camera's en brillen in grote sortering
elfstedentocht
gaat door!
IJSPRET BLEEKERSTRAAT
JE WUDDE BEDANKT
CIRCUS
SCHNEIDER
festijn of fiasco?
midden in de Peperstraat 9
Tel. 124258
en Bilgaardpassage 56
Tel. 663682
foto IV LEEUWARDEN
"Elfstedenauteur" Fenno L. Schoustra,
schrijver van vier uitgaven over de
befaamde Friese schaatsmarathon
(waaronder het standaardwerk
"De schaatsen scherp - Elfstedentocht")
heeft zich nu afgevraagd, wat er allemaal
zal losbarsten bij het doorgaan
van de tocht.
64 pagina's;
formaat 24 x 17 cm,
geïllustreerd.
Te bestellen door
overschrijving
van 14,50
naar postgiro
98.10.62 t.n.v.
Fenno Schoustra's
Publiciteitskantoor,
Vredeman de
Vriesstraat 1
8921 BP
Leeuwarden.
Ook in de boekhandel en bij 't Kleine Krantsje
bleeker
Vervolg van pag. 9)
alleen maar vloeken, schelden,
hoongelach en bittere teleurstel
lingen.
Hij had geen besef meer van de
uren en de dagen. Soms rolde hij
halfdood van uitputting en slaap
op zijn koude bed om een paar
uur later weer de straat op te
gaan.
Het was gaan hagelen en sneeu
wen en het vroor nu dat het
kraakte. De oude hoed liep over
de oren, de handen in de zakken
en de kraag zover mogelijk om
hoog liep hij nu langs de stikdon
kere Nijlandsdijk.
Hij had op de kippenmarkt ge
hoord dat een boer bij de Bok-
sumerdam een bouvier had ge
kocht van een lapjeskoopman.
Hij had de boer gevonden, maar
het was zijn hond niet geweest.
Door de buitenwijken van Hui-
zum was hij nu, doodmoe en
moedeloos op weg naar het Hof
je.
Het moest kerstavond zijn.
Overal waren de gordijnen open
en overal waren de lichtjes van
brandende kaarsjes. Uit de war
me gezellige kamers klonk mu
ziek en stemmen zongen „Stille
nacht, Heilige nacht".
Hij was te erg geslagen om nog
kwaad te kunnen worden en hij
was te uitgeblust om alles wat
hem voor handen kwam door de
ramen te smijten om die lichtjes
die hem schenen te honen en te
bespotten, voorgoed uit te do
ven.
Hij wist niet meer hoe hij was
thuisgekomen, maar toen hij,
verstijfd tot op zijn botten, de
sleutel in het slot probeerde te
steken was daar opeens een schor
gejank van vreugde en werd er
een koude neus in zijn hand
geduwd.
De deur ging dicht en even later
viel er, voor de eerste keer sinds
weken, een lichtstraal naar bui
ten tussen de gordijnen die al die
tijd dicht hadden gezeten.
Er gingen uren voorbij en net op
het moment dat de kerkklokken
van de stad aankondigden dat de
eerste kerstnacht een feit was
ging de deur van huisje in het
Hofje open.
Een donkere schim keek omhoog
naar de miljoenen sterren die
daar ver boven aan de hemel
stonden en een schorre, ontroer
de stem zei: „Je wudde be
dankt!"
(Vervolg van pag. 11)
zijn groep vergiftigd zouden zijn.
Hij loofde 10.000 Mark uit als de
dader werd opgespoord.
Een financiële tegenslag kreeg hij
na zijn vertrek uit Rusland. Daar
hij het geld dat hij daar verdiende
niet over de grens mocht voeren,
zette hij alles in juwelen om,
maar hij moest die bij de grens
afgeven omdat het als smokkel
waar werd beschouwd.
Na de hele wereld doorkruist te
hebben, strandde hij in Italië
zodat zijn circus en leeuwen ver
kocht moesten worden. Hieraan
wijdde Fabricius zijn roman
'Leeuwen hongeren in Napels'.
Hij raakte zo in verval, dat hij in
Hamburg langs de café's moest
gaan met een aapje op de schou
der. Eenmaal probeerde hij nog
opnieuw te starten met een
nieuw idee, een varend circus,
maar het plan kwam niet tot
uitvoering.
Voor hij in het circus optrad had
hij al een romantische loopbaan
achter de rug. Hij werd in 1876 in
Saksen geboren. Eerst trok hem
de zee en van Hamburg uit voer
hij drie jaar ter koopvaardij.
