BIJ 'T HEENGAAN VAN EEN STILLE MAN GROTE BRAND IN WITTE BEER I c/e ^/vao/t m mm,, „Ik bin uut de stad komen, speciaal om jouw huus te skilderen" „Och heden man, dat mut een vegissing weze, mutte je bij onse huusbaas weze". Een van de mooiste gevels van winkelpanden in Leeuwarden vinden we aan de zonzijde van de Nieuwestad tegenover de Ou de Waag: het is het pand De Witte Beer, waarin de firma 't Spinnewiel. Een fraaie klokgevel met rococo-elementen en de af beelding van een witte beer in de top. Precies vijftig jaar geleden, in het begin van oktober, is het huis aan zijn ondergang ontsnapt, toen het getroffen werd door een gro te brand. Het werd toen bewoond door de familie S. Landstra, die erop de benedenverdieping een zaak dreef in rieten meubelen en kin derwagens. Op een zaterdagmiddag, even na half vijf, ontdekte een voorbij ganger brand in het perceel. Hij snelde meteen naar binnen en trof daar de heer Landstra aan in zijn kantoor, zich van geen enkel gevaar bewust. Maar een moment later sloegen de vlammen al hoog op uit het dak, en vond het vuur gretig voedsel in de Sinterklaasvoor- raad rietwerk, die was opgesla gen op de bovenverdieping. Ook liep al gauw de kostbare bibliotheek van stadsarchivaris Van der Minne gevaar - hij woonde op de eerste verdieping, maar hij was niet thuis toen de brand uitbrak. Terwijl de boeken in manden Als de naam Toomstra genoemd wordt, zal de lezer deze zeker verbinden met de voornaam Klaas en zich de energieke voor vechter in het rode kamp herin neren. Minder zal men den ken aan zijn broer Pieter Toom stra, die nu op zeven en tachtigja rige leeftijd in Dokkum overleed. Toch is dit artikeltje aan deze bescheiden oud-collega gewijd, die meer dan veertig jaar zijn werk bij de 'Algemeene Frie- sche', toen nog zo genoemd, ver vulde. TEGENSTELLING Een grotere tegenstelling dan tus sen hem en zijn broer Klaas is nauwelijks te denken. Zo ging deze tengere, stille figuur rustig zijn gang en hij kwam maar aarzelend te voorschijn, als er een beroep op hem werd gedaan. Mijn herinneringen aan hem cir culeren om het jaar 1935 toen de artistieke Nico de Boer een be roep op hem deed om de Jozef- rol te vervullen in een kerstspel, dat in Akknim in de grote kerk, toen het domein van de progres sieve dominee G. K. van der Horst, zou worden opgevoerd. De V.C.J.B. afdeling onder lei ding van de energieke Griet Boe- rema, hoofd van de openbare school aldaar, kwam voor dit spel medewerkers te kort, die zij leen de van Leeuwarden. En zo trok ken Nico de Boer als regisseur, naar het stadhuis werden afge voerd bestreed de brandweer het verwoestende vuur met groot materieel, maar het gevaar, ook voor de naastliggers, leek zo groot, dat ook buurmari Boeke- ma zich haastte om boeken en voorwerpen van waarde in vei- Pieter Toornstra als toekomstige Jozef, Clara van Zuylen als Ma ria, Carel Klaasen en ondergete kende als adspirant-herders vele malen 's avonds per trein naar Akkrum om daar in de slecht verwarmde kerkruimte te repe teren Het was een lang spel met veel zang en veel licht-effecten. De Boer had met kaasdoek een groot hemelgewelf in de kerk gespan nen, dat met weerstand geleide lijk werd verlicht en een prachtig effect gaf. Toornstra, die een mooie stem had, gaf zich geheel, zeer tot tevredenheid van de veeleisende Nico de Boer. Geen wonder dat ik hem later weer ontmoette als de blinde zanger in het spel ligheid te brengen - ze werden bij de boekhandelaar Berndes ondergebracht. Gelukkig echter bleken al deze voorzorgen overbodig; om half zes, een uur na het uitbreken van de brand, kon al met het nawerk worden begonnen. Toen bleek 'Astrid' dat op Paas-maandag in de Harmonie in Leeuwarden werd gespeeld. Op kantoor werd hij vaak ge plaagd met zijn vermoede klach ten over zijn gezondheid. Hij nam zijn pantoffels mee omdat hij bij het lange zitten last had van koude voeten. Geen wonder dat de onbarmhartige collega's hem zo ziek wisten te praten, dat hij op een pas aangeschafte E.H- .B.O. brancard door de gangen werd gedragen en per directie auto naar huis werd vervoerd. MONTER. Volgende dag verscheen hij weer monter op kantoor. Na zijn af scheid verhuisde hij naar zijn geboorteplaats Dokkum, waar hij ruim twintig jaar van zijn pensioen heeft genoten. Tot voor enkele jaren verscheen hij regel matig op kantoor als hij voor zaken in Leeuwarden moest zijn. Helaas hield hij herinnering aan de situatie zoals die was toen hij vertrok en verloor hij uit het oog dat er snel veel veranderde en vele hem zo bekende figuren al door anderen werden vervan gen. Toch zullen onder de gepen sioneerden er velen zijn, die zich hem met een glimlach zullen herinneren! Leeuwarden H. T. ten Have echter wel dat het hele dak en de bovenste verdieping waren ver woest. Tot opluchting van velen zag men daarna wel kans de monu mentale voorgevel voor instor ten te behoeden: de trotse Witte Beer bleef bestaan! Drie afbeeldingen in deze zevende afleve ring van onze fotoserie "Langs de straat", twee ventsters op de markt, twee klom penschoonmaaksters, ook op de oude veemarkt gefotografeerd, en een petro- leumvrouwtje, al evenzeer een bekend stadsbeeld in een nu ver verleden tijd. De charmante dames met de manden zijn Roosje en Betje Cohen, die al zo vaak in 't Kleine Krantsje ten tonele zijn gevoerd, dat we er nu weinig aan hebben toe te voegen. De tweeling handelde op de oude veemarkt met geringe ivaren als pinda's en potloden en chocola. Beiden zijn ge mengd gehuwd geweest en kwamen door de laatste oorlog heen. Roosje Cohen vertelde ons eens, dat ze haar "honderd en vijf" hadden voorspeld - was die voorspelling uitgekomen, dan zou zij nu nog hebben geleefd, want de dames wa ren van 1881. Roosje overleed evenwel in 1958 haar zuster Betje was toen al jaren dood. De beide dames op de middelste foto maakten in vroeger jaren op de veemarkt de schoenen en klompen van de marktbe zoeken schoon, een lonende bezigheid blijkbaar, die, voor zover we weten, nu niet meer bedreven wordt. Wanneer dit BÉ**" 1 WÊ'ïSË 1 aparte aspect van het reinigingswezen precies verdween is ons niet bekend, maar zeker veel oudere lezers zullen zich da metjes als deze nog wel herinneren. Dan het petroleumwiefke, ook al een treffende plaat uit een tijd, toen er nog veel van dergelijke karretjes in het stads beeld waren te zien. Ook hier kunnen we aan de kleding zien, dat de foto al heel lang geleden is gemaakt, maar waar dat gebeurde weten we niet. Het witte pand rechts heeft veel van een van de vroegere veemarktcafé's, maar we zouden dan niet weten welk het linkse pand is geweest.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 5