STUIVERS VOOR STADSVERTIER NEERGESTORTE BOMMENWERPER STICHTING LEEUWARDER GEMEENSCHAP REACTIES OP VERHALEN DOOR W. H. KUIPERS J Het waren mooie gedachten, die begiti 1947 leidden tot de oprich ting van de Stichting Leeuwarder Gemeenschap. De bedoeling was de 'bevordering van de sociale en culturele belangen van de inge zetenen van de gemeente Leeu warden'. En daar kwam nog bij het 'versterken van de burger zin'; niemand wist precies wat dat moest beduiden, maar het had allemaal te maken met de geest van saamhorigheid, die in de tijd van de Duitse bezetting was gegroeid als een woestijn- plant: fraai bloeiend op een dro ge en uitgemergelde grond. We moesten niet terug naar de ver deeldheid van de jaren dertig, maar in vrijheid zorgen voor hel bewaren van de eenheid, die mei het gemeenschappelijk verzet te gen de Teutoonse horden was gesmeed. MOOIE GEDACHTEN Dat waren kort na de oorlog niet alleen mooie, maar ook begrijpe lijke gedachten, in dit verband vooral ontwikkeld door mr. A. A. M. van der Meulen, burge meester van 1946 tot 1966. En met succes, vooral in de jaren vijftig en zestig. Daarna over spoelden nieuwe ontwikkelingen het werk van de Stichting Leeu warder Gemeenschap, die een sluimerend en vervolgens een slapend bestaan ging leiden. Pas op 24 augustus 1982 kwam het officiële einde, toen het oude bestuur (maar zonder mr. A. A. M. van der Meulen) nog één keer bijeenkwam om de stichting op te heffen. Een eens levend stukje stadsgebeuren was daarmee stadshistorie geworden, 't Kleine Krantsje' besteedt daaraan graag enige aandacht. De activiteiten van de Stichting Leeuwarder Gemeenschap be wogen zich op een breed terrein; vaak ging het vooral om financië le steun aan belangrijke initiatie ven, zonder dat de Stichting zich rechtstreeks met de organisatie bezig hield. Dat gold in 1953 voor de totstandkoming van de Stins, als centrum voor de on georganiseerde arbeidersjeugd. In begin 1956 tilde de L.G. mee om de Bejaardensociëteit in het Nieuwe Stads Weeshuis van de grond te krijgen. Jong en oud werden aldus geriefd met finan ciële steun uit de stichtingskas, die het moest hebben van de stuiversactie: organisatoren van 'vermakelijkheden' werd ver zocht voor dit doel een stuiver op de toegangsprijs te leggen en die gelijk met gemeentelijke verma kelijkheidsbelasting af te dragen Dat leverde jarenlang fikse baten op, vooral toen de bioscopen en de Harmonie meededen. We me moreren nog een paar initiatie ven voor jong, oud en daartusse nin, die financiële steun uit deze pot kregen: - de Lusthofavonden in de Prin sentuin, die in 1956 begonnen - een speciale middagvoorstel ling voor bejaarden van hel Sinterklaassprookje (open baar onderwijs) in de Harmo nie, voor het eerst in 1956; - het maken van een dia-serie van oud-Leeuwarden, met medewerking van het Ge meente-archief; - wedstrijden voor miniatuur bootjes in de stadsgracht ach ter de Prinsentuin, begonnen in 1960; Vakantieontspanning en, in augustus 1962, een Jeugddorp op de toen in zijn nadagen verkerende Wilhelminabaan. Tweemaal werd, sneeuw en we der dienende, in de Prinsentuin een sneeuwfigurenwedstrijd ge houden en wel op 19 januari 1955 en op 16 januari 1960. Dat de fantasie van de hoofdzakelijk jonge deelnemers zich niet be perkte tot de traditionele sneeuwpoppen, mocht in het bij zonder jurylid G. J. Adema (Üs Mem) ervaren. Nimmer kreeg de Stichting Leeu warder Gemeenschap echter méér belangstelling voor een ha- rer initiatieven dan bij de ten toonstellingen 'Het Stokpaardje' in de Beurs. De eerste was van 5 tot en met 8 november 1952; er kwamen zo'n 21.000 belangstel lenden kijken naar een bonte collectie knutselwerken en fraaie voorbeelden^ van modelbouw, met daarbij ook nog produkten van technisch vernuft. Velen aanschouwden en hoorden hier voor het eerst een bandrecorder, samengebouwd uit allerlei we zensvreemde onderdelen door de heer R. Zantman van de eta lageafdeling van Vroom en Dreesman. (Hij is een paar jaar geleden naar de Verenigde Sta ten geëmigreerd). De etalageploeg van V. en D. was nauw