LANGS OUDE FRIESE KERKHOVEN I 5^8. 7_4„1302 j ZONDAG mindert epema HET DAMESKRANSJE ^l7uT,tAnMmWr' Een stille en stijlvolle begraaf plaats aan de voet van een mach tige Friese dorpskerk, die zich zelf spiegelt in het water van een prachtige poel: wij bevinden ons op de dodenakker van Bozum. Aan de westkant een rijtje wo ninkjes in de schaduw van de kerk, aan de noordkant het groe ne weiland met welvarend Fries stamboekvee en als extra garne ring een machtige boerderij. Veelal goed onderhouden gra ven, waarvan enkele grafstenen ons doen stilstaan en tot naden ken stemmen. Aan de noordkant, vlak tegen de kerkmuur, een droeve herinne ring aan een drama in oorlogstijd. Hier rust het stoffelijk overschot van Mindert Epema, die als jon geman van vier en twintig jaar bij het Limburgse Obbicht sneuvel de voor het vaderland: "Fallen for it heitelan". De tekst is ondertekend met "Dyn Heit, Mem en Lien" en Lien moet, wanneer we goed zijn ingelicht, de verloofde van de arme Mindert zijn geweest. Op het graf van Jacob de Vink, die, drie en zeventig jaar oud, al in 1917 overleed, een gave steen met de afbeelding van een scheepje, waaruit we wellicht mogen opmaken, dat De Vink een schipper is geweest. Een heel mooie levensboom is gebeiteld in de steen boven het graf van Rouke Willem Bruins- ma, die op vijf en zeventigjarige leeftijd in 1977 stierf. OUDER VERDRIET Dan het getuigenis van veel ou- derverdriet bij de laatste rust plaats van Klaasje van der Werf, een prachtige, stijlvolle steen met daarop een geschreven tekst: "It Libben is falie en Opstean - Hjir rêst üs leave Klaasje" en uit de data kunnen we dan opmaken, dat dit meisje slechts acht jaar mocht worden - geboren in 1971, overleden in 1979. Na het publiceren van vorige afleveringen in deze rubriek "Langs oude Friese kerkhoven" ontvingen wij verschillende reac ties van onze abonnees. Mevrouw D. Eilander-Kerkhof te Leeuwarden belde ons naar aan leiding van ons verhaal over de /begraafplaats te Lekkum, waar wij getroffen waren door de tekst op de grafsteen van A. H. Kerk hof, die geleefd heeft van 1841 tot 1905. RUSTPLAATS I ÏQT löE wederopstanding I VAN JROÜKE WILLEM BRUINSMA "Noodlottig overleden" stond er op die steen en mevrouw Eilan der vertelde ons nu, dat Auke Hendrik Kerkhof haar grootva der was, die jammerlijk veronge lukte op de Harddraversbaan bij de Marssumerstraatweg. Daar waren, in verband met een ko ninklijk bezoek tenten opge bouwd en de heer Kerkhof moest er 's nachts waken om diefstallen uit die tenten te voorkomen. Een plotseling opstekende storm deed een van die tenten tegen de grond slaan, waarbij de nachtwa ker dodelijk werd gewond. De heer J. Wouda te Leeuwar den, die getroffen was door de in onze verhalen naar voren ko mende tragiek, schreef ons bij een bezoek aan de begraafplaats te Ter Oele een graf te hebben gevonden van de familie Tiers- ma, die, nu al langer dan honderd jaar geleden, geconfronteerd was met wel heel veel verdriet. Op de grafsteen staat vermeld: "Rustplaats van de zes dierbare kinderen van H. P. Tiersma en A. S. de Vries, 1871". TRAGEDIE Een nader onderzoek leerde de nieuwsgierig geworden heer Wouda, dat het ongelukkige ou derpaar al deze kinderen verloor in de tijd van nog geen vier jaar. De tragedie begon op 31 juli 1864 toen de zes weken oude Anne overleed. In december 1865 verloren de ouders drie kinderen in vier da gen. Op de twee en twintigste over leed de vieijarige Sjoerd, op de vier en twintigste stierf Aukje, twee jaar oud en de volgende dag ontviel ook nog de vijfjarige Pier aan het zo beproefde gezin. Drie jaar later werden de Tiers- ma's nogmaals door overlijdens- gevallen getroffen: op de twaalf de februari 1868 overleed Antje, drie jaar oud en op de eerste april daarna stierf hun zesde kindje, weer een Pjer, nog geen twee jaar oud. Een nu in Langweer wonend familielid, een meneer Tj. Tiers ma, denkt, dat al deze kinderen gestorven zijn aan kroep, en dat is een door difterie veroorzaakte vernauwing van het strotte- hoofd, maar zeker weet hij het niet. Maar wat de oorzaak van het overlijden ook is geweest, er gaat een onvoorstelbaar