Friesland Bank Uw eigen bank f Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen ©ifc STOOMZUIVELFABRIEK Nóg een interessante foto van de Tweede Kanaalsbrug, maar nu van de andere kant genomen. Even wil ik reageren op de foto van de stoomzuivelfabriek aan het Nieuwe Kanaal in 't Kleine Krantsje nummer 429. Ook ik zag vreemd tegen deze foto aan. Als kind kwam ik vaak in deze fabriek om mijn vader af te halen, die daar chef kaasmaker was. Het huis links op de foto (van de brug af gezien) heeft, dunkt mij, niets met de zuivelfabriek te maken, maar was het huis van brugwachter Iedema, op de hoek van de Julianastraat. Op de andere hoek stond de directeurswoning van de zuivel fabriek, in mijn tijd was dat de heer Hornstra. Daarna kwamen de meikont- vangst-, de kantoor- en nog ver dere fabrieksruimten. Al met al gaan mijn herinneringen tweeën zestig jaar terug en is de foto in uw Krantsje nog van een oudere datum. Heerenveen Mevr. A. A. v. d. Bosch-de Vries ANECDOTE. Ik geef U hierbij een karakteris tieke anecdote van de brugge- wachter van de Vrouwenpoorts- brug voor de eerste wereldoor log. De kettingen waren al aange bracht en de brugwachter stond op het punt de brug open te draaien, toen er een deftige heer over de ketting stapte en de brug opliep. Onze brugwachter schreeuwde hem toe: "Ho daar, terug" of iets dergelijks, waarop de heer hem zeer uit de hoogte toevoegde: "Weet je wie je voor je hebt? Ik ben Pereboom, wethouder." De brugwachter wachtte geen seconde met zijn antwoord: "Ai waren jou de appelboom uut het paradies, as de bliksem van mien brug af!" Rotterdam Th. de Groot MENEER EZEL Maanden geleden schreef uw abonnee M. T. M. van Weering- Postma uit Soest in 't Kleine Krantsje iets over een aubade bij Us Heit ter gelegenheid van de verjaardag van koningin Wilhel- mina. Graag wil ik u een aardige "anek dote" over M. T. M. Postma vertellen. Zij zat als meisje, sa men met haar vriendin Reina de Vries en ondergetekende op de Rijks H.B.S. Wij hadden Engels van de heer Stibbe. M. T. M. die op de voorste bank zat bij de lessenaar, kreeg een beurt. De leraar Stibbe vroeg: "A don key, Minke. is een. En wat antwoordde de leerlinge, zeer ad rem? "A donkey, meneer. is een ezel". Dat gebeurde omstreeks 1914 en wat de reactie van de heer Stibbe is geweest, weet ik niet meer. Maar wel, dat de hele klas inwen dige pret had. Leeuwarden N. de Vries MUZIEK Met belangstelling las ik in 't laatste nummer het artikel over de muziektent in de Arenstuin. De meeste Leeuwarders van mijn leeftijd (1914) zullen daar plezie rige herinneringen aan hebben. Op zaterdagavonden in het zo merseizoen werden daar de openluchtconcerten gegeven. Geld om uit te gaan had je niet. Radio had vrijwel nog niemand, daar stond je als kinderen naar te luisteren bij "Pinkje" op de Voorstreek, die altijd haantje de voorste was als er een of andere nieuwigheid wès. De muziekuit voering kostte niets. We waren op dit gebied nog niet zo ver wend en wij vonden het mooi. Het was rondom de tent altijd gezellig met jongelui, die hun afspraakjes maakten op die plaats. Muziek blijft in 't geheugen han gen. Zo hoor ik een enkele maal nog wel eens een wat "ouder wets" maar melodieus stuk, dat een snaar bij mij aan 't trillen brengt. Ik had dat vroeger ge hoord in de muziektent. De mu ziekcorpsen wisselden. Nu eens was het "Looft den Heer", dan weer "Ons Genoegen" met zijn pittige directeur Piet de Ruiter, dan weer de Lyempf die een vakman uit het leger had aange trokken als dirigent. Een kapitein Van Leeuwen die soms wel eens op het laatste nippertje uil Assen arriveerde en dan in zijn militaire uniform stond te dirigeren. Onze sympathie ging uit naar de arbeidersmuziekvereniging "Ons Genoegen". Ik herinner me dat er eens een rel is geweest toen De Ruiter op de Langepijp de muzikanten front liet maken naar het publiek. Vroeger speel den ze met de rug naar het publiek en het front naar de Herensociëteit. Waar ik het over wilde hebben is over kapitein Van Leeuwen. Van een Zeeuwse vriend, die direc teur is van enige muziekcorpsen, hoorde ik dat de heer Van Leeu wen nog in leven is niet alleen