bij de organisatie betrok ken, evenals (ik noem een paar van de vejen) de heer J. Siksma met zijn miniatuur-draaiorgels: chauffeur van de Commissaris der Koningin, die als voorzitter zijn baas de expositie liet ope nen. Dan de heer J. Ypes, ban ketbakker in de Weerd, die zjch Er is nogal wat in 't Kleine Krantsje geschreven over de bommenwerper, die in de oorlog ten zuiden van Leeuwarden is neergestort. Ik kan me dat na al die jaren ook nog heel goed herinneren. Wij woonden toen aan de Weaze en het oude huis schudde en kraakte als bij een lichte aardbe ving. Het was een dreun alsof het vliegtuig vlakbij gevallen was. Ik werkte toen op het Technisch Magazijn op het vliegveld. De eerste tijd ruimden de Duitsers zelf de neergeschoten vliegtui gen op. Later, toen er steeds meer naar beneden kwamen, deed dat een aannemer uit Utrecht, die daarvoor verschei dene mensen in dienst had. In het laatst zelfs ook onderduikers! Het opruimen gebeurde natuur lijk wel onder militair toezicht. De firma heette Grüter-Coupier of zo iets. Het schroot van de vliegtuigen werd op spoorwa gons geladen. Copieën van de vrachtbrieven kreeg ik op het magazijn en die moest ik in een klapper doen. Ik kreeg daardoor een prachtig overzicht van wat er in de noor delijke provincies gebeurde, want ook de neergekomen Duit se toestellen werden gemeld. Het schroot van een bommenwerper werd op vier spoorwagens gela den, dat van een Duitse jager kwam op één wagen. Zelfs het type vliegtuig en het nummer stonden op de vracht brief vermeld, zodat wij wel on geveer wisten waar zich de ramp had voltrokken. Het vliegtuig van het Barrahüs was een Avro Lancaster. Ik ben er ook nog geweest om te kijken. De wrakstukken lagen verspreid tot het Weidumerhout en de Zwette. Ik had in die tijd een lijst aange legd van alle neergeschoten toe stellen en het viel mij op, vooral toen de geallieerden overdag be gonnen te vliegen, dat er met elke geallieerde bommenwerper, die werd neergeschoten, er ook twee Duitsers naar beneden werden gehaald. Het is nu allemaal alweer veertig jaar geleden, maar als je dit allemaal weer in 't Kleine Krants je leest, komt er weer heel veel van vroeger naar boven. Leeuwarden G. Brinck BIJ STIENS Naar aanleiding van het ver.haal over de neergestorte bommen werper in 't Kleine Krantsje num mer 428, herinner ik mij dat die neergekomen is in de weilanden bij Stiens. Mijn broer, wijlen J. G. M. van Esveld, destijds onderwijzer aan de O.L.-school te Stiens, is toen samen met anderen met één van de bemanningsleden naar dokter Bosma in Stiens geweest. Iedereen was erg nieuwsgierig naar de bevindingen van dat bemanningslid en doordat mijn broer als tolk had gefungeerd, werd hij later door de Duitsers van huis gehaald en naar Leeu warden gebracht en daar de ge hele dag verhoord in het Burger weeshuis. Utrecht Mevr. M. J. H. Wagteveld- van Esveld De bommenwerperwaar over wij schreven is, zoals wij ook vermeldden, neer gestort in de weilanden tussen jellum en Wirdum even ten zuiden van het Barrahüs. De broer van de geachte inzendster moet betrokken zijn geweest bij een andere vliegtuigcrash, een van de vele in die donkere oorlogstijd. Red.'t KI. Kr. Producten van noeste vlijt van Leeuwarder kunstenaars op de tentoonstelling Het Stokpaardje in 1954. We zien hier 1. Scheepsmachine van G. Miedema, 2. Tandarts-auto (J. Visser), 3. Friese pop (mevrouw Wagenaar), 4. Schip (H. Lehmkuhl, 5. Molen (S. Althusius), 6. Draaimolen Siksma) en 7. Treinen met baan (Fabrieksartikelen). met het bouwen van modelsche pen bezig hield. In zijn theesalon werden de plannen iloor het or ganiserende comité uitgebroed. Het tweede stokpaardje, gehou den van 26 april tot en met 1 mei 1954, trok wat minder bezoekers dan het eerste, maar was met bijna 20.000 belangstellenden toch een evenement van indrukwekkende betekenis. Een volgend nummer van 't Kleine Krantsje' zal aantonen dat ik nog niet ben uitgepraat over de Stichting Leeuwarder Gemeen schap. Leeuwarden W.H. Kuipers

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 5