HERINNERINGEN AAN KAASHANDEL
IN VOOROORLOGSE JAREN
ER WAS GELD TE VERDIENEN
MET ONZE OUDE KRODE
Als abonnee vanaf het eerste uur
is bij mij door 't Kleine Krantsje
heel veel naar boven gekomen,
zowel mooie als minder mooie
herinneringen. Steeds zie je naar
't volgende Kleine Krantsje uit
om weer "nieuwe oude herinne
ringen" aan je brein te laten
voorbijgaan. Je voelt je gewoon
één met 't Kleine Krantsje, en ik
denk dat veel lezers en lezeres
sen dat ook wel zullen voelen.
Een speciale herinnering aan
vroeger werd bij mij opgewekt,
toen ik weer eens een oplossing
voor de fotoprijsvraag bij de
redactie in de bus gooide en op
het pand er naast in de Vredeman
de Vriesstraat een bordje ontdek
te met de naam "Freia" er op: bij
dit bedrijf immers had ik in een
lang verleden gewerkt!
PAKHUISKNECHT
Het was in 1937, toen ik zestien
was, dat ik bij Freia in dienst
kwam als pakhuisknecht. De fir
ma was toen gevestigd aan de
Schrans waar nu de firma Tam-
minga nog een kaaspakhuis
heeft. Freia had een melkfabriek
in Veenwouden en in de Schrans
hadden we de opslag voor kaas.
Bijna dagelijks kwam er een gro
te melkwagen aan met zowel
boter als kaas. Dat waren de
zogenaamde melkrijderswagens,
waarmee de melk bij de boeren
werd opgehaald.
De directie bestond destijds uit
de heren K., W. J. en J. Anema.
De heer K. Anema bemoeide
zich eigenlijk alleen maar met de
zaak in Veenwouden, maar hij
woonde hier in de Wijbrand de
Geeststraat en reisde elke dag
naar de fabriek in de provincie.
De heer W. J. Anema woonde
aan de Troelstraweg en beheerde
de zaken in de Schrans. De va
der, de heer J. Anema tenslotte
woonde in de Alma Tadema-
straat; hij liet zich nog wel eens
zien, maar bemoeide zich toch
niet zo veel meer met de zaak.
Het personeel in Leeuwarden
bestond uit chef Van der Werf,
Klaas Brouwer, die alles moest
afwegen en ook de afgewogen
kaasorders moest doorgeven
naar het kantoor, chauffeur
Frans Wouters, die, als ik het wel
heb, twee en veertig j aar in dienst
is geweest, Jan van der Veen, die
achter de schrapmachine stond.
Piet de Vries, de zoon van de
orgelman, die er voor het paraffi-
neren was. Johan Elzinga uit
Zwaagwesteinde en Eise van
Beets uit Hardegarijp voor het
onderhoud en ondergetekende,
die evenals Elzinga en Van Beets
naar de kaaszolders moesten, als
er geen ander werk was te doen.
Het kantoorpersoneel bestond
uit de heren De Visser, hoofd
boekhouder, Frans Berends,
wiens ouders een sigarenwinkel
hadden aan de Zuidergrachtswal
en de jongste bediende, Jac. Vel-
lenga, het latere gemeenteraads-
en kamerlid.
Ook was er nog een G. Buis, maar
die had een eigen afdeling op het
Hoogpad, want in de Weerklank
hadden we ook nog een pakhuis,
dat doorliep tot het Vliet. Daar
naast woonde ook Piet de Vries
met zijn ouders en broer Geert.
STADSORGEL
De vader en grootvader van Piet,
ik zei het net al, waren de eige
naars van het zo mooie stadsor-
gel, waarvan ik me nü even
afvraag, waar het gebleven is.
We hadden dus Frans Wouters
als chauffeur en zoals het nu
vanzelfsprekend is, dat een be
drijf een auto heeft, was het beidt
van een eigen vrachtauto in die
jaren nog een uitzondering. Ook
verschillende andere kaashande
laren hadden bij mijn weten al
een vrachtauto: Gropdsma in de
Schoolstraat, Weerstra in de
Arendsstraat, Posthumus en Van
der Rijdt aan de Willemskade en
de Emmakade, Betz en Jay aan
de Willemskade.
DE LIJEMPF
Dan was er natuurlijk nog de
Lijempfin de Fabriekssteeg,
maar die vervoerde alle kaas via
de stalhouderij van Zetstra en
Hiemstra aan het Zaailand.
De Frico had behalve aan de
Snekertrekweg pakhuizen aan
de Willemskade op de hoek van
het Wagenplein. Ook zat er nog
een kaaspakhuis op het Wagen
plein zelf; er naast was een soort
hotel-café.
