DE KLAP OP DE KOP VAN GÖRING DAMES KRANSJE NEP-TERECHTSTELLING BIJ HET BLOKHUIS In het pas verschenen vijfde deel van de zeer fraaie, uit vijftien afleveringen bestaande 'Frisia Illustrata' over tien eeuwen Friesland, de Friezen en het bestuurders, komt deze plaat voor van een execu tie bij het Blokhuis. Maar het is een nep-terechtstelling: het slacht offer, Bolswards burgemeester Comelis van den Burg wordt-in 1787 - het zwaard slechts 'over het hoofd gezwaaid'. Deze foto van Rijksmaarschalk Hermann Göring temidden van vier van zijn meest succesvolle vliegers zou in Leeuwarden kunnen zijn gemaakt. De plaats dateert waarschijnlijk ook van de zomer '43. Vervolg van pag. 1 Meuser, die allen in Leeuwarden hebben gediend. De onverwachte klap, die de Duitser Göring hier opliep deed ons denken aan de sensationele vechtpartij, die in april '45 bij de Harlingerstraatweg ontstond, toen de beruchte Kriminalkom- missar Wilhelm Albrecht met de Belgische Rexist De Gendt twee gevangenen met zich meevoer den naar een afgelegen plaats langs de weg. Een van de beide Hollanders, die mochten vrezen dat ze hier zou den worden doodgeschoten, de bekende Quick-turner Peke Dol- stra, vloog toen onverwacht Wil helm Albrecht naar de keel, waarna beiden vechtend in een sloot belandden. De andere Hol lander, de Leeuwarder Auke de Vries, sloeg meteen op de vlucht, waarna De Gendt vergeefs trachtte hem te raken. Wonder boven wonder bleef de toen al ernstig verzwakte Dolstra de Duitser de baas - hij kon hem ontwapenen en met de verover de revolver op Albrecht en De Gendt gericht zag Peke Dolstra, achteruitlopend, kans te ontko men. In dat geval hing duidelijk het leven van de aanvaller er van af, wat natuurlijk helemaal niet ge zegd kan worden van de merk waardige affaire, waarbij onze abonnee als aanvaller betrokken was. Uiteindelijk resulteerde de oor log, én voor Wilhelm Albrecht, én voor Hermann Göring in een smadelijke dood. DOODSTRAF Albrecht moest in Leeuwarden als oorlogsmisdadiger terecht staan, waarbij hij, vier jaarna het gebeurde, nog eens oog in oog met Peke Dolstra kwam. Ge vraagd naar het incident bij de Harlingerstraatweg verklaarde de Duitser zich er niets van te kunnen herinnerenHij werd ter dood veroordeeld en is in Groningen terechtgesteld. En Hermann Göring stond met vrijwel alle andere groten uit het nazi-rijk als oorlogsmisdadiger in Neurenberg terecht. Ook hij werd - in 1946 - ter dood ver oordeeld, nadat de openbare aanklager Jackson hem als 'half militair, half gangster' had ge- qualificeerd. Twee uren voor hij zou worden opgehangen pleegde hij door het innemen van vergif zelfmoord in zijn cel. "Het wudt nog een spannende partij, waarbij de "ach's" en wee's" niet vanne lucht binne. Mar as uuteindelijk de stand opmaakt wudt bliekt dat niet een wonnen of verloren het. Tevreden trekke de dames de jassen weer aan: "Tot over twee weken, goeie hoor! Enne Rozema Daar sitte se weer, de vrouwkes bij hun kaartmiddagje. Hinke het al thee inskonken. Jantsje tracteert op eierkoek. Het is noflik bij Hinke in huus en se skikke an voor een gesellige kaartpartij, een en twintige van self. Jantsje wint alweer de eerste ronde, krek as twee weken daar voor. En weer sint het Frouwkje niet: "Binne der gien andere kaarten sij wint alweer!" Jantsje gniest mar wat en skuuft hur nutskes bijmekaar. Het spel gaat deur met wisselend succes; dan wint de een, dan de ander. Plotseling skrikke de dames op deur gestommel inne gang. De deur gaat open en, waarempel, het is Wobke. "Hest even een rieksdaalder voor mij?" vraagt hij an Jantsje. "Wat must dou met al dat geld?" vraagt Jantsje verbaasd, mar se is wel so goed om het hur man te geven. "Daar kanst niet voor naar Am sterdam om dien haar te knip pen" wudt er seid en dan is't gnieze en lache onder de dames. "Nog mar een spultsje" roept Jantsje. En weer gane se los. "Och heden" constateert Hinke, "de theepot is leeg. Ik hew nog twee koegelfleskes staan, salie we die mar soldaat make?" "Wel ja" komt de reactie, "late we het mar op een supen sette". Even komt het spul stil te leggen en dan prate se over alles "Hewwe jimme al hoord van Hadjememaar, die ouwe swer- ver in Amsterdam? Die is nota- bene inne gemeenteraad ko zen". Twee tellen later singe se alle maal in koor: had-je-me-maar. "Het is een rare toestand inne wereld" seit Wiete, "so kanne wij Jochum-voor-dubbeltsje- oppe-kop oek wel inne gemeen teraad sette". "Nog één potsje om een cent" denkt Jantsje en dan mut ik weer op huus an".

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1984 | | pagina 7