Friesland Bank Uw eigen bank SCHOOLREISJE Opgewekt door de spontane reacties op hetgeen ik schreef over mijn jeugd op de Voor streek, kom ik nu met een foto uit 1927. Ik neem aan, dat het de derde klas van de Hofschool is tijdens een schoolreisje naar Ap pelscha. Voor zoiets spaarde je gedurende een heel jaar door elke maandag een dubbeltje mee te brengen. Op de grote dag - en de nacht tevoren kon je bijna niet slapen van de spanning- kreeg je enkele gesmeerde boterhammen mee en een vrucht. Dat ging vaak in een z.g. botaniseertrommeltje, groen gelakt met een bont deksel en dat hing aan een riem om je nek. Kinderen die veel aten hadden ook wel een klein rugzakje. Snoep mochten we niet meene men, want daarvoor zorgde de juffrouw onderweg. Er ging een blik Verkade biscuits mee en verder toffees en peerdrups. Het twaalfuurtje vond plaats in een café met speeltuin. Daar mocht je kiezen tussen melk en Ranja bij je boterham en ieder koos Ranja, behalve de heel bra ven. Zo'n blad met rinkelende, oranje glazen was een verruk king op zichzelf. Verder werd er halverwege de dag een verrassinkje uitgedeeld en dat was een papieren feest- muts met een toeter. Elk jaar hetzelfde en toch keek je ernaar uit als iets heel geweldigs. Ik hoop dat u iets met de foto kunt beginnen, temeer daar ik al le meisjes nog bij name ken. Ik begin met de achterste rij: Lien Burbach, Rietie Vriezenbe.rg, Nannie Sjollema, Lucie Wouters, Annie Jielof, Jetty Dwinger, Eke Bouman, Sari Wijma, Tjissie Pol stra, Lily Koopmans, Klaske Swart. Geknield op de 2e rij: Lena Simons, Annie Eygelaar, Martie Sien de Jong, Magda Leefsma, Lousje de Vries. Juffrouw Pot, Tineke de Boer, Zus Kingma, Reina Geveke, Matty Boersma, Tineke Bearda. Annie de Boer, Jetty Wolderdorp, Hanny Leo pold, Jopie Koopal, Henny Simo- nides. Amsterdam Mevr. S. M. da Costa Wijma SCHOENLEPEL Ik ben sinds enkele jaren in het bezit van een schoenlepel, die behalve een met fraaie krullen versierd embleem, het volgende opschrift draagt: "R. Steinvoorte Schoenfabriek en Magazijn 'De Gouden Laars' Vrouwenpoort G 2 Leeuwarden - En Gros - En Detail" J Mijn vrouw ligt op dit ogenblik in het Diakonessenhuis en sprak daar een paar oud-Leeuwarders. Geen van hen kon zich echter deze fabriek herinneren. Weet u uit welke jaren deze schoenlepel of fabriek dateert? Franeker L. Burgsma De heer Roel Steinvoorte, in het laatst van de vorige eeuw schoenmaker in de Linde- buurt, vestigde zich om streeks 1900 op de hoek van de Nieuwestad en het Klein Schavemek, alzo bij wat vroeger genoemd werd De Vrouwenpoort. Hij heeft daar rond dertig jaar zijn zaak gehad. Daarna zat hij nog met 'De Gouden Laars' op de Tinnen en op de hoek van de Groentemarkt en de Oude Oosterstraat. Red. 't KI. Kr. ROB ROHRKOHL De schilder Rob Röhrkohl, over wie de laatste tijd in 't Kleine Krantsje veel is geschreven, heeft met z'n woonscheepje ook gele gen aan het Noordvlietslot tegen over nummer 567. Voor ons als kinderen kwam deze Duitser 'vreemd' over. Op het stukje grasland ervoor was door hem een hoekje grond afge zet met hekwerk en prikkeldraad en veel groen. In het midden ervan stond een (fiets)schuurtje; amper zichtbaar. Een deur van latten en voorzien van een groot slot gaf toegang naar zijn woon schip, een 'punter' met opbouw. Langs de ondiepe waterkant kon je er ook niet komen, omdat het hekwerk doorliep tot in het wa ter. Is er misschien aan de water kant nog iets van dat groene bosje over? Het laatste jaar in de oorlog hebben we Röhrkohl niet meer gezien. Het scheepje was gedeel telijk gezonken en lag op de ondiepe bodem. Enkele schildersartikelen, zoals tubes verf, een passer e.d. heb ben wij nog uit het wrak kunnen halen. Deze artikelen zijn echter 'ver bruikt'. Alleen een doosje van koper voor passerpunten is nog in mijn bezit. Wij zagen Röhr kohl sporadisch. Hij had niet veel met kinderen op, maar misschien kwam dat ook omdat wij als kinderen dat vreemde bosje eens wilden verkennen en onder het prikkeldraad waren doorgekro pen. Wij hebben hem nooit meer gezien. Apeldoorn B. Dijkstra Het bosje voor het pand Noordvlietslot nummer 567 is er nu niet meer. De gehele ruimte tussen het water van het Vliet en het smalle straatje voor de huizen wordt thans door hokken ingeno- MILITAIR MUZIEKCORPS In nummer 430 