NIET MISSEN Er kon in vroeger jaren in de binnenstad van Leeuwarden haast geen foto worden gemaakt, of er stonden handkarren op. Dit zijn twee plaatjes van de verschillende delen van de Voorstreek met keurig aan de walkanten geparkeerd, een aantal van die zo nuttige middelen voor vrachtvervoer. De beide foto's boven tonen ons twee zeer bekende het maar tegen de muur an, het wordt er zo mooi van." 's Morgens kwam op zijn och tendwandeling Helmich door de straat van wie ik altijd een hand kreeg. Er heeft nog eens een stukje in 't Kleine Krantsje over hem gestaan en ik kwam te weten dat hij ooit inspecteur van politie is geweest. Het was een grote statige man, ik was er altijd een beetje bang voor. figuren van weleer, die we geregeld met hun handkarren in de stad konden zien; links de wel zeer populaire "Lollige Johannes" met zijn fruitkar op de Nieuwestad, rechts "De Vlampiep" met een kar vol knienevellen, even na de Kerstdagen gefotografeerd op de Tweebaks- markt. Ook kwam er op geregelde tijden een man met een bel door de straat, die dan riep: „Bij de Kie- peloop leit een boot met schol." Laatst stond er in 't Kleine Krantsje iets over de stomerij van Hoeksema, maar er was ook een stomerij in de Groningerstraat, die heette 'de Wilde'. Ik moest zaterdags mijn vaders frontje met boord daar vandaan halen, die was daar dan gewassen en gesteven, wat zondagsmor gens altijd het nodige gemopper van mijn vader opleverde, want de boordeknop wilde niet door het knoopsgat. Ook het verhaal over Schilkam pen maakte weer herinneringen bij me los. Ik heb daar weieens gespeeld met Corrie Drijver, die bij mij op de zondagsschool was bij meneer Bosman. Ook het winkeltje van Noordhof kan ik me goed herinneren. Noordhof liep ook met een bakkerskar en hij had een lange baard. Zo ziet u maar weer dat een foto in 't Kleine Krantsje een heleboel herinneringen bij iemand kan losmaken. Ik zou het Krantsje dan ook niet graag willen missen. Amsterdam D. Reisiger (vervolg van pag. 1 maar, alles kost een stuver of een dubbeltsje." In het voorjaar kwam er een man met een kar met witkalk. „Smijt De vele oude en fraaie foto's die we telkens weer in 't Kleine Krantsje kunnen bekijken tonen aan dat het destijds rustig en ook gezellig op en langs de straten en wegen was. Leuk en ook karakte ristiek doet het aan op vele oude foto's één of meer handkarren te zien. Deze voertuigen waren toen nog volop in gebruik. Wel haast elk bedrijf, hoe klein ook, had één of meer handkarren als vervoermiddel. En we weten al len nog wel hoe bakkers, melk handelaren. groentezaken, en ook bijvoorbeeld petroleumver- kopers met hun handkarren langs de huizen gingen. We herinneren ons zelfs nog de handkarren waar onder één of twee honden liepen die de dikwijls zwaarbeladen kar hielpen voorttrekkenAls kinderen waren we voor die hon den altijd een beetje bang, ze zagen er meestal wat dreigend uit. Anderzijds kon je soms zo'n medelijden hebben met die die ren, die toch eigenlijk ook werk dieren waren! ik, als grootvader ziek was, zelf met de turfkar er op uit. En eerlijk gezegd was je er al een beetje trots op, duwend achter de handkar, deel te nemen aan het verkeer op straat, dat hoofdzake lijk uit paard en wagens, een enkele auto, en fietsen en karren, en niet te vergeten de bakfietsen, bestond. Geleidelijk aan is de handkar uit het straatbeeld ver dwenen en kreeg het gemotori seerde vervoer al meer en meer de overhand. Terugdenkend aan mijn jeugd, zie ik in gedachten nog de vele handkarren, en het was soms een hele toer, met de kar vooruit te komen, als er veel sneeuw lag, vooral als je dan een hoogte op moest rijden. Er waren echter altijd mensen die je dan even een handje hielpen met duwen. De handkar zien we niet meer, maar op de oude foto's in 't Kleine Krantsje worden we er weer aan herinnerd, en dat doet toch goed. Heiloo P. H. Zwerver Zelf ging ik dikwijls met mijn grootvader, die een turfhandel had, als jongen met hem mee achter de handkar, om de met turf beladen kar, die uitgevent moest worden, te helpen duwen! Vooral in de kerstvakantie was dat een pleziertje! Want als de kar leeg was en we gingen weer huiswaarts dan mocht ik in de kar zitten en dat was voor een jongen toen een feest. Nu vinden kinde ren het heel gewoon in de auto mee te rijden, maar toen vonden we het al geweldig fijn, in een kar, of, nog mooier, op een paard en wagen te mogen meerijden. Toen ik van school af was, mocht

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 5