Dan waren er nog kaaspakhuizen
van De Jong aan de Romkeslaan,
Veldkamp, Hollanderdijk, Botte-
ma, Zuiderplein en Dames aan
het Blokhuisplein en er zat er nog
een in de Klanderijstraat. Wie
weet er nog meer en waar zijn ze
gebleven?
In het laatst van '38 verhuisde
Freia van de Schrans naar de
hoek van de Romkeslaan en de
Zuidergrachtswal, het pand
waarin nu het jongerencentrum
Het Vliet gevestigd is.
Ik meen dat het in 1956 was dat
Freia nogmaals verhuisde, nadat
de fabriek was afgestoten, naar
het huidige adres aan de Vrede
man de Vriesstraat, waar het
bedrijf in een deel zelf nog han
del drijft, terwijl een ander deel is
yerhuurd aan V.E.B.O. Kaasex
port.
Een zoon van de heer W. J.
Anema, namelijk Klaas Anema,
is nu directeur-eigenaar. Deze
heer K. Anema Jr. kwam in de
jaren dat ik er werkte ook na
schooltijd al steeds naar de zaak,
mogelijk om ingewerkt te wor
den. Het was in die tijd al zo, dat
er geen onderscheid werd ge
maakt tussen het zoontje van de
directeur en een gewone loop
jongen; er gold geen pardon en
iedereen moest mee aanpakken.
Dat was vooral het geval, wan
neer er zogenaamde Duitse or
ders waren, eenmaal per maand.
Dan moest er ook veel kaas
ingepakt worden in papier. Voor
Engeland moest het eerst in
cellophaan papier en dan nog
eens in kistjes of kratten, maar
voor Duitsland was alleen papier
voldoende.
De vrachten kaas brachten we
naar het spooremplacement,
waar verschillende transportbe
drijven vertegenwoordigd wa
ren. Ik herinner me, behalve Van
Gend en Loos, Vogelpoel en
Noorwegen, waar Johan Vossen-
berg werkte,de firma Gerlach,
waar Jaap Vossenberg werkte,
een broer van Johan - die ver
zorgde hier de hele papieren
rompslomp, de zogenaamde con
senten, ofwel geleidebiljetten.
De firma Laumen werd vertegen
woordigd door een meneer De
Groot; ook de R.S.K. was er
present.
VERDWENEN
In de naoorlogse jaren zijn deze
kantoortjes zo voor en na ver
dwenen. De heer Jaap Vossen
berg is toen voor de firma Ger
lach naar Enschede verhuisd en
vertrok later rfaar Amsterdam -
ik weet toevallig, dat hij ook op 't
Kleine Krantsje is geabonneerd
en mogelijk dat hij nog eens iets
van die tijd bij Gerlach kan ver
tellen.
Freia had een zeer bekende
naam, ook voor zijn nagelkaas en
dat bleek wel omdat ze in Veen
wouden de nagelkaas voor de
Frico maakten en dat betekende
wel wat, omdat tenslotte de Frico
ook zijn eigen fabrieken had.
JOODSE KAAS
Ook was in Veenwouden de fa
bricage van de "Joodse" kaas en
boter - die kaas moest dus kosher
zijn en daarvoor kwam opperra-
bijn Levisson elke week een of
twee dagen naar Veenwouden.
We konden deze kaas altijd als
kosher herkennen, omdat er een
groot rond stempel op kwam.
Vrijdags moest ik hier in de stad
de joodse orders rondbrengen en
ik kwam dan bij de dames Van
Gelder in de Tjerk Hiddestraat,
bij Cohen in de Speelmansstraat
en bij Keizer in de Breedstraat. 's
Winters moest ik er wel voor
zorgen in verband met de Sab
bath de bestellingen voor zons
ondergang rond te hebben. Al
leen de heer Keizer vormde een
uitzondering: voor hem moest ik
een lampje aansteken en voor de
moeite had hij dan een sigaar
voor me klaar liggen.
Leeuwarden
R. Poelstra
In verschillende afleveringen van
de Huizumer Herinneringen
wordt een klein landweggetje
beschreven dat begon achter het
kerkhof bij de Oude Potmarge.
Eerst kwam er een klein brug
getje met een ijzeren klaphek,
vervolgens liep het door verschil
lende landerijen en eindigde op
het Juffersreedje.
Wat de auteur niet vermeldt is,
dat ongeveer halverwege een ta
melijk brede sloot gepasseerd
moest worden. Daar lag een ca.
twintig centimeter brede plank
over met aan één kant een leu
ning.