van 't Kleine Krantsje schrijft de heer J. Bak ker uit Leeuwarden over de Schutterijmuziek. De redactie heeft hierop in een onderschrift gereageerd en kwam tot de con clusie, dat het wel een militair muziekcorps moet zijn geweest, maar niet dat van de Schutterij. Dit laatste klopt. Er was inderdaad een militair muziekcorps, dat af en toe een rondje door de stad maakte. Het corps deed dit echter geheel al leen, dat wil zeggen, dat er geen militairen achter liepen. Maar altijd wel een stoet van Leeuwar der burgers, die het corps trouw volgden. Het begin van de ronde door de stad was vanaf de kazerne, waar ook het eindpunt lag. Welk corps was dit nu? Volgens veel inwo ners van onze goede stad was het het muziekcorps, behorende tot het negende Regiment Infante rie, dat eerst hier gelegerd was en later verhuisde naar Assen. Door bezuinigingsmaatregelen - het was toen ook al geen florisan- te tij d - is dit corps in de twintiger jaren opgeheven. Leeuwarden Joh. de Jong SCHOOLHOOFD DIJKEMA In nummer 429 van 't Kleine Krantsje schrijft de heer R. Poel stra te Leeuwarden in _"Onze fotoprijsvraag" over de Arends- tuinschool: "Ik zat daar in de vijfde klas bij de meesters De Vries (mijn persoon) en Dijkema. Maar dan: "Het hoofd van de school was de heer J. Okkinga" - en dat klopt niet. Dat was name lijk de heer N. Dijkema. Wel was Okkinga een prima en geliefde leerkracht, die o.a. veel met de jongens op het schoolplein kaat ste. Later was hij voorzitter van de Leeuwarder Kaats Club L.K.C. Leeuwarden N. de Vries STANFRIESBOOT In 't Kleine Krantsje nummer 429 zag ik een foto van Leeuwarden met daarop een Stanfriesboot. Van een familielid hoorde ik, dat in 1940 bij de bezetting door de Duitsers, een Stanfriesboot is uit geweken naar Engeland. De familieleden van de opvaren den dachten, dat de Stanfries boot was vergaan, maar pas later werd bekend, dat schip en be manning naar Engeland waren overgestoken. Is u of een van de lezers van 't Kleine Krantsje hierover iets be kend? Hardegarijp F. van der Werff Wat u schrijft is ons volkomen onbekend; wij hebben er nog nooit van gehoord. Maar best mogelijk natuurlijk, dat het toch is gebeurd. Wie er meer van weet moet het even zeg- Sen' Red. 't KI. Kr. OPOE Het liedje "Opoe", waarover de heer A. van Hespen schrijft, is van de Nederlandse volksdichter en zanger J. H. Speenhoff, die op 3 maart 1945 om het leven kwam bij het bombardement op het Bezuidenhout in Den Haag. Er stond overigens niet in "bij den haard", maar gewoon: "'t warmste hoekje bij de kachel". Leeuwarden Ritsko J. v. Vliet senior OPOE Naar aanleiding van een vraag in een vorig Kleine Krantsje van de heer A. van Hespen te Grouw over het incomplete gedichtje 'Opoe' heb ik geprobeerd dit uit mijn geheugen te voorschijn te halen. Ik meen, dat wij het geleerd hebben in de vijfde of de zesde klas van School 13. Ongetwijfeld herkennen vroegere klasgenoten van mij het wel. Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. Opoe had d'r hele leven voor d'r kinderen gesjouwd. Al d'r jongens en d'r meisjes waren na elkaar getrouwd. Toen was Opoe in gaan wonen bij d'r jongste lieveling en daar wachtte ze geduldig tot ze naar het kerkhof ging. In 't begin was opoe alles, ieder was haar aangenaam, 't warmste hoekje bij de kachel, 't mooiste plaatsje voor het raam. Maar toen opoe's spaarbank boekje helemaal was afgezet en toen Opoe oud ging worden, moest ze 's avonds vroeg naar bed. Eerst moest opoe naar de keu ken, naar de bedstee van de meid, toen moest opoe naar de zolder, had d'r lieveling gezeid. Maanden lag ze daar te suffen, niemand had meer medelij, tot de kleine meid kwam zeggen, dat d'r opoe niks meer zei. Joure E.R. Joustra De volledige tekst van het liedje werd ons ook nog toe gestuurd door onze abonnee, nevrouw A. Looyenga-de Boer te Leeuwarden, die het n enkele onderdelen iets an ders aangaf "Van de kleinste tot de grootste zijn ze na elkaar getrouwd" en "Eerst moest Opoe naar de keuken- Had d'er lieveling gezeid". Voorts liet mevrouw Looyen- ga Opoe '"s middags al vroeg" naar bed gaan, maar dat lijkt ons wat al te gortig toe - het zal, zoals de heer loustra het schrijft, wel "'s avonds vroeg" zijn geweest Red. 't KI. Kr. (Vervolg op pag. 11)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 4