"IK KOM BIJ U ETEN ZONDER
TE BETALEN," SCHREEF HIJ
0
ï\j 3 /S /5
DAMES
KRANSJE
DOMINEE ZELLE HAD HET AARDIG VOOR ELKAAR
De onlangs overleden veelbesproken Leeuwarder dominee Zelle blijkt verschillende
vriendschappen te hebben gehad met mensen, die hij periodiek placht te bezoeken.
Een van deze vaste kennissen, onze abonnee de heer H. Veenstra te Damwoude, die de
predikant bijna vijf en twintig jaar heel goed heeft gekend, heeft alle in deze periode
van de dominee ontvangen briefkaarten trouw bewaard en deze curieuze correspon
dentie samengebracht in een plakboek met verschillende artikelen uit kranten en
tijdschriften, geeft ons een treffend inzicht in de bijzondere levenswijze van deze
merkwaardige figuur.
oA; CUiÓL O
De heer Veenstra leerde domi
nee Zelle kennen in 1959, toen
de predikant werd aangezocht
voor een spreekbeurt voor Patri
monium in de Gereformeerde
kerk in Murmerwoude. Eerdei
had de heer Veenstra de dominee
al enkele malen gehoord op be
sprekingen over de koers van dt
Anti Revolutionaire Partij.
'Geachte Voorzitter' schrijft dc
dominee op z'n eerste briefkaart,
die evenmin als alle volgende
correspondentie is gedateerd.
„Ik hoop te komen met een rede
met debat op Woensdag 2 de
cember. Titel der rede:Patrimo
nium en de bom op de Zeven
Provinciën. Maak maar veel pro
paganda, o.a. in het Friesch Dag
blad. Als u zorgt voor veel pu
bliek, zal ik zorgen voor veel
geld in de collecte. Kosten, alles
inbegrepen, fl. 25.-. Als het te
duur is, dan minder, dat hangt af
van de collecte. Tot ziens D.V."
In een tweede briefkaart, er haas
tig achter aan gestuurd, bericht
de dominee, dat hij op de fiets
hoopt te komen en dat hij 'wel
gaarne bij iemand wat wil eten,
voor de rede'.
GASTVRIJ ADRES
Welnu, wat dit laatste betreft
vindt hij bij de familie Veenstra
in Het Witte Huis een gastvrij
adres: de dominee mag mee-eten
en neemt op zijn verzoek ook
nog een hele stapel oude kranten
en tijdschriften mee naar huis.
Hij is daar zo dankbaar voor, dal
hij bij een tweede spreekbeurt,
twee jaar later, geen vijf en twin
tig gulden honorarium vraagt,
maar 'omdat ik al die bladen van
u kreeg' slechts twintig gulden
plus twee gulden reiskosten
want deze maal komt hij met 'dt
Dokkumer bus". De titel van dt
rede is ditmaal: 'Jachthonden en
keffers'.
Er is intussen een zo goede ver
houding ontstaan, dat de domi
nee daarna de volgende opmer
kelijke tekst aan zijn briefkaart
kan toevertrouwen: 'Geachte Fa
milie. D.V. Donderdagmiddag
komen wij per fiets bij U aan. 1.
voor de bladen. 2. om mee te
eten zonder te betalen. Wilt U de
bladen even inpakken s.v.p.?'
MEE-ETEN
In vrijwel alle - ongedateerde -
briefkaarten, die dominee Zelle
in de loop van de jaren daarna
naar zijn relatie in Murmerwou
de verzendt, vinden we het zo
zeer begeerde eten en de vurig
verlangde lectuur terug.
'Als alles oké is D.V. komen wij
a.s. Donderdagavond de 2 paket-
ten halen en mee-eten s.v.p.'
'Donderdagavond komen wij U
bezoeken met de jaarlijkse visite.
Kunnen wij een beetje mee-eten
naar gewoonte. Gaarne wil ik
weer wat bladen mee terugne
men. Wilt U wat bij elkaar zoe
ken?'
'Wij komen als vanouds D.V. a.s.
Donderdagavond U weer opzoe
ken om mee te eten en allerlei
lectuur op te halen. Wilt U het bij
elkaar zoeken, o.a. A. R. Staat
kunde, Tot vrijheid geroepen
enz enz en diverse brochures.
Graag zouden wij weer een heel
pakket willen meenemen s.v.p.'
November 1977 schrijft dominee
Zelle een briefkaart, die iets af
wijkt van alle andere.
'Geachte br. Veenstra en echtge
note. Hoe gaat het met U? Wij
komen U bezoeken om wat lec
tuur te halen. D.V. Donderdag 17
November. Ik ben om elf uur bij
U en vertrek weer om 3 uur met
een pauze om te eten. Voorwaar
de is: geen windkracht 7 en
hoger/ een bui is niet zo erg, geen
sneeuwbuien/geen gladde we
gen. Als ik niets hoor neem ik
aan, dat het past. Als het niet
goed is dan gaarne even bericht
s.v.p. Als U luistert naar het
weerbericht om 7 uur weet U
meteen dat ik wel of niet kom.
Hopende tot ziens D.V. Donder
dag a.s. elf uur tot 3 uur. Vriend J.
H. Zelle'
Eenmaal zien de heer en me
vrouw Veenstra hun gast niet
opdagen, maar prompt brengt de
post de verklaring: 'Wij waren
verhinderd te komen wegens een
plotselinge spreekbeurt. Ik kom
nu D.V. onverwacht in de maand
November. Ik schrijf niet meer.
