FAM. BETHLEHEM BEVESTIGT
DEEL VAN GÖRINGVERHAAL
VOOR LEEUWARDEN EN
E WERELD ER OMHEEN
VERRASSENDE WENDING
TWINTIGSTE JAARGANG
26-5-1984 NUMMER 458
VADER NAM
DUITSERS BIJ
DE NEUS...
7 KLEINE KRANTSJE
Er is een verrassende wending gekomen in de voor de lezers van 't Kleine Krantsje
langzamerhand beroemd of berucht geworden geschiedenis van het "Göringverhaal"
Verwekten de mededelingen van onze abonnee, die beweerde in de oorlog op het
vliegveld Leeuwarden de Duitse Rijksveldmaarschalk Hermann Göring een vuistslag
te hebben toegediend, aanvankelijk slechts ongeloof, nu hebben wij getuigen
gevonden, die een deel van de onvoorstelbaar sensationele geschiedenis konden
bevestigen. Bovendien kregen wij de vrijwel volstrekte zekerheid ten aanzien van de
datum, waarop het incident zich moet hebben afgespeeld.
In een van onze voorgaande
nummers hebben wij het algeme
ne ongeloof van de lezers van 't
Kleine Krantsje in het sterke
verhaal van onze abonnee weer
gegeven door het afdrukken van
twee binnengekomen brieven,
die aan duidelijkheid niets te
wensen overlieten.
Een van de briefschrijvers vertel
de in de oorlog op het Leeuwar
der vliegveld te hebben gewerkt
en o.a. de aankomst van de Rijks
commissaris Seyss Inquart ("Zes-
en-een-kwart") te hebben mee
gemaakt.
Hij schreef over de geweldige
beveiliging van een dergelijke
hoge gast en hij veronderstelde,
dat onze zegsman in de oorlogs
jaren nimmer op het vliegveld
was geweest, omdat hij dan ge
weten zou hebben, dat het uit
voeren van een dergelijke aan
slag eenvoudig onmogelijk was.
Ook de tweede briefschrijver gaf
uitvoerig van zijn wantrouwen
blijk en ook hij zei zich niet te
kunnen voorstellen, dat de ple
ger van een aanslag ongeschon
den had kunnen ontkomen.
Voorts vroeg hij zich af of "het
geslacht Bethlehem" mogelijk
nog iets zou kunnen navertellen.
Bij Bonne Bethlehem, smid en
rijwielhersteller aan de Troel-
straweg op de plaats waar nu de
firma Bekius zit, was onze zegs
man, die Hermann Göring de
vuistslag had toegediend, na zijn
vlucht van het vliegveld terecht
gekomen.
"Ik schoot daar het erf op", zo
vertelde hij ons "en daar rukte ik
een band van de fiets en begon
die zogenaamd te plakken, ter
wijl ik mijn gezicht en mijn han
den en ook mijn kleren wat vet
had gemaakt om het te doen
lijken, of ik er weet hoe lang
stond. Even later kwamen de
Duitsers al aanstormen, met au
to's, maar ook op fietsen".
Welnu, na de vraag of de Bethle-
hems nog iets zouden kunnen
vertellen hebben wij in die rich
ting naspeuringen gedaan, waar
bij ons bleek, dat het echtpaar
Bethlehem niet meer in leven is.
Mevrouw Bethlehem overleed in
1970 in Leeuwarden in het Park
herstellingsoord, de heer Bethle
hem was toen al zeventien jaar
dood; hij stierf, plotseling, in de
stormnacht, die Zeeland teister
de.
Maar het echtpaar had twee
dochters en die zijn er nog wel.
