DICKVANDERHEIJDE JR/REKLAME
KLEIN
HOEKJE
jozef israëlsstraat 10 leeuwarden 05100-24984
adviesbureau voor refclame en publiciteit iozef israëlsstraat 10 leeuwarden 05100-24984
DE
Een ongeluk zit in een klein
hoekje. Anders gezegd: op de
meest onverwachte momenten
kan men met een ongeval wor
den geconfronteerd. Wie van de
betrokkenen zal op die julidag in
1933 hebben vermoed, dat het
simpele verplaatsen van een
brandkast in feite levensgevaar
lijk was?
De brandkast stond in het ge
bouw van de Middenstandsbank
aan de Langemarktstraat en
moest naar elders worden ver
voerd. Het gevaarte woog twee
duizend kilo, maar de drie man
nen, die de kast moesten vervoe
ren, waren daar zeker in ge
slaagd, wanneer er zich niet een
onverwachte omstandigheid had
voorgedaan.
Toen zij de brandkast al in het
portaal hadden, bezweek plotse
ling een deel van de marmeren
vloer, waardoor de kast kantel
de. Twee mannen konden zich
nog in veiligheid stellen, maar de
derde, de vier en vijftigjarige H.
Zondervan uit de Groeneweg
raakte onder het gevaarte be
kneld.
Onmiddellijk begon men de man
uit zijn netelige positie te bevrij
den, maar toen dat was gelukt,
constateerden de doktoren Sam-
som en Uffelie een bedenkelijke
bekkenbreuk.
De heer Zondervan werd met de
politiebrancard naar het Stads
ziekenhuis vervoerd, waar hij de
volgende dag overleed.
Leeuwarder "potverteerders" van Cocodo in een jolige stemming in 1937. Van links naar
rechts: Piet Rooswinkel, Doede Siemensma, Cas Grijpma, Sieds Rienks, tweederde van het
hoofd van Henk Peletier, Johan Homan, Alfons Kaller, Johan Bary, Chris Smit, Evert Hofstede
en Sieb Kuhlmann, die kennelijk als de enige op de been bleef.
ïoect£ l
stonden er visbanken op de Ko-
ningspijp tussen de Wortelhaven
en de Koningsstraat. De pijp
werd daarom ook wel Vismarkt-
pijp genoemd. Hier konden de
Leeuwarder huisvrouwen hun
visjes kopen. In 1851 werd de
zeevismarkt verplaatst naar een
nieuw gebouw aan de Oosterka
de; de handel in riviervis bleef
nog een tijd op de Koningspijp.
Maar ook die zou daar verdwij
nen - tot 1903 bleef nog een
oude pomp op deze plaats herin
neren aan de visbanken, die hier
ooit waren geweest.
Kennisgegeven door Ype Schuitmaker, turfschipper, gedo-
miliceerd te Franeker, liggende alhier achter de Harmonie,
dat hij gisteren een lasterlijke anonieme brief heeft ontvan
gen.
De weduwe Beltramie, wonende op de hoek der Kleine
Hoogstraat heeft geklaagd, dat zij haar knecht Leopold de
dienst heeft opgezegd, doch dat hij de dienst niet wil
verlaten niettegenstaande zij hem het volle loon plus zes
weken wil betalen. Leopold zal aan het bureau ontboden
worden.
Kennisgegeven door Dirk de Boer, landbouwer, wonende
aan de Stienserstraatweg, dat hem een partijtje aardappe
len uit zijn aardappelbuit is ontvreemd.
Pol. dr. Hoog rapporteert, dat Bartele Weyer, oud zeventig
jaren, wonende alhier op het Oldegalileen, op de veemarkt
een toeval heeft gekregen, doch dadelijk is bijgebracht en
naar huis is gegaan.
Pol. dr. Eekhof rapporteert, dat Douwe van Noord, turf
schipper liggende in de Grachtswal twist heeft gehad met
zijn vrouw en deze niet aan boord wilde laten komen. Door
Eekhof is de Livisl beslecht, waarna de vrouw aan boord is
gekomen.
Pol dr. Hoog rapporteert dat door de goudsmid Reisiger van
de Grote Hoogstraat geklaagd wordt, dat vrijdags de
poeliers aldaar in de straat manden, kisten en wagens
plaatsen, zodat de passage vaak gestremd is. Bij onderzoek
bleek hem deze klacht gegrond, daat dit volk liever in de
herberg bij Hoekstra aldaar handelt, dan op de Brol
(officiële markten daardoor de passage met hun pakage
stremt. Hierop zal gelet worden.
De pol. dr. Havekes rapporteert, dat een paard, bespannen
voor een ledige hooiwagen op de Wirdumerdijk ter hoogte
van Van Gelder op hol is geslagen en door genoemde
dienaar (gewezen wachtmeester der bereden marechaus
sees) ter hoogte van den Heer Mr. Alberda op de Nieuwe-
stad is tot staan gebracht, nadat eenige buitenlieden zulks
tevergeefs hadden beproefd. Ongelukken hebben hierbij
niet plaats gehad.
Verloren door mej. Andriessen, wonende in de Singel
straat, een zwarte glacée handschoen.
Samuel Dokter, oud drie en veertig jaren, geboren te
Grouw en wonende alhier op de Nieuweburen, van beroep
schipper, klaagt dat hij even tevoren voor de Verlaatsbrug
ging en toen is uitgescholden door den brugwachter.
Gevonden en gedeponeerd door Jan Wagenaar, wonende in
de Molensteeg, een stalen bril met etui.
Door pol.dr. Ellen naar huis gebracht Johannes H., van
beroep visscherman, wonende in de Wissedwinger, die in
beschonken toestand op de Noorderweg liep.
Ype Verdries, schoenmaker, wonende in de Molensteeg,
klaagt dat hij veel last heeft van zijn onderbuurvrouw
Gerritsen, die telkens in beschonken toestand ruzie zoekt en
dan weer gevaarlijk is. Zal onderzocht worden.
Gevonden en gedeponeerd door pol. dr. Emmerik een
rozenkrans.
Idem door den Heer Boekholt, wonende op het Noordvliet,
een bamsteenen sigarenpijpje.
Berkenbijl en H. de Jong hebben geklaagd over hun
buurvrouw Smit, wonende hoek Kruis- en Oosterstraat, die
gedurig aan het schelden is.
Verloren door Maria Lorang, wonende in de Oosterstraat,
een gouden oorbelletje.
(1883)
Van Messel, wonende in de Blokhuissteeg, heeft geklaagd,
dat hij eenige goederen is kwijtgeworden in de slaapstede
van Ferwerda, alwaar hij thuis is geweest.