DICKVAI NDE R H EIJDE j R/RE KLA M IE WAT EEN ONRECHT IN VROEGER JAREN TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN 1 SCHOOL 7 A ONDERWIJZER GEVRAAGD jozef isreëlsstraatK 0 leeuwarden 0! 58-12 4984 adviesbureau voor reklame en publiciteit Dit is een klassefoto van School 7a uit het jaar 192S, ons toege stuurd door onze abonnee, de heer J. Kalma uit Den Haag. We beginnen bij de bovenste rij en we gaan, als altijd, van links naar rechts: Boukje Meiners, Tinie Abelsma, een Janke, twee onbeken den, Trijntje Rengers en nog een onbekende. Op de tweede rij: Hendricus Benner, een onbekende, Jacob Meier, nog een onbeken de, Douwe Zuidema, Koos de Vries, Freerk Faber, Klaas Semploni- us en een onbekende. De vierde rij: een meisje Gerritsen, Rieka Bakker, Trijntje Boes en Jacoba Kamminga. Tenslotte vooraan: Sijbren Catier, Grietje Smeding en Johannes Noordhof. Wie in oude kranten de verslagjes van rechtzaken leest moet, de verdachten gelovend, wel tot de conclusie komen, dat er in vroeger jaren veel onrecht is geschied. Herhaaldelijk moeten er beklaagden ten onrechte veroordeeld zijn, met de regelmaat van de klok sloegen de rechters de plank ver en ver mis. Laten we ons nog eens even verplaatsen naar de tijd van toen om een kijkje in de rechtzaal te nemen: het onrecht komt ons van alle kanten tegemoet. te en, volop genietend van de natuur, in de buurt van Franeker kwam, kreeg hij bij het passeren van een woonwagen plotseling een emmer met vuil water over zich heen. Onmiddellijk daarna barstte de woonwagenbewoonster, B. de J. uit Leeuwarden, uit in een dave rende schaterlach. De heer Meinardy, blijkbaar niet op deze uitzonderlijke begroe ting gesteld, schakelde de politie in, zodat de woonwagenbe woonster terecht moest staan. Nu echter bleek, dat zij geheel onschuldig was: zij had na het schrobben en dweilen van de wagenvloer het smerige water "gewoon weggegooid" - dat me neer Meinardy de weg van de waterval kruiste was niet haar, maar alleen zijn zaak geweest. Toch werd ook deze onschuldige met een veroordeling geconfron teerd: vijf gulden boete of vijf dagen hechtenis. Op de negenentwintigste maart 1936 kreeg de negenentwintigja rige Leeuwarder logementhou der P. S. het aan de stok met de politieagent F. van Vliet. Die wil de de kroegbaas meenemen en hij zei dat dan ook: "Het is maar beter, datje met me meegaat". Maar S. zei dat hij niet dronken was; hij stond op het punt zijn huis binnen te gaan en hij verzet te zich. "Toen" aldus de logementhou der voor de rechter, "gooide hij zijn fiets voor mijn voeten, waar door ik viel en ging hij boven op me zitten". Dat was dus niet zo mooi van die agent, maar toch werd de zich onschuldig voelende logement houder wegens verzet na een eis van veertien dagen gevangenis straf met drie tientjes beboet. De houder van een verlofzaak in Jelsum, D. van H. werd geverba liseerd omdat hij een aantal aan gebroken flessen sterke drank in voorraad had. Een duidelijke overtreding zou je zeggen: maar voor de kanton rechter toonde de verlofhouder zijn onschuld aan: hij zou spoe dig zijn zilveren bruiloft vieren en had voor het komende feest alvast wat ingekocht. "Mijn vrouw had alles in de tap kast gezet, want een kelder heb ben we niet, maar het moest die nen voor familiebezoek op de bruiloft" aldus de verdachte. "Maar" zo reageerde de ambte naar, "Uw verhaal is te mooi om waar te zijn. In elk geval moch ten de dranken in een verlofzaak niet aanwezig zijn". Alzo toch een veroordeling en wel tot vijftien gulden en ver beurdverklaring van het sterke bruiloftsvocht. Een Leeuwarder musicus, een zekere P. K., werd in de Heere straat geverbaliseerd, omdat hij daar zonder vergunning met zijn harmonica stond te spelen. Voor het kantongerecht werd daarvoor een boete van dertig gulden en vernietiging van het instrument gevraagd. "Maar ik ston inne portiek te speulen en niet oppe openbare straat" betoogde de musicus. "Ik staan hier inne rechtszaal heren, mar ik staan niet oppe Keizers gracht, o zo!" Toch viel ook hier een veroorde ling: vijf en twintig gulden boete. Toen de Huizumer meneer C. J. Meinardy een fietstochtje maak "Door het overlijden van den Onderwijzer H. S. Elsinga, de Openbare School in het dorp Bozum vacant geworden zijnde, worden Sollicitanten naar dezelfde uitgenoodigd, om zich uiterlijk vóór den 20 Junij e.k., schriftelijk aantegeven ter Secretarie van Baarderadeel te Weidum, met vrachtvrije inzending tevens van hunne Akten van algemeene toelating, welke ten minsten van den derden Rang moeten zijn, van Getuigschriften van goed burgerlijk en zedelijk gedrag, alsme de van bewijzen van goed praktikaal onderwijs terwijl het vergelijkend Examen is bepaald op Donderdag den 30 Junij e.k., des voormiddags ten tien uren te Bozum. Het vast Jaarlijksch Tractement is, behalve vrije Woning en Tuin, 300:00, waarvan 170:00 uit de Kerkvoogdij kas en 130:00 uit de kas der Grietenij wordt betaald, benevens de Schoolgelden van 50 a 60 Leerlingen, welke in het V4 jaar 30 Cents betalen, en is de Onderwijzer aldaar verpligt tot de waarneming van het ambt van Koster, Voorzanger en Orga nist en belast met de bezorging van het Dorpsuurwerk". (1825)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 11