OPSPORING
VERZOCHT
VERRASSING
FOTOPRIJSVRAAG
De heer J. van der Lem, woonark
"Oeral Thus N.B. Spaarne, 2021
M.A. Haarlem, telefoon 023-
372630 wil graag in contact ko
men met een meneer BIJLSMA,
die met hem in de jaren 1945-48
in Indonesië is geweest. Na terug
keer in Nederland is Bijlsma bij
de zeesleepvaart gegaan, waarna
de heer Van der Lem het contact
met hem verloor. "Bijlsma
woonde of woont misschien nog"
aldus de heer Van der Lem "in
Huizum en hij is vermoedelijk
een zoon van Rindert Bijlsma".
De heer drs. J.P.M. Passage,
Louis Couperusstr. 17, 2024 HH
Haarlem, telefoon 023-261976,
is al drie jaar bezig met een
onderzoek naar het leven en het
werk van onze vroegere stadge
noot H.F. van der Kallen, die een
grote bekendheid kreeg onder
zijn schrijversnaam HAVANK.
Hij vraagt zich nu af of er nog
gegevens of klassefoto's te vin
den zijn, "van" zoals de heer
Passage het zegt, "de jaren 1910
tot 1916 op, waarschijnlijk, de
Julianaschool, over de kleine
Ricky, later Rieks van der Kal
len".
Voorts zou de onderzoeker graag
willen weten of in die jaren een
meester Van Straaten hoofd van
de Julianaschool is geweest.
Mevrouw Wiersma-Smeding,
Deukelven 19,1963 SM Heems
kerk, telefoon 2510-30372 zou
graag willen weten of haar
overleden moeder een nicht is
geweest van wijlen Siep Antoine.
"In een oud nummer van 't Klei
ne Krantsje" aldus mevrouw
Wiersma, schreef een zekere me
vrouw S. van der Wiel-
Oosterwal dat zij een volle nicht
was van Siep Antoine. Zij
schreef, dat ze was genoemd naar
haar grootmoeder, een Siebreg-
je. Nu is mijn vraag of deze
grootmoeder Burmans- heette.
Het is namelijk zo, dat ik twee
oude kerkboeken van mijn moe
der heb, waarin een rouwadver
tentie zat van een Siebregje Bur
mans uit naam van Martienus
Oosterwal. Dan zou dus mijn
moeder ook een nicht zijn ge
weest. Zou ik hierover iets mo
gen horen".
In nummer 449 plaatsten wij een
oproep van onze abonnee, mej.
M. de Boer uit Leeuwarden, die
graag nog eens in contact wou
komen met een vroeger buur
meisje, met wie zij altijd speelde,
namelijk Lies Koster.
Enthousiast schreef mej. De Boer
ons nu, dat de oproep succes
heeft gehad. "Ik had 't Kleine
Krantsje nauwelijks in de bus of
ik werd al gebeld" zo schreef zij
ons. "Binnenkort ga ik bij mijn
oude vriendin op bezoek in Beet-
sterzwaag."
Abonnee D. E. te Voorschoten:
Hartelijk dank voor Uw knipsel.
Zeer attent!
A
Oproepen voor deze rubriek
OPSPORING VERZOCHT kun
nen schriftelijk ingediend wor
den bij de Redactie van 't Kleine
Krantsje. De oproepen worden
gratis geplaatst. De7e service
geldt alleen voor abonnees van
't Kleine Krantsje.
- -
Was me dat even een vervelende
verrassing voor het personeel
van de Ijzerhandel van Hartelust
aan de Voorstreek op die vroege
februarimorgen van 1934? Er
bleek 's nachts te zijn ingebro
ken: een onbekende had zich
door het verbreken van een
hangslot aan de achterdeur toe
gang tot het pand verschaft.
In het kantoor was de schrijftafel
opengebroken en de laden waren
doorzocht. Bovendien was in de
winkel de kassa vernield; een
bedrag van een zestig gulden was
zoek.
