LEEWADDERS, WAAR IS DIT de bekoring van betondefriesland OORLOGSINVALIDE JAKOB STEINBERGER FOTO PRIJSVRAAG Vervolg van pag. 3 zijn hoofd schuin tegen zijn schouder, hetgeen hem natuur lijk al gauw de bijnaam "scheef- nekje" (ook: "tükenekje") be zorgde. Deze bijnamen van groep en persoon duiden overi gens wel op de grote populariteit die de groep destijds bij de Leeu warder bevolking genoot. De zaterdagse drukte op de Brol duurde meestal de avond uit, mede door de veel latere winkel sluiting. In mijn tijd waren de winkels namelijk op zaterdag in elk geval tot tegen negen uur open. Ik weet dat zo goed omdat zaterdags na winkelsluiting de zware cocosloper uit de zeer lange marmeren gang nog moest worden geklopt, welke daartoe over de ijzeren leuning van de Brol-pijp kwam te hangen. Voor dat karwei was dan maar weinig tijd beschikbaar, want het moest vóór tien uur gebeurd zijn om niet grote kans te lopen door de politie te worden bekeurd. Ons huis op de Brol was enorm diep en liep aan de achterzijde door tot aan de Heerestraat. Het door ons bewoonde gedeelte met binnenplaats en achterhuis ein digde op een tweede binnen plaatsje. Van dat tweede binnen plaatsje kwam je in een grote opslag- of pakhuisruimte. Ik her inner me dat mijn vader dat pakhuisgedeelte een tijdlang heeft afgestaan aan het Leger des Heils, die deze ruimte gebruikte voor de opvang van daklozen en andere zwervers. Op zaterdag middagen en zondagen konden zulke omstippers daar dan te recht voor wat warmte en aflei ding, o.m. door muziek en zang Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag "Leewadders waar is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraal 1, 8921 BP Leeuwarden. Uitslag over vier weken. Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij een exemplaar van het boekje "Leeuwarden - ach ja, zo wa< het..." met zestien zeer fraaie foto's van de stad uit een lang ver vlogen tijd. van de heilsoldaten. Ik weet nog met welk een verwondering en verbazing wij als kinderen dat bonte en soms haveloze gezel schap gadesloegen en beluister den door de soms niet geheel afgesloten gordijnen van de pak- huisramen. Deze en dergelijke gedachten kwamen bij me op bij het zien van het bewuste plaatje. Wat ging het in vergelijking met deze tijd in het Leeuwarden van toen in het dagelijkse verkeer met mensen en op straat veel gemoe delijker toe. En het is geloof ik dat gemoedelijke in de dagelijkse omgang vooral, dat mijn beste herinneringen aan die tijd en aan het oude Leewadden het meest bepaalt." Tot zover mevrouw E. Broos- Koster uit Beetsterzwaag. En dan nu weer de prijswinnaar. Dat werd de heer C. Hoekstra te Leeuwarden; hij krijgt een exem plaar van het boekje "Leeuwar den, ach ja, zo was hetmet zestien prachtige foto's van de stad, zoals die vroeger was. Franeker IS" A, A - - (Vervolg van pag. 6) roas skoaten? Of het ie andere herinneringen? Ful it mar ris an, dat sou leuk wéze. Deur de jaren ontkomt er je wel es wat-nou?' "In ut Kleine Krantsje nummer 451 las ik un berichtsje vanne heer enne Rozema over un man in un wagentjse. As jou ut mij frage (en oek wel sonder dat) sü ik sêge, dat dy beskrieving meer lykt op dy fan Jakob Stemberger, Tiroler, soas op syn karke ston, dan op die van Arend de Jong. Ik kon Stember ger fan 'e Saailandmerk, waar hij Frijdags hele prevelementen houde in un mengelmoesje van Duuts en Nederlans. Hij maakte der furig propagande foar de nooit-meer-oorlog gedachte, dy't doe bij een hoop meensen sterk leefde. Bij syn ferhaal ferkocht hij brosjures met plaatsjes fan swaar verminkte oorlogsslacht offers üt 'e eerste wereldoorlog. Ik weet niet, of hij in 'e stad ergus woande. Wel sit in myn geheu gen, dat dizze man in 'e jaren '30 niet ontkomen is an 'e groate antrekkingskracht dy't un sekere Adolf H. op un hele soad Oaste- rykers ütoefende en dat hij in dy jaren wat anders begon te fertel- len. Hij kon goed prate en naar ut mij foarstaat had hij nogal wat in- floed op un groepke nogal idea listische jongeren. As ik daar met mis bin, mutte anderen mij mar weer in ut goeie spoar sette." Ook onze abonnee de heer T. Annema te Leeuwarden herin nerde zich de Oostenrijker nog best. Het was inderdaad niet de heer A. de Jong, maar een bui tenlander, althans hij sprak met een sterk accent. In mijn oor klinkt het nog als volgt: „Nie wieder kriek! Nooit meer oorlok. lek maak propakanda teken oor lok!" „Hij sprak fel en overtuigend en hij was ruim voorzien van anti oorlogsmateriaal, zoals boekjes met verschrikkelijke foto's en beschrijvingen over de eerste wereldoorlog. De mensen kwa men wel onder de indruk en ik denk wel, dat hij op deze wijze ruim in zijn onderhoud kon voor zien". Herinneringen aan deze Jakob Steinberger kwamen ook naar boven bij onze abonnee de heer L. Monderman te Westerbork. Alzo, Jakob Steinberger dus, fel le anti-militarist, van wie wij in onze archieven wel een foto had den, alleen wisten we niet dat dit Steinberger was. Op het bord, dat aan zijn wagen tje hing, stond te lezen: Vredes- propagandist. Reist door de we- „So, gaan je weg uut Leewad den? Gaan je wonen in Buten- post?" „Ja, dan bin'k een bitsje dichter bij mien getrouwde dochter, die woont in Berlijn". reld en maakt propaganda tegen den oorlog en tegen den broeder moord. Alles heb ik beschreven wat ik in Rusland in de loopgra ven op het slagveld en in Siberië in gevangenschap heb doorge maakt. Met mijn portret en ge boorteplaats en photo's van de zware oorlogsverminkten. Zeer interessant". Maar wat er verder van Jakob Steinberger geworden is? Tja, dat weten we niet. Mocht hij nog in leven zijn, dan is hij nu al oer- en oeroud - veel veteranen uit de eerste wereldoorlog zullen er nu niet meer zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 9