelfstandigen woonden,
joden en niet-joden.
Wij hebben daar met plezier
gewoond en dat geldt ook voor
mijn kinderen, die er, naar eigen
zeggen, een leuke jeugd hebben
gehad. Iedereen kende iedereen
met z'n lief en leed.
Vooral in de dertiger jaren was
het voor de meesten hard
werken; twaalf tot veertien uren
in touw zijn was heel gewoon. En
toch was er sfeer en stijl, waar
over dominee Schaaf ook al
schrijft in 't Kleine Krantsje num
mer 404. Maar voor een buiten
staander die er niet heeft ge
woond is deze sfeer misschien
moeilijk te begrijpen.
DRUK VERKEER
Er was is die jaren in de Oude
Stad nog een druk verkeer, ook
van kijkers en kopers. Ook op
zaterdagavond - er was toen nog
geen sluitingstijd - wanneer de
joodse zaken na de sabbat weer
openden, deed nog menigeen
zijn inkopen - bijvoorbeeld bij
Gerrit de Wilde, drie pond run
derlappen voor een gulden.
Zestien slagers waren er toen in
deze buurt; nu zijn het er nog
maar twee. Alleen al in de Breed-
straat niet minder dan elf
Gerrit de Wilde, Hessel de Wilde,
en Mozes van der Kaars, allen
joods, verder Efdé Senior en Efdé
Junior, Zijlstra, De Bruin, Duym,
paardeslager Hoekstra, Gerben
van der Zee en K. de Boer,
wiens pand later bijgetrokken
werd bij de ingang van Zalen
Schaaf.
Slager Jan Efdé uit de Breed-
straat
Dan waren er nog de slagers Offe
Bottinga en Jochem Adema in de
Sacramentstraat en Zijlstra en
Van der Wees en de joodse slager
Van der Hoek in de Slotmakers
straat. Gelegenheden genoeg dus
om een stukje vlees te kopen.
In de Slotmakerstraat woonde
ook Attema, de bekende koop
man in witkalk voor de schoon
maak; dat riep hij dan, wanneer
hij langs de straten ventte.
NOODLOTTIG
De joodse winkelier Aaron de
uTwee foto's van de na-oorlogse activiteiten van de winkehersverem-
Igmg De Oude Stad. Oud interieur van een schoenmakerij (Van den
■Afefcer in de Breedstraat) en. dansen op de Put. Allemaal leven in
1de brouwerij!
Vries, in textiel en leder kleding
in dezelfde straat, kwam wel heel
noodlottig aan zijn eind. Komend
van een klant, ik meen in Joure,
wilde hij zijn auto starten, wat in
die jaren nog moest gebeuren
door middel van een zwengel aan
de voorkant. Daar de auto nog in
de versnelling stond, schoot de
wagen, toen de motor aansloeg,
meteen vooruit, waarbij De Vries
tegen het hek van een brug werd
doodgedrukt.
Uurwerkzaken in de Oude Stad
waren die van Hoekstra en Schel-
lingwou, welke laatste in de om
geving algemeen bekend was on
der de aanduiding 'Zand er over!
HOOGLOPENDE RUZIE
Natuurlijk waren er, behalve de
joodse gein, waarover dominee
Schaaf schrijft, ook wel eens min
der leuke dingen. Zo gebeurde
het eens, dat de joodse slager
Mozes van der Kaars, een tame
lijk driftig mannetje, een hooglo
pende riizie kreeg met de kruide
nier Wiener, die z'n winkel even-
eens in de Breedstraat had. Van
der Kaars wond zich zo op, dat
hij tenslotte naar zijn vrouw
schreeuwde: "Saar, Saar" (ze
heette trouwens Roosje), hou me
vast, of ik vermoord em."
Wiener, een sterke en boomlan
ge kerel, stak daarna zijn vinger
in het gat van een deksel van een
rioolput, tilde het loodzware
ding zomaar boven z'n hoofd en
zei doodkalm: "Wie must dou
vermoorde?" Van der Kaars
bond meteen in en wou wel
wegweze. Later werd de ruzie
wel weer bijgelegd.
In de Sacrementstraat, nu een
pakhuis van Fred van der Werff,
was ooit een grossierderij in por
selein en aardewerk van een
Schotsman. Die liet aan de Nieu-
weburen de eerste "wolkenkrab
ber" van Leeuwarden bouwen -
het is het pand, waarin nu La
Venezia zit. Een paar jaar gele
den kon je de naam Schotsman
nog boven aan de gevel lezen.
