KOSTELIJKE HERINNERINGEN AAN VROUWENARTS VROMEN "ZEG VAN KOLLEM, WAAR LAAT JE AL JE KAK?" Een zeer bekende en popidaire figuur in het vooroorlogse Leeuwarden was Dr. M. Vromen, vrouwenarts in de Prins Hendrikstraat. De heer Vromen bewoog zich ook op politiek terrein; hij was lid van de Leeuwarder gemeenteraad voor de Vrijheidsbond. Verder was hij voorzitter van de Afdeling Leeuwarden van de Nederlandse Zionistenbond en praeses van het Nederlands Israëlisch Armbestuur De heer Vromen ontkwam als Jood aan de verschrikkingen tijdens de Duitse bezetting door al veel eerder te emigreren naar Palestina. Na de oorlog dook hij plotseling weer in Leeuwarden op. Toen een kennis dat vreemd vond, omdat hij meende, dat het Vromen in Israël zo goed beviel, moet de arts het grapje hebben gemaakt: "Wel nee man, veel te veel joden daar. In dit verhaal haalt een van onze abonnees herinneringen aan Dr. Vromen op, waarbij ook de niet minder bekende joodse tandarts Maurits van Kollem van het Ruiterskwar- tier en eveneens lid van de Leeuwarder gemeenteraad, ter sprake komt. Zat dokter Vromen voor de Vrij zinnig Democraten in de Leeu warder gemeenteraad, tandarts Van Kollem had in hetzelfde college een zetel voor de S.D.A.P. De rasgenoten waren niet be paald van elkaar gecharmeerd. Vromen vond Van Kollem een poenig man, die zich wel tandarts noemde, maar in feite niet meer dan een tandtechnieker was. Eens, toen Hitler in Duitsland al aan de macht was, moest de gemeente nieuwe vuilniswagens aanschaffen en de raadsleden werden verschillende alternatie ven voorgelegd. Uitgerekend Van Kollem hield toen een vurig pleidooi ten behoeve van een. Duits merk. Waarop Vromen het woord vroeg: "Meneer de voor zitter, mag ik na dit betoog van een technieker, nu dit van een technicus horen?" In dezelfde periode hield een christelijk-historisch raadslid een rede, waarin hij telkens werd onderbroken door Van Kollem, die als zo vaak, ook nu met opvallend witte slobkousen aan de raadstafel zat. WIT VOETJE De spreker, geïrriteerd door de herhaalde interrupties, verzocht tenslotte via de voorzitter van deze onderbrekingen ver schoond te blijven, "maar niet meneer de voorzitter, omdat ik enig persoonlijk bezwaar tegen deze afgevaardigde heb - inte gendeel, ik waardeer hem zeer." Waarop Vromen, met een duide lijke blik op de slobkousen, op merkte: "O nee, die heeft bij ons allemaal een wit voetje!" Dat Van Kollem daarop schielijk zijn voeten onder de tafel introk, maakte de hilariteit alleen nog maar groter. Toen de brug bij de Westersingel eens geruime tijd openstond vormde zich een lange rij auto's, waaronder een prachtige nieuwe slee van Van Kollem. Andere autobezitters kwamen er met ja loerse blikken omheen staan. Onder hen ook dokter Vromen die er wel wat meer van wou weten. ONZINNIGE VRAAG. "Zeg Van Kollem, waar heb je nou je w.c.?" "Nareageerde Van Kollem, "weer zo'n onzinnige vraag van Vromen!" "Waar laat je dan al je kak?" repliceerde Vromen onmiddel lijk. Eens werd er langdurig geproce deerd over het bezit van goede ren, die volgens de hervormde gemeente van haar waren, maar volgens de burgergemeente niet. B. en w. wonnen het proces en werden daarmee door enkele raadsleden gefeliciteerd. Dit tot ergernis van een afgevaardigde van de C.H., die op grond van de stukken meende te kunnen be wijzen, dat de goederen toch wel degelijk aan de hervormden had den toebehoord. "Meneer de voorzitter" sprak een katholiek raadslid toen plechtig, "mag ik de geachte af gevaardigde eraan herinneren, dat eenmaal, toen wij allen nog tot eenzelfde kerk behoorden, deze goederen ook tot die ene en enige katholieke kerk behoor den?" Waarop Vromen opsprong: "Me neer de voorzitter, mag ik mijn voorouders vrijpleiten van alle schuld?" Op een avond kocht Vromen een krant voor hij met de trein op reis ging naar Heerenveen. In de coupé tegenover hem zat een man, die zich kennelijk ver veelde. "Wilt u deze krant soms ook inkijken?" vroeg Vromen vrien delijk. "Nou nee, dank u wel" zei de man. Maar na een poosje kwam hij er op terug. "Ik zou nu toch wel graag even die krant willen lezen", zei hij. Waarop Vromen reageerde met: "Accoord, maar nu moet u hem huren Als arts werd Vromen eens ge roepen bij een vrouw van een binnenschipper aan de Willems kade. De vrouw moest bevallen en