HERINNERINGEN AAN KAASHANDEL
IN VOOROORLOGSE JAREN
"IK STEEK JE DOOD" SCHREEUWDE HIJ
GRAF
SCHRIFT
Bij de kaashandel "Freia", waar
ik als jonge knaap als pakhuis
knecht werkte en waarover ik
een vorige maal al schreef, kre
gen we ook dagelijks orders vooi
Joodse zaken in Groningen, o.a
Colthof. Die kaas werd dan ver
zonden met de Legro Expres van
het Jacobijnerkerkhof. Die had
een dienst op Groningen, welke
tweemaal daags werd uitge
voerd, 's morgens om elf uur en 's
middags om vijf uur.
Wat was het toen nog een gezelli
ge tijd met al die bodediensten 0|
het Oldehoofsterkerkhof, waa
men wel een tweehonderc
vrachtrijders een plaats kon ge
ven; voor wagens in de onderwa
had men nog nummers, die bo
ven de 200 lagen.
GENERAAL DE WET
Bij ons kwam ook geregeld de
beurtvaarder De Jong van dt
"Generaal de Wet", die eei
dienst had op Harlingen. Zijl
schip lag aan de Willemskadi
tegenover de Arendsstraat. Dt
Jong was een klein en actie
mannetje, die practisch alles naa
Harlingen vervoerde wat van on
voor Engeland was bestemd en
dat was nogal wat: er gingen heel
wat vaatjes boter en lunchkaasjes
naar toe. Ook werden er wel
dozen met halve ponden boter
verstuurd.
Soms kwam er een zending kaas
uit Engeland terug. Men had het
daar dan te lang laten staan en
wanneer er dan eens wat mis ging
werd het gewoon teruggestuurd
Bijvoorbeeld lunchkaasjes, dit
nat waren of door een ander
gebrek waren afgekeurd. Die
kaas moest ik dan brengen naar
de firma Posthumus en Van der
Rijdt op de hoek van de Emma-
kade en de Franklinstraat, waar
er smeerkaas van werd gemaakt
door ze in grote potten te smel
ten.
Het was bij Freia gezellig werken
ook al zat men soms hele dagei
op de kaaszolders om de kaas in
de pekel te zetten of in de olie.
wat ik wel leuk vond omdat je er
zulke zachte handen van kreeg.
AFLEIDING
Toen we nog in de Schrans zaten,
vlak bij het gemeentehuis van
Leeuwarderadeel, hadden we
nogal eens wat afleiding, wan
neer straatmuzikanten, om een
vergunning te krijgen, moesten
vóórspelen bij dit gemeentehuis,
dat tevens politiebureau was -
wij konden dan mooi meegenic-
ten.
Was de muziek goed, althans i
de oren van de "overhorende
ambtenaar, dan kreeg de muzi
kant een vergunning voor een
dag, maar hij mocht zich er de
gehele verdere maand niet weer
laten zien. Alleen op Koningin
nedag was het meen ik vrij en dan
mocht iedereen tot 's middags
vijf uur muziek maken op straat.
Januari '38 werd er uitbreiding
verwacht in het prinselijk gezin
en onze directeur, de heer Ane-
ma, had het zo gesteld, dat wij
allemaal vrij zouden krijgen,
wanneer de geboorte plaats zou
vinden voor 's middags twaalt
uur. Dan zouden echter de be
langrijkste orders wel de deur uit
moeten zijn.
Nu hadden we een paar grote
klanten in de stad, zoals Kempe
naars Kaashuis op de Nieuwebu-
ren (later op de Voorstreek) en
de firma Ellens, later Knip aan de
Oostergrachtswal en er was een
hele grote, namelijk Scherpen-
zeel in de Grote Hoogstraat. Die
had net een bestelling gedaan en
ik moest een paar keer rijden met
een extra grote korf op de trans
portfiets, waar ik honderd oude
Edammers in kon stouwen en
vijfenzeventig jonge Edammers
of zestien grote Goudse.
DRUKTE VAN JEWELSTE
Ik had al een paar ritten gedaan
en ik was op weg met de laatste
honderd Edammers, toen het
plotseling na het bericht van de
geboorte van prinses Beatrix in
de stad een drukte van jewelste
werd. Ondanks dat ging alles
voorlopig nog goed, maar in de
Peperstraat moest ik door plotse
ling overstekende mensen een
zwenking maken en daar ging de
hele zaak tegen de grond: de
Edammers rolden overal heen.
Dankzij veel behulpzame han
den (en vooroorlogse eerlijk
heid!) kwam ze allemaal weer ii
de korf en even later kon de heei
Scherpenzeel constateren dat al
le kazen nog onbeschadigd wa
ren: collega Piet de Vries had ze
degelijk in de parafine gezet!