Boelens, de latere eigenaar van
Hotel De Pauw, had in die jaren
in deze straat een kaaswinkel,
net als Kempenaar, later Romke-
ma. En in de Breedstraat was de
kaaswinkel van Span.
ALLEMAAL JOODS
De snoep- en chocelateriezaken
waren allemaal joods. Judikje
Feitsma zat op de hoek van de
Put, waar nu Buurke is, Feitsma
was in de Breedstraat, Jetje Culp
in de Speelmanstraat en in de
Sacrementstraat had je dan Van
Velzen nog.
Kappers waren hier Ype Kramer
(die er trouwens nóg altijd
woont, nu al twee en zeventig
jaar lang!) Andries Dijkstra op de
Put en in de Monnikemuurstraat
zaten de compagnons de Lang en
Sonninga. Die hebben zich er zelf
uitgeconcurreerd.
De vijf schoenmakerijen waren
die van Van den Akker, Barends,
Van der Vegt, Ome Doris Straats-
ma en Yntema. Ook vijf rijwiel
zaken: Th. Weda, Van derVegt,
Van der Ploeg, Erich en de wedu
we Kaspersma, later Jan Dooper.
De weduwe Van der Ploeg had
een zaak in zuivelwaren in de
Monnikemuurstraat; haar zoon
Bouwe dreef later een radio- en
tv zaak aan de Oostersingel. Ook
woonde in deze straat Boonstra,
de voorzitter van de Bond van
Melkhandelaren.
Verder waren er nog de meubel
zaken van Van der Haag en
Nieuwehuis, en de smederijen
van Van der Veer, Spoelstra en
Dames. Tenslotte: tabakszaken
van Barend Cohen, Wouter de
Vries en Van Velzen.
GEZELLIG
Op mooie zomeravonden zag je
in de straten groepjes bewoners
Dagelijks verkrijgbaar:
Versch Runderkopvleesch
a f 0.20 ct. p p
Zware Koeharten met veel vet
er aan, vanat f 0.70 p stuk
Rundvet, prima 4 pond I 1.00
Versche Worst 4 pond I 1.00
Een advertentie van Gerrit de
Wilde uit 1935: Versch runder
kopvleesch twintig cent per
pond.
na gedane arbeid gezellig met
elkaar praten. Soms kwam Ber-
tus Veenstra met zijn ijscowagen-
tje nog wel eens langs om wat
ijsjes aan de man te brengen.
Nog zie ik de joden door de
Sacrementstraat lopen naar de
Synagoge om de Sabbat te vieren
en de joodse feestdagen Pasen,
het Loofhuttenfeest, de Grote
Verzoendag en Vreugde der
Wet. Veel van die mensen heb ik
gekend.
Ookelke joodse begrafenis
kwam door deze straat. Achter
de lijkwagen, getrokken door
paarden, liepen de familieleden.
Verder volgden de kennissen van
de overledene, soms druk pra
tend en gebarend. Voor de syna
goge bleef de wagen dan even
staan, waarna men verder ging
naar de joodse begraafplaats aan
de Jelsumerstraat.
Maar de joodse gemeente van
toen, de joodse gein, de sfeer, die
ook zij er brachten als bewoners
van dit stadsdeel, de gezellige
winkelstraten zonder auto's - het
is allemaal voorbij, onherroepe
lijk voorbij.
Na de oorlog werd er een winke
liersvereniging opgericht, "De
Oude Stad" en verschillende ma
len zijn er winkelweken gehou
den, eenmaal in middeleeuwse
stijl. Bij de ingang van elke straat
was een stadspoort opgericht met
imitatieramen van glas en lood.
Uithangborden met oud-
Hollandse opschriften, op de Put
een oude put en de winkeliers
allemaal in oude klederdracht,
's Avonds feestverlichting op de
Put en op een groot platform
traden muziek- en zanggroepen
op. In de straten, waar de winke
liers met hun etalages hun beste
beentje hadden voorgezet, was
het zeer druk.
VOORGOED VOORBIJ.
Maar ook dat is geweest. In de
loop van de zeventiger jaren
begon in enkele straten langzaam
de verloedering. Winkels werden
opgeheven, gesloopt of tot pak
huis gedegradeerd.
Gelukkig, dat er nu weer nieuwe
panden worden gebouwd en ou
de worden gerenoveerd!
Leeuwarden
T. Weda
De slagerij van Hessel de Wilde met de hele familie op de stoep