had het ontzettend benauwd. "Ik blijf wel bij haar in de roef" zei Vromen toen tegen de schip per, "breng jij het schip zo gauw mogelijk naar het Diakonessen- huis daar kunnen we haar beter helpen". De schipper, doodzenuwachtig, pakte z'n vaarboom en duwde het schip naar de Vrouwen- poortsbrug. De brug werd ge draaid, maar daar botste het schip met een daverende klap tegen een van de pijlers aan. HOEFT NIET MEER. Direct daarna zag de verbaas de schipper het ronde hoofd van dokter Vromen uit de roef te voorschijn komen: "het hoeft niet meer" riep hij, "t is al klaar. Vromen die behoorde tot de art sen met principiële bezwaren te gen het plegen van abortus, kreeg eens bezoek van een Fries meisje, dat verloofd was met een jongen, die zijn opleiding nog niet had kunnen voltooien. Zij was zwanger en zei, dat ze onder deze omstandigheden de zorg Deze foto is in februari 1937 gemaakt, toen het vijf en tivintig jaar ge leden was, dat Vromen promoveerde tot arts. voor een kind niet op zich kon nemen. Of dokter haar niet kon helpen? Vromen weigerde resoluut, maar niet dan na het geven van een goede raad: "Meisje, laat alsjeblieft je kindje komen. Pak heel hard aan, zoek werk, dat je kunt doen zolang je verloofde nog niet klaar is. Je zult harde jaren krijgen, maar daar zullen jullie je samen doorheen moeten slaan". Een kleine twintig jaar later moest Vromen voor het Groene Kruis spreken in een dorp in de buurt van Leeuwarden. Toen hij het café waar de vergadering zou plaatsvinden binnenkwam, werd hij door de waardin begroet. "Dokter" zei ze, "U kent me waarschijnlijk niet meer. Maar ik ben dat meisje, dat indertijd bij U is geweest en dat U toen weigerde te 'helpen'. Mijn man en ik zijn U iedere dag nog dankbaar voor de raad, die U toen gaf. Komt U even bij ons in de huiskamer? Kijk, dit is onze dochter - is 't niet een beeldscho ne meid?" Tijdens een lezingavond in de Leeuwarder Synagoge werd er fel gediscussieerd over zionisti sche stellingen. Het bekvechten werd zo hevig, dat Vromen de zaal woedend wou verlaten. Hij stond op en opende, tot heimelij ke vreugde van zijn opponenten, In gezelschap was tandarts Van Kollem letterlijk en figuurlijk graag het stralende middelpunt. Bekijk oude foto's en. hij staat altijd in het midden vooraan. Zo ook op deze plaat van de Friese Motorclub, in 1922 gemaakt. Hier zit hij trouwens, op een van de drie stoelen, die er beschikbaar waren. Het is de man met de mooie pet. niet de deur bij de uitgang,-maar per vergissing de deur van een grote kast, waarin hij gedurende een paar pijnlijke seconden ver dween In de tijd, dat hij arts was in militaire dienst, moest hij eens in duizend haasten naar een zieke toe. Snel griste hij wat van de kapstok en sprong in zijn uniform op de fiets. Waarna de Leeuwar ders, die hij passeerde, niet wis ten wat ze zagen: een militair met een gleufhoed op INNERLIJK BEWOGEN Zelf heb ik Vromen leren ken nen en waarderen tijdens mijn werk voor de revalidatie van lichamelijk gehandicapten. Hij was vooral de man, die met de opbrengsten van kinderpostze gels zoveel mogelijk steun wou geven aan kinderen en hun ou ders. Je merkte telkens, hoezeer hij 'innerlijk bewogen' was als je over hun problemen sprak. Met een viertal artsen bezochten wij enkele tehuizen in Denemarken, o.a. een met vrij ernstig spasti sche kinderen. Toen we het ver lieten was Vromen erg stil en aangeslagen. "Waarom ik ge zond en die kinderen zo?" ver zuchtte hij, "ik kom daar niet uit". De vergaderingen van onze "Commissie voor het Gebrekki ge Kind" in die jaren waren vooral van betekenis door dokter Vromens aanwezigheid. GECHARMEERD De voorzitter, professor Horn- stra, even gecharmeerd van Vro men als ik zelf, sputterde eens "Revalidatie, tegenwoordig heet alles revalidatie, revalidatie van gevangenisboeven, revalidatie nu ook al van prostituees". "Zeker Hornstra" reageerde Vromen, "heel terecht; je beter geschikt maken voor je taak- dat is revalidatie". Tenslotte: ik heb dokter Vro men nog een paar keer ontmoet in zijn laatste jaren. Hij kreeg keelkanker en hij wist uiteraard wat hem boven het hoofd hing. Maar hij droeg dat lot eerlijk, zonder enig zelfbeklag, respecta bel! Wat ben ik blij dokter Vromen in mijn leven te hebben ontmoet!

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 5