Zoals het in zulke gevallen
meestal gaat kwamen de perso
neelsleden na deze ontdekking
moeilijk aan de slag en bleven ze
bij elkaar staan om de zaak nog
eens en nog eens te bespreken en
om zich af te vragen, hoe het met
de wereld moest komen, "na al
die inbraken van de laatste tijd".
En net op dat moment, toen de
mensen er nog op een kluitje bij
elkaar stónden, klonk er een
daverend glasgerinkel en bleek
de enorme voorruit van Harte-
lust's winkel aan diggelen te
gaan.
Dezelfde inbreker?
Of een overval nu?
Nee, geen van beide: het toeval
had de inbraak en de glasschade
op vrijwel hetzelfde moment bij
elkaar gebracht. De winkelruit
bleek door een enorme wind
stoot te zijn ingedrukt!
Vervolg van pag. 3
Wijk te Leeuwarden, maar ik kan
het torentje niet thuisbrengen -
dat is Voor mij een raadsel" en
dat is het voor ons eerlijk gezegd
ook - het vage bouwseltje, dat
boven het dak uitsteekt is ook
ons niet bekend.
De heer Rinze van der Heide te
Leeuwarden bericht ons bijzon
der te hebben genoten van de
afgedrukte plaat. "Prachtig die
slager op zijn transsportfiets en
een met een handkar en dan die
twee oude vrouwen, die even
over het gebeurde staan te pra
ten. Iedereen staat in de houding
of hangt over de brugleuning en
wat een petten, die waren toen
erg in de mode. En dan die mooie
winkel op de hoek. Alles is nu
weg plus de gemoedelijkheid van
toen."
De enige foutieve oplossing
kwam van de heer S. Hoekstra te
Franeker, maar die ging dan ook
te rade bij een niet-abonnee en
dat is natuurlijk altijd fout. "Een
kennis van mij, hier in de flat, die
van mij het Krantsje wel eens
leest, zei: dat is vast en zeker de
hoek van de Tuinen en de Nieu-
wekade in de richting Ameland-
sestraat en kazerne en omdat ik
zelf geen andere oplossing heb
houd ik het daar ook maar op."
Helemaal mis dus, maar wel een
goeie leer: nooit weer het oor
lenen aan (oud) Leeuwarders, die
zelf niet op 't Kleine Krantsje zijn
geabonneerd!
Zo, dat is het dan weer voor
vandaag. En nu de prijswinnaar.
Dat werd de heer J. Riedhorst,
Bleeklaan 47 in Leeuwarden. Hij
krijgt een exemplaar van het
fotoboekje 'Leeuwarden, ach ja,
zo was het
Als Huizumer jongens gingen wij
ook naar de stad met Sinterklaas,
als er een circus was, wanneer er
wat was te doen op de Wilhelmi-
nabaan en, zondagsmorgens-
vroeg, als we ons verveelden in
het oude dorp.
In Sinterklaastijd 's avonds naar
de stad gaan was, behalve om er
de winkels te bekijken, vooral
begonnen om het winnen van
een prijs met sjoelen. Daarvoor
gingen we naar de omgeving van
de Put en de Breedstraat. Daar
was veel gelegenheid om te sjoe
len, soms in kleine voorkamer
tjes, die voor dat doel waren ont
ruimd, zodat er een tafel met een
sjoelbak kon staan en er boven
dien nog wat ruimte voor de
klandizie was.
Die klandizie bestond voorna
melijk uit jongens van een tien of
twaalf jaar. Voor een dubbeltje
kon je meedoen aan de wedstrijd,
die begon, zodra er voldoende
deelnemers waren. Er kwam dan
een totale inleg, die, na aftrek
van de uitgeloofde prijs, voor de
sjoelbakhouder een redelijke
winst opleverde.
De prijs kon bestaan uit een pot
zure haring of een oranjekoek of
een kistje mandarijnen. Met vijf
schijven moest je proberen zo
hoog mogelijk te komen en twin
tig was het maximum. Eenmaal
ben ik met zo'n pot zure haring
thuisgekomen - wat bleek het
toen een eind lopen met die
zware pot!