Daarna lokte de vaste wal weer
en wierp hij zich op het bouwbe-
(Vervolg van pag. 15)
met hun krullen en bochten ons
voor de voeten te komen. Wij
vonden dat maar niks. Schaatsen
dat deed je op 't bekende Friese
model, op doorlopers en als je
geld had op 'Noren'.
In de lengte-as van de baan stond
rechts een gebouw, waar je sa
men een lekkere warme citroen
grog kon drinken. Nog zie ik ons
"met ondergebonden schaatsen de
houten trappen opklimmen.
Bijzonder feestelijk was het
avondrijden onder hoge boog
lampen. Af en toe was er ook
muziek. Het gaf alles een vrolijk
cachet. Je reed nog eens zo zwie
rig-
De wedstrijden op de ijsbaan in
onze goede oude stad hadden
door heel Friesland een goede
naam. Het puikje van de Friese
rijders verscheen daar aan de
start. Alles onder het strenge oog
van het bestuur van de baan.
Daar zijn recordtijden gemaakt.
De heren van het bestuur waren
zich dan hun waardigheid goed
bewust. Hoge hoeden onder
streepten dan die waardigheid.
Een bijzondere figuur onder hen
drijf, studeerde voor architect,
maar na zijn examen liet hij de
architectuur voor wat het was en
ging hij wielrennen en zo beland
de hij later in het circus.
In zijn loopbaan als leeuwen
temmer werd hij menigmaal door
zijn dieren aangevallen en ge
wond. Zijn wonden placht hij
met citroensap te behandelen.
Voor zijn dressuur-methode, die
alle wreedheid schuwde, werd
hem in 1932 de gouden medaille
zie ik nog voor me: de heer
Lampe. Hij moest wel opvallen
door zijn lijnen. Als het ijs nog
dun was moet het onder zijn
gewicht duchtig gekraakt heb
ben. Als het ijs hem hield was het
zeker voor ons betrouwbaar.
Het slot van de wedstrijdmiddag
had voor ons een speciale attrac
tie. Aan het eind van zo'n zware
dag moesten de heren van het
bestuur wel even bijkomen. Zij
kozen daarvoor altijd 'De Doe
len', het vijf-sterrenhotel van
Leeuwarden, onder de directie
van de kleine heer Hoven. Van
de ijsbaan ging het dan met de
muziek voorop naar dat hotel.
De heren lieten zich rijden in een
open calèche. Ik denk dat ze
daarvoor in De Doelen een extra
opwarmertje namen.
Wij vonden het een feest om arm
in arm in dichte rijen voor de
muziek uit al hossend onze stijve
van de Deutsche Tierschutzve-
rein verleend.
Ook in het begin van de oorlog
werkte hij nog, maar bij een
voorstelling bij Mahlow werd hij
in december 1941 door een zij
ner leeuwen aangevallen en zo
ernstig gewond dat hij naar een
ziekenhuis moest worden over
gebracht. Daar bezweek hij aan
zijn wonden. Hij was toen vijfen
zestig jaar oud.
Mantgum W. Goinga
benen los te lopen, 's Avonds
zat je dan een beetje huiverig met
rozige wangen al weer uit te
kijken naar het weerbericht.
Want de dooi mocht geen roet
gooien in onze ijsvreugden, die
hoe lang de winter ook duurde,
niet te breken waren.
Zo leeft de ijsbaan als een lich
tende plek in onze herinnering.
Ook die ijsbaan heeft ertoe bijge
dragen dat ik nu nog na al die
jaren kan zeggen: en ik was
gelukkig.
Amersfoort J. v.d. Linden
De arme hutbewoners te Twijze-
lerheide en Kootsterheide zijn
aangenaam verrast door de ont
vangst van een grote hoeveel
heid kleedingstukken, door de
Vrouwenvereeniging te Sneek,
bedoelende bevordering van
Christelijk Onderwijs, aan de
hutbewoners gezonden.
Groot was de vreugde der arme
bevolking. In sommige hutten
ziet men den man reeds met den
winterarbeid bezig, het maken
van teenen korfjes en de vrouw
loopt met het ineenvlechten van
een bosje rond. (1899)
PAS VERSCHENEN:
FENNO L.
Hij bestudeerde tal van draaiboeken en werkschema's
verdiepte zich in alle problemen, waarmee de
komende tocht te kampen krijgt.
De conclusie van zijn onderzoek: het wordt een
gigantisch festival, of - waarschijnlijker misschien -
een verschrikkelijk fiasco.
en