Feikje, nu mevrouw Koopal-
Bethlehem, woont in Leeuwar
den en Doetje, nu de weduwe De
Op deze foto, omstreeks 1915 gemaakt, zien we het oude pand van de Bethlehems, dat gestaan heeft op
de plaats, waar later een brede toegangsweg naar het vliegveld kwam. De Duitsers waren hier nog
maar net, toen zij verordonneerden, dat het pand, net als de huisjes rechts, moest worden gesloopt
om ruimte te krijgen voor die nieuwe weg. Iets meer naar de stad werd toen een nieuw pand gebouwd,
waarin nu de firma Bekius zit. Daar was het ook, dat de-man-van-de-klap-van-Göring zich in veiligheid
bracht. In het linker gedeelte van dit oude pand had Bonne Bethlehem zijn rijwielhandel en smederij,
in het rechter deel dreef zijn vrouw Hielkje Bethlehem haar zaak in kruidenierswaren. In wijde omgeving
waren de Bethlehems overbekend. Voor het pand, keurig opgesteld, van links naar rechts de knecht
Graddus, Bonne, Feikje, Hielkje en Doetje Bethlehem.
"Hij is die kant opgegaan!" zei Bonne Bethlehem toen de Duitsers
hem vroegen of hij ook een vluchtende jongeman had gezien. Op dat
moment stond de jongen een paar meter van hem vandaan zoge
naamd een band te plakken...
Jong-Bethlehem, woont in Jel-
sum. Beide dames hebben wij
benaderd en onafhankelijk van
elkaar konden zij het deel van
het verhaal van onze abonnee,
dat betrekking had op hun vader,
bevestigen.
Niet alleen Feikje, ook Doetje
was al getrouwd, toen het ge
ruchtmakende geval op het vlieg
veld zich moet hebben voorge
daan en beide dochters woonden
dus niet meer thuis.
Maar zij herinnerden zich, zij het
vaag, de verhalen van hun ou
ders, waaruit bleek dat er eens
een jongeman het erf van hun
vader kwam opstuiven, die daar
na inderdaad deed of hij de
knecht was van de smid.
Mevrouw Koopal kon zich niet
meer herinneren, waarom de
jongen het erf was opgevlucht,
mevrouw De Jong wist echter
nog heel goed, dat het gebeurde,
omdat hij "een hoge ome" een
klap had verkocht. Het verbaas
de haar zeer van ons te horen, dat
hij uiteindelijk niet was gepakt en
nog steeds in leven is.
De oude heer Bethlehem, moet,
zo hebben wij begrepen, een zeer
behulpzame figuur zijn geweest
en hoewel hij bepaald geen held
was ("Hij was bijzonder be
nauwd voor de Moffen") was hij
het, die de Duitsers op een
dwaalspoor bracht, door ze te
vertellen, dat de vluchteling in de
richting van de stad was ontsnapt
- op dat moment stond hij een
paar meter van hem vandaan
"een band te plakken".
Volgens onze abonnee heeft het
hele geval zich op een zondag
afgespeeld en mevrouw De Jong
bevestigde ons, dat het zeker wel
voorkwam, dat haar vader op
zondagen aan de slag ging, wan
neer de klanten er om vroegen:
"op de onmogelijkste tijden bel
den ze bij vader aan en hij was
wel zo goed om ze altijd te
helpen, of het nu zondag was of
midden in de nacht".
Wat de datum van het incident
betreft meende onze zegsman,
dat het in juli is geweest op "een
prachtige, zonnige dag - en wan
neer dat precies was is misschien
nog bij 't K.N.M.I. in De Bilt na
te gaan" aldus onze abonnee,
die al eerder meedeelde, dat hij
in het geheel niet trots was op de
ordinaire klap.
Nu, wij hebben ons niet met het
K.N.M.I. in verbinding gesteld,
maar wel met de deskundige
weerman Hans de Jong in Gorre-
dijk, die binnen de tijd van vijf
minuten alle gegevens betreffen
de het weer op de zondagen in
juli 1943 op tafel had. "Zondag 4
juli dichte bewolking" aldus de
heer De Jong, "zondag 11 juli
motregen en dichte bewolking,
zondag 18 juli bewolkt en
(Vervolg op pag. 5)