maar dat hij zich nog hevig met de muziek bezig houdt. Hij is altijd bij de muziekconcoursen aanwezig. Ik weet niet of hij nog in de jury zit maar hij moet er voor zijn leeftijd nog prima uit zien en hij is al over de negentig, 't Is misschien aardig voor Uw redactie om nog eens contact met hem op te nemen. Hij zal nog best herinneringen en misschien fo to's van die tijd hebben. Haarlem K. Faber JULIANASCHOOL Toen ik in 't Kleine Krantsje een schoolfoto zag met leerlingen van de Julianaschool in 1917 werd ook de naam Van der Kal len genoemd. Ik dacht eerst aan Havank, de bekende schrijver van detectiveverhalen. Maar het was een jongere broer van Ha vank, een nogal opschepperig jongetje - zijn vader had immers een pettenwinkel. Dit vertelde mijn broer, die bij hem in dezelf de klas zat. In datzelfde jaar '17 zat ik in de vijfde klas. H. van K(allen) zat in de zevende, ofwel de eerste Mu loklas. Toen ik in mei 1914 op de Julia naschool kwam, kwam ik bij meester Polman. Wij zeiden daar nooit 'meester', maar altijd 'me neer'. Meneer Polman, die reser ve-officier was, moest in dienst, toen drie maanden later de eerste wereldoorlog uitbrak. Er waren negen klassen aan de school; de laatste drie waren Muloklassen met drie moderne talen, Frans, Duits en Engels. Van de veertig jongens van een klas haalden er een tien of twaalf de hoogste Muloklas. Zoals op meer scholen hadden ook hier verschillende leerkrach ten een bijnaam. Het school hoofd, meneer Jacobs, was De Kale, Adema was De Rooie, We- da was Pappe, Feddema, een zware man De Vetpot, Koelman, die wat mank liep en uit Harlin- gen kwam, De Tobbedanser en Juf Greep was Catootje. Juf Greep gaf in de vijfde klas ook Frans; dat was in die jaren nog de wereldtaal. Meester Jan sen was ook gymnastiekonder- wijzer. Hij rookte wel eens een pijp of een sigaar in de klas en hij kon prachtige kringen blazen en blies er dan weer een kleiner kringetje doorheen. De sigaren- peuk prikte hij op een speld, wanneer hij de peuk niet meer in zijn handen kon houden. Dan waren er nog meester Bres son en de Juffen Ten Brink, Van Erp en Siemens. Van meester Jansen, die er een soort droge humor op nahield, heb ik nog mijn bijnaam op school te danken. Heel wat jon gens hadden toen een bijnaam. Op weg naar school vanaf de Van Sytzemastraat viel er heel wat te beleven, 's Winters op de spoor- sloot nog even skotske lope, 's zomers nog even salamander- vange. Wachten bij de geopende eerste Kanaalsbrug of even bij meester Bresson kijken, die aan het karpervissen was. Ook was er wel eens flauw water met kleine en grote vissen, die naar lucht happend langs de walmuur zwommen - dan probeerden we ze wel eens met een koperdraad je te vangen. In het veilinggebouw tussen de Oosterbrug en de Keizersgracht, waren de Sinnema's, die daar op vrijdagen vis verkochten. Ook waren er vaak boten, die er fruit en groenten losten voor de vei ling op de Oosterkade, waar Rooie Dijkstra, de veilingmees ter, staande op een groentekist, razendsnel de aangevoerde waar stond af te mijnen. Daar probeer den we natuurlijk nog wel eens een appeltje te pikken. Met al die afleiding onderweg dacht je niet altijd aan de tijd en het gebeurde nog wel eens, dat je te laat op school kwam. Zo ook op een middag, toen iedereen al op z'n plaats zat. Meneer Jansen draaide zich om en zei droog weg: „Kom, daar hebben we de Nachtschuit ook nog." Er ging een daverend gejuich op in de klas en zo lang mijn schooltijd duurde, had ik mijn bijnaam! Mijn klasgenoten zullen zich dit voorval nog wel herinneren. Van de leerkrachten uit mijn schooltijd had ik een foto maar ben die helaas kwijtgeraakt; wel heb ik nog een foto uit een wat latere tijd, toen ik al een paar jaar van school was. Daar staan trou wens de meeste leerkrachten uit. mijn eigen tijd ook nog op. Staande van links naar rechts de heren Terpstra, Adema, Weda, Swart en Koelman; zittend me neer Feddema, Juf Siemens, het Hoofd der School, meneer Van Stralen, meneer Jansen en Juf Van Erp. Als ik me niet vergis leeft er van hen niemand meer. Leeuwarden Th. Weda

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 4