VOOR LEEUWARDEN EN
E WERELD ER OMHEEN
TOEN DE HUIZUMERLAAN
HAAR BOMEN VERLOOR
TWINTIGSTE JAARGANG
4-8-1984 NUMMER 462
Het markante pand op de hoek van de Wirdumerdijk en het Naauw met daarin de Young Men Shop van
de firma Flottow is zeer onlangs geheel gerestaureerd uit de steigers te voorschijn gekomen. Een hele
verbetering op dit punt. Toen, heel lang geleden, deze foto werd gemaakt zat Jamin nog in dit pand; het
bord op de zijmuur vertelt ons dat.
Er is een tijd geweestdat de Huizumerlaan haar naam nog alle eer
aandeed: ze was ooit een echte laan met rijen fraaie bomen aan
beide kanten. Toen in het begin van deze eeuw de bomen werden
geveld klom een van de bewoonsters, de bewaarschoolhoudster
Aaltje Bergsma, in de pen om van haar verdriet te getuigen. Zoveel
jaar later komt haar ontboezeming nog eens in de krant.
De tijd was gekomen, toen vielen de slagen
En velden de krachtige bomen ter neêr,
De pronk van het dorp, en na weinige dagen
Men vond en men kende haar standplaats niet meer.
En weemoed bekroop ons, wanneer ze daar vielen
Ontworteld van takken en blaadren ontdaan.
We brachten in woorden de droeve gedachte
Ook hier heeft geslagen de ure van gaan.
Wat waren ze schoon in de dagen der lente
Wat boeiden die zwellende knopjes het oog,
Als 't zonnelicht streelde 't ontbolsterde blaadje
En 't windje de takken zacht ritsland bewoog.
Wat waren ze dicht als in zomersche dagen
De zon ons bescheen, met verzengenden gloed,
Geen blad zich bewoog, en geen koelte kwam wuiven
Wat deed die verkwikkende schaduw dan goed.
En kwam dan de herfst met zijn stormen en vlagen
En gierden en zweepten de takken dooreen
Steeds ruischte door 't ritslen der vallende blaadren
Een hoopvolle toon van verandering heen.
En kleedde de winter de takken en twijgen
Des nachts in een sneeuwkleed met vorstlijken tooi
Bij flonkrende sterren, en 't vriendlijke maanlicht
Wat was onze laan dan betooverend mooi.
't Is alles veranderd, de boomen verdwenen,
En met haar verdween ook de Huizumerlaan
Een ledige plaats kwam de waarheid verkonden
Der eeuwige wet van het "komen en gaan".
Maar ook van verandren, verbeetren, vernieuwen
De tijd staat niet stil, wordt geen oogwenk gestuit
Brengt andere behoeften, en andre belangen
En luistert alleen naar het wachtwoord: Vooruit.
Men toog aan den arbeid, men groef en men dempte
Naar plannen zoo lang reeds besproken, bedacht
Totdat na een werk van verscheidene maanden
De groote onderneming naar wensch was volbracht.
Toen konden wij roemen op pad en wegen.
Op beter verlichting, op ruimer verkeer
Nu wenschen wij na zulk een groote verbeetring
De Huizumerlaan van 't verleden niet weer.
En toch, als de lentezon speelt met de knopjes
De zomer op nieuw zich in prachtgewaad tooit
De herfsttinten kleuren de vallende blaadren
De wintervorst zich weer met ijskristal tooit.
Dan gaan we in gedachten terug naar 't verleden
Verrijst voor ons oog weer de vroegere laan
Dan spreken we 't nakroost en vrienden en magen
Van "t eenige mooie" der Huizumerlaan.