verdriet schuil achter die simpele tekst: "Rustplaats van de zes dierbare kinderen" - een tekst, die ook nog doet veronderstellen, dat de beklagenswaardige ouders niet meer dan deze zes kinderen heb ben gehad Dan schreven wij in ons verhaal over het kerkhof van Nijega in Smallingerland over een graf steen met een davidsster en de tekst: "Hier rust Leentje Hofste de, geboren 11 februari 1904, overleden 12 april 1944". Onze veronderstelling dat wij hier te doen hadden met het graf van een joods vrouwtje, overle den in haar onderduikerstij d, bleek maar al te waar te zijn. Een van onze abonnees, die na de oorlog als onderwijzeres in Nije ga had gewerkt, herinnerde zich uit die tijd een verhaal over een jammerlijk in de oorlogsjaren omgekomen joodse vrouw. ONDERGEDOKEN Zij attendeerde ons op dat verhaal en een nader onderzoek bracht ons op het spoor van het drama achter deze naam. Het bleek ons dat Leentje Hofstede in deze omgeving ondergedoken is geweest en dat zij op een gege ven moment niet langer tegen de spanning van het onderduiken is bestand geweest. Dagen na haar stille verdwijnen vond men haar stoffelijk over schot in een sloot; ook hier dus een menselijk leed, dat wij niet vermogen te peilen. De heer J. van der Woude te Zaandam werd bijzonder aange sproken door de naam Van der Woude, die hij tegenkwam in ons verhaal over de begraafplaats van Lekkum, waarbij wij een foto plaatsten van een trommel op het graf van Dieuwke Wiebes. Hij vroeg zich af of dat mogelijk familie was en inderdaad, dat bleek zo te zijn. Dieuwke Wiebes was in Lekkum geboren in 1850 "Mar gauw dien mantel uut" seit Hinke, as Janke as een vesopen kat binnenkomt. "Wat een weer, nou?" "Seg dat wel, meens, het blieft mar gieten. Mar, wat is'r hier toch noflik bij jou, Hinke". "Jou binne de eerste, sa'k mar even thee sette? En hoe is't nou met jouw Douwe, de diaken "Nou, dat gaat wel ju, mar't liekt wel of ie mette kerk trouwd is, altied inne weer met het kerkelij ke spul". "He, daar hewwe Frouwke oek al. Durfst er nog deur te kommen met dit weer?" "Nou ja, je suden nog gien hon naar buten jage, mar ja, ons middagje mut altied deurgaan, is't nou waar of niet". Dan komme oek Wiete en Jants- je er in en't stel is weer compleet. "He, he, eerst mar een kopke thee, komt een meens een bitsje bij. "Toe mar, een sukerklont er in, da's lekker. An't draadsje er uut trekke, dan hewwe je er straks oek nog wat an en nog een joadekoek, het ken niet op". "As ik jou vrage mag, Jantsje, hoe is't nou met Wobke?" "Praat mie der niet van, meens, hij is alweer naar Amsterdam, voor saken, jaseker, mooie sa- ken "Mut ie alweer sien haar knippe late? So krijt ie nog een kale kop, ha, ha". "Wiete, hewwe jou nog even tied voor een spultsje een en twinti- ge?" "Nou één spultsje dan, mien saken gaan evengoed deur". en zij overleed in 1929. Zij was getrouwd met Willem Jacob Oedsma, die van 1848 tot 1922 heeft geleefd. "Dieuwke Wiebes" aldus de heer Van der Woude, "moet een tries te jeugd hebben gehad. Zij had namelijk zeven broertjes en een zusje, van wie niemand de leef tijd bereikte van twee jaar. Wat een vreselijke tijd moet dat zijn geweest". En dit geval van gruwelijk fami lieleed doet ons dus sterk denken aan het net gesignaleerde veel voudige verdriet dat de familie Tiersma heeft gekend. De kaarten komme op tafel, nutskes en centen erbij en dan gaat het los. En het duurt mar even of de spanning is te snijen: de kopkes vanne wiefkes lope rood an! Het geluk is disse keer bij Jantsje, die hast elk rondsje wint, terwiel het sweet langs hur voorhoofd loopt. Frouwkje kan het succes van Jantsje niet goed hewwe. "De duvel skiet altied oppe grote hoop" schampert se. "Dou hest alle geluk vanne wereld, must wel tractere de volgende keer". Mar Jantsje is voor even hur huwelijksmoeilijkheden vege- ten. Het is so mar vijf uur en dan mutte de dames opstappe om tuus het broodeten klaar te ma ken. Tot over twee weken bij Hinke, selde tied, selde plaats Enne Rozema HJItt BEST 9 APRIL 19,5 AUEN for ,t hotelar '°*AE« '9«0 T° °S8ICHT (s L 'MEM.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 7