LEZERS IN DE PEN
ZIJ SCHOTEN HET VLIEGTUIG
UIT DE LUCHT...
NIET ZOMAAR EEN
SCHOOLFOTO
(vervolg van pag. 4)
Dat was dan een schrik, het paard
werd gauw losgesneden. Er gin
gen mannen in een bootje, het
paard zwom er achteraan, ze
hielden het hoofd van 't paard
boven water. Dan ging het door
Voorstreek en Tuinen op naar de
Kaai, waar het paard pas op de
wal geholpen kon worden.
Als ik naar mijn grootmoeder in
het Boshuysen Gasthuis ging,
stond ik ook vaak te kijken bij
Sterk de hoefsmid. Daar besloe
gen ze wel paarden. Als ze zo'n
heet hoefijzer onder kregen, en 't
dan ook nog vast genageld werd,
was 't wel griezelig. Maar de
mensen zeiden, ze voelen er niks
van en het paard stond heel stil.
Van grootmoeder kreeg ik altijd
een cent. Dan ging ik naar ,,'t
sentesjoodsje" in de Sacraments
traat, daar hadden ze een on
voorstelbare voorraad, dropjes,
snoepjes, staltsjes, caramels, klei
ne speeldingetjes voor een cent
of een nutske, een halve cent.
Wat stond ik lang te overwegen
wat nu 't lekkerste of mooiste
was, wat ik voor mijn cent kon
krijgen.
Op de hoek van de Peperstraat
was een prachtige grote hoeden
zaak van de dames Romkes.
vervolg van pag. 6
bonden was. Hij had één zuster.
Zij werkte eveneens bij het Sint
Anthony Gasthuis, en wel als
verpleegster in de zoekenboeg.
Albert heb ik pas in de oorlog
leren kennen, eigenlijk door Jelle
Veeman. Ik kende hem 'alleen
maar van gezicht'.
Albert Blomhoff was een intelli
gente jongen, die na zijn U.L.O.-
examen naar Duitsland werd ge
stuurd (de gehate 'Arbeitsein-
satz') om op de Siemens-
fabrieken in Berlijn te werken.
Maar wel op kantoor; hij beheer
ste het Duits erg goed.
Toen hij in de herfst van 1943
Daartegenover was ook een hoe
denzaak van mevrouw Walhe.
Een weduwe met haar dochters.
Mijn moeder kocht ook vaak een
hoed bij Chris van Duren, me
vrouw Van Duren-Noorman, op
de Put, hoek Speelmanstraat.
De pontjes, dat vond ik zo'n feest
daarmee te varen, hoe breder 't
water hoe mooier.
Als ik ergens heen moest waar ik
met de pont kon komen, vroeg ik
moeder een cent. Als ze een
royale bui had kreeg ik die, soms
zei ze, je loopt maar om, dan kom
je er ook wel. Dan had ik pech.
In de Peperstraat, de kant die
afgebroken is, had je eerste de
hoedenzaak van mevrouw Wah-
le, dan Schuitema, huishoudelij
ke artikelen. Brouwers school-
boekhandel (ging later naar de
overkant), Van der Goot, de
melkboer.
Verder kwam De Jong de groen
teboer. Als de asman kwam met
het paard voor de wagen, kreeg
het paard altij d iets van mevrouw
De Jong. Het paard liep altijd
direct door naar De Jong. En die
aslui maar roepen ho ho, dat gaf
niets. Als mevrouw De Jong niet
klaar stond, ging het paard zo ver
het kon de winkel in.
Leeuwarden
M.A. Stolte-Schuitema
met verlof kwam, heeft hij zich
ziek gemeld en dit steeds weten
te rekken. Was er een razzia, wat
in 1944 veelvuldig voorkwam,
dan ging hij eenvoudig in bed
liggen. Zijn zuster in verpleeg-
sterskleding was in de buurt en
de koortsthermometer op het
nachtkastje. Na de razzia dook
hij dan weer met weet ik wat
voor vervalste papieren in de
stad op. De zuster van Albert is
later met de bekende musicus-
organist Van der Veer getrouwd.
Albert Blomhoff verdronk op 17
november 1944 bij het Pontje bij
de Prinsentuin. Hij had toen ken
nis aan een meisje, dat in het Dia-
conessenhuis werkte. Elke avond
(Vervolg van pag. 7)
Op de grond, waar een hele
kudde schapen in doodsangst
door de sloten vliegt, komt de
zware brisantbom tot ontploffing
en zorgen dè honderden brand
bommen voor een vuur, dat nog
dagen duurt.
De Wirdumer politieman Ate de
Boer is een van de eersten, die
het wrak in het land van boer Piet
Schaap en de kolossale bomkra-
liep hij daar, bij het pontje, langs
het water, om vervolgens over de
Noorderbrug, links af, langs de
Singel, naar het Diaconessenhuis
te lopen. Hij kende de weg, ook
bij donker.
Op die datum moest men 's
avonds om acht uur binnen zijn.
