EEN TEGENDRAADSE MAN VAN HONDERDNEGENTIEN LEE W ADDERS, WAAR IS DIT Toeval, dacht u, dat de gefortuneerde Dokkumer koopman Gosse Halder met z'n honderd en negentien jaar ouder werd dan mogen we wel aannemen alle Nederlanders, die voor hem hadden geleefd? Geen sprake van! Want toen deze hoogstbejaarde heer in zeventien twee en twintig voorgoed de ogen sloot, had hij een leven achter zich, waarin hij eigenlijk alles anders had gedaan, dan wat we mogen beschouwen als "normaal" - het veel langer in leven blijven dan ieder ander paste helemaal in zijn lijn. Alzo: een tegendraadse figuur, deze Fries, een echte dwarsdrijver, een exentriekeling, van wie zijn omgeving de vreemdste grillen kon verwachten. Als baby liet Gosse zijn ouders al versteld staan door zich in z'n wieg voortdurend om te draaien niet zodra hadden ze zijn klei ne koppetje op het kussen ge legd, of het wurm begon zo te woelen, dat het hoofd op het voeteneind kwam. Nog geen jaar oud kende hij het verschil tussen de lepels, waar mee hij werd opgevoerd. Han teerde z'n moeder een zilveren lepel, dan begeerde hij een hou ten, pakte ze de volgende keer een houten, dan prefereerde het dwarskopje een zilveren en zo ging het dag in, dag uit. OP SCHOOL Op school verpofte Gosse het om het abc te leren, voor hij het schrijven had geleerd - overi gens verscheen hij meestal pas in het schoolgebouw tegen het eind van de les. Nauwelijks achttien jaar oud deelde Gosse zijn ouders mee, dat hij van plan was een vrouw te zoeken - toen hij uit de in stemmende reactie begreep, dat dit de ouwelui niet onwelkom zou zijn, besloot hij er nog maar even mee te wachten. Pas tegen z'n dertigste werd hij verliefd op de dochter van een weduwe. Gestreeld door de at tenties van de reeds als rijk be kend staande koopman, gaf het meisje te kennen zo snel moge lijk te willen trouwen. Prompt verbrak de man de ver houding om direct daarna. haar moeder het hof te maken. Maar die ontstak in woede en wees Gosse de deur met het strikte verbod ooit nog een vin ger naar haar kind uit te steken. Het gevolg: binnen de kortste keren trouwde Gosse de dochter en het werd nog een goed huwe lijk ook. Met stijgende verbazing zagen de Dokkumers daarna hun stad genoot ook in gehuwde staat de gekste streken uithalen. Pas tegen het opkomen van de zon placht hij naar bed te gaan om tegen zonsondergang op te staan 's avonds nam hij zijn ontbijt, om twaalf uur 's nachts gebruikte hij het middageten en 's morgens vroeg z'n avondmaal. In de zomer liet hij in alle kamers de kachel branden, 's winters mocht er alleen in de keuken, maar niet in de kamers worden gestookt. 's Zomers ook at hij bij voorkeur ingelegde en gezouten winter- kost; in de wintermaanden deed hij z'n uiterste best verse groen ten aan te schaffen. Liet hij een rijtuig komen, dat zat hij er zelden in, maar liep hij er meestal naast of er achteraan Als spreker had hij de naam "verstandig en betooverend" te kunnen redeneren, maar vaak hield hij midden in een gloedvol le speech z'n mond en ging hij er vandoor, z'n toehoorders ver baasd achterlatend. Productief als schrijver was "zijn stijl schoon, z'n smaak onver- valscht en verheven en zijn ver nuft onuitputtelijk in de keurig ste vindingen". Maar werden zijn opstellen of gedichten gepre zen, dan wierp Gosse zijn werk in het vuur of verscheurde hij het tot snippers. Een van zijn eerste gedichten daarentegen, "door alle kenners afgekeurd" liet hij in druk ver schijnen. Bijna veertig jaar was Gosse Hal der getrouwd, toen zijn vrouw overleed. Gebroken zat de koop man drie dagen en nachten, zon der te eten of te drinken, bij het lijk. Tot hij na het lezen van een ontvangen troostbrief opvloog en besloot een plezierreis te gaan maken, de begrafenis van zijn vrouw overlatend aan de meid en een oude knecht. GEKKE GRILLEN Na z'n terugkomst kreeg Gosse Halder bezoek van een hervorm de dominee, die hem vermanend toesprak en hem zei, niet zo door te kunnen gaan met z'n gekke grillen. "Gij hebt mij overtuigd en zie nu, wat het gevolg uwer raad geving zij" antwoordde onze koopman, die nog dezelfde dag naar Brussel vertrok - daar werd hij Rooms Katholiek en trok hij zich in een klooster terug. Toen de kapper kwam liet hij zich zijn kruin slechts voor de Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag Leewadders waar is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraat 1, 8921 BP Leeuwarden. Uitslag over vier weken. Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij een exemplaar van het boekje "Leeuwarden - ach ja, zo was het. met zestien zeer fraaie foto's van de stad uit een lang ver vlogen tijd. helft kaalscheren, waarna hij de grootste pruik kocht, die er in heel Brussel te vinden was. DIT GROOTMOEDERS ANSICHTEN ALBUM i,- Dat de bekende Leeuwarder Joseph Dwinger, die leefde van 1877 tot 1942, niet alleen fotograaf, maar ook uitgever van prentbriefkaarten was, leert ons deze uit Grootmoeders Ansichtenalbum te voorschijn gekomen kaart van het Fanfare corps "Vooruit" uit Leeuwarden. "Uitg. J. Dwinger, fotograaf, Leeuwarden" staat er op. Een kostelijke plaat met al die mannen met hun mooie bolhoeden, maar wie het allemaal zijn weten we helaas niet. Maar misschien zijn er lezers, die er hun vader of grootvader op herkennen: dat horen we dan wel. Bij het begin van de vastentijd liet Gosse in 't klooster een tafel met een overvloed aan vlees en wild aanrichten - tegen het eind van de vasten zond hij alle eet waar naar een armhuis, zonder er zelf iets van te hebben gehad. Mocht er geen vlees maar wel vis gegeten worden, dan at hij niets, mocht het wel, dan bestelde hij voor zich alleen een portie van de lekkerste vis. Hoewel het kloosterleven de Dokkumer goed leek te beval len, besloot hij kort voor het ein de van het proefjaar naar Fries land terug te keren als afscheidsgroet liet hij honderd roggebroden van elk tien pond en honderd geselroeden naar het klooster brengen. Twee dagen voor zijn overlijden, al honderd en negentien jaar oud dus, kwam Gosse Halder op het idee zijn testament te maken. Maar welke notaris hij ook liet komen, niemand bleek bereid zijn laatste wil zwart op wit te zetten - Gosse's wilsbeschikking was gewoon te absurd om over te praten en "liep volstrekt tegen alle regels van regt en billijkheid en gezond verstand in". Zo stierf de exentrieke Gosse Halder, Frieslands merkwaardig ste Fries, zonder testament en werd zijn lijk - wat hij graag had gewild - niet in stukjes onder de Dokkumer bevolking verdeeld; noch ontstond er een fonds, waaruit iedereen met premies zou worden beloond, die zich vrijwillig zou ophangen, of zich een kogel door het hoofd zou schieten.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 9