Minstens eenmaal per maand
hadden we Duitse orders, waar
we dan wel een week werk mee
hadden, maar de exportorders
naar Engeland waren nog veel
bewerkelijker. De meeste kaas
werd verpakt in kistjes van Hal-
bertsma Kistenfabriek in Leeu
warden - ze werden ons bezorgd
door chauffeur Sibbele van dei
Kamp. Een enkele keer kwamen
ze uit Grouw en dan verscheen cm
een oudere man.
Als jongste bediende moest ik
eerst alle deksels merken en dan
met stempels de gewichten invul
len. Dan werden de kistjes dicht
gespijkerd en van bandijzei
voorzien. Ook dozen moest ik
merken en in elkaar slaan op dc
-penmachine. Ik vond het veel tipi
en afwisselend werk.
GOEDE CONTROLE
Dat er een góede controle werd
uitgeoefend op de fabricage van
de boter en de kaas bleek uit de
boter- en kaasmerken. die ik
steeds bij dozen vol moest halen
bij het Boter- en Kaascontrole
station aan de Zuidergrachtsw.il
In het kaasmerk stond ook hei
vetgehalte, zoals volvet, 40 ol
20+ en dat moest ook op de
kanten van de dozen gestempeld
worden, wat makkelijk was wan
neer de kaas later op de stellin
gen moest worden gekeerd.
De consument heeft er geen idee
van hoeveel bewerkingen de
kaas ondergaat voor ze uiteinde
lijk op tafel komt.
Ik heb er een gezellige tijd mee
gemaakt met een fijn stel colle
ga's. Het was een gewoonte om
minstens een kwartier voor het
begin van het werk aanwezig te
zijn om eerst even gezellig met
elkaar te staan praten. Ook was
dan altijd Koos de kapper present
- Koos Douma met de snor. die
bij de kapper naast ons werkte.
Toen het latere kamerlid, de heer
Jacob Vellenga, bij ons kwam
had hij al zijn huidige lengte
bereikt en hij bereed dan ook een
enorm hoge fiets. We zeiden toen
vaak: hij is hier de jongste be
diende, maar we moeten hoog bil
hem opzien.
Afwisseling voor ons gaf ook de
Gemeentereiniging aan de over
kant in de Schrans, waar we 's
morgens en 's middags de straat
vegers met hun handkarretje za
gen uitrukken. Dan was er ook
nog de Groenteveiling, die 's
middags voor een chaos zorgde.
In die jaren werd er al gesproken
over een tunnel onder de spoor
lijn door.
Er was nog meer bedrijvigheid en
wel door het garagebedrijf van
de heer Wiersma. die ook de
Citax had. Elke dag kwam er pok
een wagen van de wasserij bij ons
langs, die vrouwcliike werk
krachten van hel station ophaal
de. De meisjes uit de stad kwa
nten. hooldzakeli|k zelf op dc
fiets bij ons langs - vaak met z'i
tweeën op één karretje, want he
was in die tijd nog niet voer
iedereen weggelegd om een ei
gen fiets te hebben.
Ook wat dat betreft is er wel wa:
veranderd, sinds die vooroorlog
se tijd!
Leeuwarden R. Poelstra
Vervolg van pag. 6
je nog meer" wanneer de vrouw
begint te gillen: "Ik ga dood!"
Het nieuws van de moordaanslag
gaat in Leeuwarden al gauw van
mond tot mond, maar pas een
maand later, op de terechtzitting
van de rechtbank, komen de
achtergronden van het drama
aan het licht.
Het blijkt dan, dat het tweetal uit
elkaar is gegaan, omdat Grietje
tegen de zin van Cornelis, de
straat weer op wou. De man
raakte daarna aan de drank en,
min of meer beschonken, begon
hij de vrouw zo nu en dan lastig
te vallen.
was hij verre van helder geweest.
Nu, voor de rechtbank, zegt hij
dan ook zich weinig van het
geval te kunnen herinneren.
"Al zou U mij de doodstraf geven
meneer" verklaart hij plechtig,
"ik weet het niet."
Ook op de dag van de steekpartij Welnu, de doodstraf wordt het
niet, maar een stevige correctie
acht Mr. Wassenbergh als substi
tuut-officier toch wel op z'n
plaats.
En Grietje, die ook al dacht dat ze
dood ging? Die komt er eveneens
minder onplezierig af. Zij ver
blijft drie weken in het zieken
huis en kan dan weer aan het
werk.
Ik ben uitgeteerd van kracht
En wacht op't laatste woord
Dat komen zal met macht
Staat op, gij dooden, hoort!