Een circus op komst bracht een
zekere opwinding teweeg. Het
voorgevoel, dat er iets onbe
kends en bijzonders in aantocht
was! Soms was het circus op de
Wilhelminalaan, vaker evenwel
op het Wilhelminaplein. Als kind
wilde je het binnentrekken in de
stad van die vreemde wereld van
mensen en dieren van het begin
af meemaken.
Daarom gingen we naar het sta
tion om daar de aankomst van de
circustrein af te wachten. Van
daar werd alles naar de staan
plaats vervoerd, een deel zelfs in
optocht.
Eenmaal was de aangekondigde
tijd van aankomst 's morgens half
Een van de grootste attracties in de stad: een circus op het Wilhel
minaplein
acht. Het werd echter later, maar
we bleven staan wachten op iets,
dat maar niet kwam. Tenslotte
durfden we niet langer en gingen
we naar school waar we om
negen uur als een groep boosdoe
ners voor de gesloten deuren
kwamen. Een half uur te laat.
Met als gevolg vijfhonderdjSj^f-
regels na schooltijd op de leien
schrijven. De op genezing gerich
te tekst luidde: „We mogen nooit
te laat op school komen'.
De opbouw van het circus, het
kopen van een kaartje bij de
circuswagen en dan het
moment, dat je langs
de mannen met
prachtige livreien
de circustent
binnenstapte
dat
lingen
waren
allemaal
die
een gevoel
van verwachtings
volle spanning met
zich meebrachten.
Later kwam de ontlading van die
spanning door het kijken en luis
teren naar wat zich daar beneden
in de diepte afspeelde. De dagen
erna ging je natuurlijk proberen
of je zelf ook een van de vertoon
de kunsten kon maken, of je thuis
de kat kon dresseren, of je net zo
lollig kon zijn als de circusclown.
Het eerste circus, dat ik mocht
bezoeken stond in de Schrans op
een terrein, ongeveer op de
hoogte van het latere gymna
sium. Het was, meen ik, Circus
Wolf, van klein formaat en met in
elk geval een paar olifanten, die
ren, die we nog nooit van dichtbij
hadden gezien.
Later heb ik op het Wilhelmina-
j^l^i ujgt altijd de ingang van 't
circus gericht op het hotel Amici-
tia de circussen gezien van Carré
(vooral paardendressuur), Alt-
hoff, Hagenbeek (met veel wilde
dieren), Sarassani, Straszburg en
Gleich.
De meeste circussen hadden één
piste, een orkest boven de ingang
voor de artisten en de mogelij k-
hel® om in de pauze de stallen te
bezichtigen.
Maar eenmaal heb ik een circus
met drie pistes gezien, ik meen,
dat het Straszburg was. Elke piste
had een eigen programma, dat
telkens wisselde, zodat de bezoe
kers wel het gehele programma
kregen te zien.
Tijdens de voorstelling gingen je
ogen echter onwillekeurig ook
naar de beide andere pistes,
waardoor het kijken nogal een
vermoeiende bezigheid werd.
Maar een grote belevenis was het
zeker!
Op zondagmorgen vanuit Hui
zum naar de stad gaan, soms al
om een uur of acht, kwam voort
uit een zekere verveling, of, be
ter gezegd misschien, omdat er
minder mogelijkheden waren op
een andere manier actief te zijn.
Immers, je droeg je zondagse
kleren en dat maande tot voor
zichtigheid. Dus, dan maar wan
delen. En wel naar de stad, omdat
daar mogelijk iets te beleven
was. Nu, dat viel meestal tegen
en dat was ook wel begrijpelijk.
Want de zondag was voor velen
rust- of kerkdag. In die tijd, om
streeks 1920 was er wel enig
verkeer met hier en daar een
paard en wagen, maar overigens
heersten er rust en stilte.
Onze tocht ging meestal langs
dezelfde route. Na de overweg in
(Vervolg op pag. 9)
Bij de Wirdumerdijk kwamen we langs Amicitia