f— i LANGS OUDE FRIESE KERKHOVEN rustplaats 't Spinnewi prettige Kerstdagen VOORSPOEDIG 1984 3 t 4-8-1368 Wol- en handwerkboeöek wenst al haar clientèle en een in alle opzichten Heer en mevr. Rljpstre en assistentes Nieuwestad 121, Leeuwarden Het oude begraafplaatsje van Rottevalle. Vlak voor de toren twee zware stenen met opvallende dichtre gels, door dankbare kinderen aangebracht. De ene steen dekt het graf van Hendrik Mulders, die in 1917 op de leeftijd van twee en tachtig jaar overleed, de andere dat van zijn vrouw Trijn tje Jans van der Meulen, overle den in 1922, "een en tachtig en een half jaar oud". Op de steen van de vader staat: "Slaap zacht in de schemer der graven/Gij stoffelijk omhulsel der braven/Hij zelf groet den eeuwigen morgen/'t Is 't reiskleed alleen dat wij borgen". En op de steen van de moeder kunnen we lezen: "Rust, Moe der, Rust, Uw taak is af/In liefde steeds door U volbracht/Wij knielen neder bij Uw graf/Rust Moeder, Rust nu, Goeden nacht!" Opvallend zijn ook de korte tek sten op de grafstenen van Gjalt Gjalts Lindeboom (1882-1927): "Kroon na Kruis" en van Fokke Siebes Glastra, die leefde van 1844 tot 1906: "Goede werken had hij geen/'t Kruis, dat was zijn hoop alleen". Wietze J. Benedictus, in 1905 overleden, toen hij nog maar negentien was, laat ons weten: "Wat gij zijt, was ik voor dezen/ Wat ik ben, zult gij dra wezen" en de steen van Lolkje van der Velde, geboren in 1890 en overleden in 1972, vertelt ons: "In doarmster kaem thüs". De afbeelding van een fraai zei lend schip kunnen we bewonde ren op de steen van een echtpaar, dat een zeer hoge leeftijd heeft bereikt, Koop van der Schuit, die precies negentig was, toen hij in 1956 stierf en Sjoukje Veenstra, die negen en negentig was, toen ze in 1968.overleed. Of Koop een schipper was weten we niet, z'n naam verraadt wel, dat hij van schippersafkomst was. Het graf van drie jonge geallieer de vliegers doet ons aan de laat ste oorlog herinneren: zij sneu velden op de vijftiende januari 1942 en het ligt voor de hand, dat ze hier, in de omgeving van Rottevalle, hun droevige einde vonden. TREFFEND Treffend door een opvallende eenvoud is het gedenktekentje op het graf van Gerben P. Nico- lai: een klein, verweerd en scheefgezakt plankje, met alleen de mededeling, dat hij op de vierde februari 1940 overleed. Hoe oud hij was, wie hij was, wij zullen er slechts naar kunnen gissen. Friese dichtregels op de graven van Fintje Landman (1852-1918) en Jan Wittes Vaatstra (1851- 1933). Op de steen van Fintje staat: "Ljeafdefolle tawijing/Yn al har dwaen en litten/besielde hjar libben/In wier glimke fen it Godsideaal" en op die van Jan Wittes: "Syn libben wier ien warber siikjen en stribjen nei it goede". Schokkend is de mededeling op grafsteen van Koop P. Postma (1891-1913), dat hij na een hu- VAN ÖMZE LIEVE OUDERS KOOP VAK DER. SCHUIT 3-5 -1866 f j4-.g welijk van slechts achttien dagen overleed; we mogen aannemen, dat zijn jonge weduwe, Froodje B. Krol (1892-1955) hertrouwde met een broer van Koop, Frans Postma, die hier ook begraven ligt: 1892-1972. Zeer opvallend op de nieuwe begraafplaats van Rottevalle is een grote steen op het graf van Baukje Janke de Vries (1929- 1975) met het volgende vers: Ik zou een gedicht voor je maken/ Maar ik kreeg het echt niet klaar/ Maar nu weet ik het ineens heel zeker/Al duurde het bijna een jaar-24jaarwerd ons samenzij n gegeven/24 jaar kreeg ik jou liefde en trouw/Maar ach, je was maar zo kort in mijn leven/Waar om moest dit, mijn lieve vrouw - Intussen is er een klein kindeke gekomen/Zij draagt jou ware naam/Zij heeft nu de plaats van jou ingenomen/En zal zo het leven ingaan - Wij moesten sa men scheiden/Al was het voor ons veel te vlug/Maar eens zijn wij weer met ons beiden/Dan kom ik weer bij jou terug. "Rust zacht mijn lieve vrouw, Jelle". Op de ruimte op de steen ernaast staat: "Er zal voor mij geen gedicht meer komen/Er zal hier niets geschreven staan/Een lege bladzij blijft voor altijd open/Als ik eens ben heengegaan". KINDEREN Wat we op dit nieuwe gedeelte ook nog kunnen zien? Een ge denkteken, bewerkt door een steenhouwer, die last had van de hik, toen hij doende was het woord "kinderen" in de steen te bikken. "Kindereren" maakte hij Interessant is de vraag, hoe de leverancier deze Steen zo heeft kunnen afleveren, nóg interes santer misschien het raadsel, hoe nabestaanden zoiets maar rustig kunnen laten staan.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 10