Hij heeft haast gehad, is mis
schien laat van huis gegaan. Was
hij verstrooid? Dat was hij als
filosofisch mens vaak. Wie weet
het? Het is nooit opgelost. Hij
kon niet bijzonder goed, maar
toch wel wat zwemmen. Is hij in
het water geduwd? Hij had zijde
lings ook wel watsmet de illegali
teit te maken. Wat is het ge
weest?
Albert Blomhoff, die op 2 decem-
ter in het belendende weiland
van boer Arjen de Jong bereikt.
Hij vindt er de stoffelijke resten
van zes vliegers vlak bij; van
enkelen sloegen de lichamen
diepe gaten in de grond - ze zijn
deerlijk verminkt.
ZES DODEN...
Net als de geschokte politieman
zullen de eerste toegesnelde
Duitse militairen veronderstel-
ber 1944 21 jaar oud zou zijn
geworden, verdronk jammerlijk.
Op mij heeft dat toen zo'n indruk
gemaakt, dat ik van de kaart was
en dagen op bed bleef liggen.
Mijn slordigheid en onverschil
ligheid zouden mij later parten
spelen.
Aan de vooravond van de zeven
tiende november 1944 had Al-
bert mij nog een gedichtje laten
lezen, dat hij aan zijn meisje had
opgedragen. Is hij te veel in
gedachten geweest? Hij ligt be
graven met zijn ouders in een
familiegraf op de Noorderbe
graafplaats. Aan hem heb ik een
groot vriend verloren.
Dan staat op de schoolfoto Hyltje
Wierda. Hyltje Wierda werd op 3
len, dat de gehele bemanning om
het leven kwam.
Zes bemanningsleden, zes do
den.
■Maar er waren toch acht
mannen aan boord?
Waar bleven de resterende twee?
Over veertien dagen, in het twee
de deel van dit verhaal, zullen we
het wel zien.
FENNO L. SCHOUSTRA.
januari 1926 in Leeuwarden ge
boren. Hij werd in april 1945,
geheel onschuldig, met zijn
broers Murk en Klaas Wierda, bij
Dronrijp gefusilleerd. Wie kent
deze gruwelijke geschiedenis
niet? Hij mocht maar negentien
jaar oud worden.
En dan staat op de foto nog Hans
Andriessen. Hans was een zoon
van de bekende kruidenier An
driessen van de Nieuwestad.
Heel vroeger, al in de laagste
klassen van onze school, trof ik
Hans geregeld tijdens de z.g.
Zendingsreisjes naar Zwarte-
wegsend. Hij zou na zijn school
tijd op de Groen van Prinsterer-
school naar de Chr. H.B.S. in de
Kanaalstraat gaan.
Hans Andriessen was een idea
list, die in 1943 dienst nam bij
een zeker onderdeel van de Duit
se Wehrmacht. Ik noem dit on
derdeel niet bij naam, omdat
onder dit teken zo velen ver
moord en verleid zijn. Hij sneu
velde in de slag om Berlijn in
april 1945. Keerde nooit terug,
heeft dus nooit meer een ander
leven kunnen opbouwen en heeft
zich nooit kunnen rehabiliteren.
Drie jonge levens, in wezen zijn
het drie oorlogsslachtoffers. Ook
zij hebben in 1937 nooit kunnen
bevroeden, dat op 10 mei 1940,
en de jaren daarna, het leven zo
drastisch zou veranderen. Nie
mand heeft het gewild, niemand
kon het voorkomen. Wie denkt
nog aan hen? Misschien alleen
nog de familieleden.
Een schoolfoto is dikwijls een
soort bidprentje. Wat mij altijd
bij bidprentjes opgevallen is, is
dat nog even bij alles uit het
leven van de overledene wordt
stilgestaan. Bidprintjes zullen
ook langer bewaard blijven, dan
welk ander document.
Het waren allemaal fijne jongens,
ieder met een eigen karakter en
met een eigen levensopvatting,
en met ouders, die heel veel van
hen gehouden hebben. Hoeveel
verdriet zal hun verlies niet ver
oorzaakt hebben. Daarom is het
misschien wel goed om de foto
nog eens goed te bekijken en om
er nog eens bij stil te staan. Het is
dus niet zö-maar-een schoolfoto.
Ritsko van Vliet sr. Leeuwarden
UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
^^KÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊ
Een kleine tachtig jaar geleden, in 1903, heeft een zekere E. P. Nieuwenhuis deze prentbriefkaart van het Groot Schavenek verstuurd
aan "De Jongejuffrouw Avan Gelder p/a Mej. de Wed. S. MBoersma te Akkrum'
Op de kaart, uitgegeven door Dijkstra's Boekhandel, zien we heel wat bedrijvigheid, o.a. scheepjes aan de kade en een mooie vigelante
voor het Hotel Nieuw Friesland van Weidema. Links een pand, dat kennelijk is onthoofd.
Oberleutnant Heinz Snaufer, geflankeerd door de beide andere leden van zijn bemanning, Ofw. Fritz
Rumpelhard en Ofw. Wilhelm Gansier: zij haalden de Canadese bommenwerper naar beneden.