DISCUSSIEGROEP
Dit is zo ongeveer de lokatie
waar zich omstreeks 1931 een
ongeval heeft voorgedaan waar
uit zich waarschijnlijk de eerste
discussiegroep van Nederland
heeft ontwikkeld.
Eén van mijn vriendjes had een
oude krode (kruiwagen) op de
kop getikt. Weldra bleek dat daar
geld mee te verdienen was. Ver
schillende buren wilden graag
koemest voor hun tuintjes heb
ben.
Welke slimmerik op het idee
kwam weet ik niet meer, maar
daar zouden wij wel eventjes
voor gaan zorgen. Wij op pad,
vier man sterk met een oude
krode.
Via het boven beschreven weg
getje naar het Juffersreedje.
Vlak bij de stroopfabriek woon
de boer Kiestra in een wit huisje
dat niet veel weg had van een
boerderij maar het klopte toch.
Onze handelswaar werd ingela
den en de overeengekomen
koopsom door ons voldaan, zeg
ge 0,03. Toen terug naar de
bewoonde wereld.
De moeilijkste passage was die
plank met leuning aan één kant.
Heel voorzichtig de plank op, het
ging allemaal goed maar midden
op de overbrugging raakte het
wiel naast de plank, de króde
kiepte om en de kak lag in de
plomp. De luid kwakende kik
kers die witte ballonnen uit hun
mondhoeken bliezen en op el-
kaars ruggen paardje reden wer
den er stil van.
De krode werd naar de kant
gesleept en daar zaten we dan.
De lading was natuurlijk niet
verzekerd. Waarschijnlijk is dit
de historische plaats waar zich de
eerste Nederlandse discussie
groep vormde. Vier verschillen
de personen, vier verschillende
meningen, veel lelijke woorden
en iedereen heeft het grootste
gelijk.
VIER MENINGEN
Als dit werkelijk het prehistori
sche begin is geweest, dan is er
sindsdien in feite niet veel veran
derd. De één wilde er meteen
mee stoppen, hij zal het wel niet
ver gebracht hebben in de we
reld. De ander vond dat we ons
aan onze afspraken moesten
houden, hij zal nu wel een goed
lopend servicebedrijf hebben.
Nummer drie had zakeninstinct.
Op zijn dringende advies werd
alles gecontroleerd op onze kapi
taalsreserve. En ja hoor, die ver
velende doordrammer kreeg zijn
zin. Het benodigde handelskapi
taal van 0,03 kwam boven
water. Ik geloof dat die vent nu
directeur is van één of andere
multinational. In ieder geval gaat
hij nog altijd om met veel kak.
Hopelijk wordt hij nooit minister
van financiën, dan houden we
helemaal geen cent over. Ik was
de zwijgende meeloper, in het
gunstigste geval boeroeper. Je
hoeft dan niet zoveel te weten en
meestentijds weet je eigenlijk
ook niet goed waar het om gaat
of wat er de gevolgen van zijn
maar je kunt er in ieder geval aan
mee doen. Deze groep is intussen
geëvolueerd tot de onmisbaren
en dus de belangrijksten.
We waren het eens geworden en
gingen terug naar boer Kiestra
om een nieuwe lading te halen
maar besloten nu via het Juffers
reedje en de Schrans te gaan. Dat
was niet alleen een flinke omweg
maar we moesten nu over de
hoge brug van de Zwarte Planke.
Ongeveer honderd meter voor
de brug werd het tempo flink
opgevoerd en met een uiterste
krachtsinspanning kwamen we
boven op de brug. Naar beneden
was natuurlijk geen probleem,
we konden nu remmen met de
poten van de krode.
Na een paar meter ging dat hele
maal fout. De poten braken on
der de krode af. Met een paar
snelle reacties en veel tegen
woordigheid van geest kwamen
we toch zonder al te grote verlie
zen beneden. Zo hebben wij de
Zwarte Planke voor ëen ramp
weten te behoeden. Wel was het
noodzakelijk onze bekakte
handjes in het onvolprezen water
van de Wirdumer vaart te reini
gen.
Via het Juffersreedje, de Schrans
en de Borniastraat bereikten we
de plaats van bestemming zonder
noemenswaardige problemen.
DIKKE WINST
Onze afnemers bleken veel be
grip te hebben voor ons bedrijfs
risico. Ons verloren gegane be
drijfskapitaal werd volledig ver
goed. Toen we tenslotte onze
winst en verliesrekening hadden
opgemaakt bleken we een winst
te hebben gemaakt van 0,07
per man. Uiteindelijk dus geen
slechte dag.
Arnhem
Abe