NOG WEL BOMEN, MAAR GEEN
AUTO'S IN DE SCHRANS
"ACH, KOMEN JULLIE WEER ES LANGS"
ACH, WAT EEN
VOOR LEEUWARDEN EN D^||ij«MpE WERELD ER OMHEEN
OPZIENBARENDE UITNODIGING
TWINTIGSTE JAARGANG 25-8-1984 NUMMER 463
'T KLEINE KRANTSJE
Wanneer we nu, het geeft niet op welk tijdstip van de dag, de
Schrans bekijken, kunnen we ons moeilijk voorstellen, dat deze
straat ooit zo landelijk was als we op deze foto kunnen zien. De
rijen bomen aan beide kanten maakten deze toegangsweg tot
Leeuwarden eerder tot 'n laan dan tot een straat en dan was het
eigenlijk ook nog een wandellaan: in de verte zien we de
voetgangers al aankomen, allemaal gewoon midden op de weg.
Fraai en romantisch is ook nog de straatverlichting; zie de beide
lantaarnpalen links. Om het weer wat mooier te maken keren die
aardige verlichtingspalen hier en daar in het stadsbeeld terug, nadat
ze eerder achteloos waren bestempeld als oud roest. Toen de foto
werd gemaakt had de fiets al z'n intrede gedaan en het is best
mogelijk, dat enkele veteranen van nu zich zelf herkennen als
kleuters op de foto van toen.
Een dame en een heer in Amster
dam waren uitgenodigd bij vrien
den een gezellige avond te ko
men doorbrengen. Toen ze er
arriveerden was de etage ver
licht, maar op hun bellen kregen
ze geen gehoor. Nogmaals en
nogmaals werd geprobeerd de
aandacht van de bewoners te
trekken, die toch, gezien het
brandende licht en de uitnodi
ging thuis moesten zijn.
Maar geen vriendelijk welkom
wachtte de bezoekers; er klonk
alleen het dreigend geblaf van
een hond en verder het geen
geluid zich horen.
Wat zou hier zijn gebeurd?
Na lang overleg besloot het echt
paar de politie in te schakelen,
die op haar beurt de hulp van de
brandweer inriep. Die stond na
korte tijd met een volledige be
zetting voor de deur en toen zou
men overgaan tot het met een
koevoet openen van de deur.
Juist op het moment, dat het
breekijzer tussen de plint werd
gezet opende zich de deur en
daar kwam de eigenaar te voor
schijn om lakoniek te vragen wat
er aan de hand was.
NIKS MEE TE MAKEN...
Het geval werd uitgelegd, waar
op de bewoner, wijzend op zijn
visite, eenvoudig verklaarde:
"Met die mensen wil ik niks te
maken hebben. Ik heb ze wel
horen bellen, maar ik zit bij de tv
en laat me niet storen door die
lui!"
Een pijnlijke affaire alzo, die ons
sterk deed denken aan het ge
val, dat zich in Harlingen moet
hebben afgespeeld, waarbij twee
joodse echtparen betrokken wa
ren.
De vier hadden al jaren onenig
heid met elkaar, tot de mannen
elkaar in de stad troffen en de een
de ander vroeg: "Ach, komme
jullie vanavond weer es langs".
Diezelfde avond stond het echt
paar, keurig in de kleren, dus al
bij de anderen op de stoep, maar
ook hier sorteerde het aanhou
dende bellen geen enkel effect.
Tot er ergens op het bovenhuis
een raam openging en het hoofd
van de bewoner te voorschijn
kwam, waarop de volgende tekst
te beluisteren viel: "Ik vroeg je
om weer es langs te komen, maar
niet om er in te komen