Ik sta zoo voor de deur, maar
even geduld s.v.p. Tot ziens'
Ook wanneer een plotselinge on
gesteldheid de predikant verhin
dert naar Murmerwoude te fiet
sen stuurt hij meteen een excuus-
briefkaart.
ONZE EXCUSES
'Onze excuses, ik ben ziek, ik
kon onmogelijk komen. Zondag
kreeg ik het te pakken, zweten en
toen in de buitenlucht. Zware
bronchitis, veel hoesten en ver
hoogde temperatuur. Toch wilde
ik. Ik had de fiets klaargezet met
het koffertje. Woensdagmorgen
stond ik om zes uur op, maar het
ging niet, toen weer in bed gekro
pen. En dan is het lastig, dat ik
geen telefoon heb, de buren wil
len niet en de straattelefoon is
steeds kapot door de lieve jeugd.
Ik zie Moeder Veenstra al met al
dat eten zitten en de grote eter
komt maar niet. Wat jammer,
veel excuses daarvoor, ook geen
telefoon, wat moetje dan'.
De heer Zelle schrijft dan dat hij
over ongeveer drie weken wel
verschijnt: 'Zet het eten maar
zoolang in de vrieskast. Om elf
uur wil ik bij U zijn ongeveer
voor de koffie'
De laatste jaren begint de interes
se Van de gast voor lectuur steeds
meer te verminderen, maar stelt
hij daarentegen wel meer eisen
aan het eten, dat mevrouw Veen
stra op tafel zet:
'Ik ben geen liefhebber van wit-
Hz-y.-h* t. i c&'.yc-+ci*_
/l~>j cO V Jij J c'lc
1, (TN\ /o-djf/t JjL'Vlrm izt'izfozrC'Z- (f/x. *»5/
J i/j ar? yAu A fyy^Jlin 7
AA (i/C im jJXt- HW ,j (P/V, U-L-CJ AA'A" f&l'o
1
- V 7 J
O u
■h /-v, A-i -A^-r
W.-/ jf /?A-uAin®/ywi.
i/
/jnV'i /Az'lA
■7/ ..sL-L S
lof. Wel van stamppot, zuurkool
of boerekool met worst'
'Eten we boerenkool met worst?'
Tenslotte komt de snel achteruit
gaande gezondheid van de domi
nee ook tot uiting in de corres
pondentie.
De allerlaatste briefkaart, van de
zomer van 1982:
'Geachte br. H. Veenstra en echt-
genoote. 1. Wij komen D. V. op
Woensdag 14 juli met de bus. 2.
Op welk perron vertrekt de bus
uit Leeuwarden, hoe laat en wel
ke halte uitstappen in Damwou
de? 3. Ik weet er niets meer van,
daarom gaarne informaties van
U als het kan. 4. Ongeveer elf uur
hoop ik aan te komen'.
Dit werd ook het laatste bezoek,
dat dominee Zelle aan zijn vrien
den in Damwoude bracht. In hun
herinnering zal de overleden pre
dikant blijven voortleven als een
goede vriend, die op zijn eigen
aparte manier gezelligheid mee
bracht. Hij placht niet alleen de
etenstafel alle eer aan te doen,
maar vulde ook het Witte Huis
met zijn stentorstem, wanneer er
gezongen werd.
Dat hij er zo nu en dan 'als een
schooier' bijliep, zoals de heer
Veenstra het zegt, deerde hem
niet; ook trok hij zich nimmer
wat aan van de berispingen, die
mevrouw Veenstra hem zo nu en
dan gaf, omdat hij zijn haar
pikzwart verfde: Hou daar toch
mee op, u hebt immers heel mooi
haar, waarom dat nou ook nog
verven?'
Eén van de laatste briefkaarten van Dominee Zelle: "Ik weet er niets meer van
Janke is weer de eerste bij 't
huuske van Hinke voor het tra
ditionele treffen, het spultsje een
en twintigen.
"Wat nou, Hinke, leze jou de
krant met een vergrootglas? 't
Wudt tied, dat jou es een bril
anskaffe.
"Nou, soveul lees ik niet, elke
dag de Leewadder en een keer
inne week De Vrije Socialist, dat
is alles. Mar een bril mut ik niet
hoor, veuls te duur.
Daar komme de anderen oek al
an, Frouwk, Wiete en Wietske is
oek op tied.
Kaarten op tafel.
"He meensen, wat noflik nou
weer, sun middagje kaarten met
alle afwisseling het een meens
wel noadig.
"Ik hew so veul melk inne huus"
seit Hinke, "dat ik su segge, sa 'k
mar wat theemelk make, dan
gaat het een bitsje op.
Se binne der allemaal voor, 't is
oek weer es wat anders, nou.
Janke: "Ik was sundag met
Tjeerd an 't kuieren langs de
Dokkumer Ee, mooi weer nou,
en wie sien ik daar? Heilige Ma
rie! Een vreemd frommes, nou."
Nou wou ik wel es een knappe
kaart hewwe, jimme geve oek
niks weg vanmiddag.
"Niet seure Janke, we speule
hier voor ons plesier.
"Ik hew voor jim nog een lekke
re kokosmakroon, dat sal er wel
ingaan docht ik su."
So kletse de vrouwkes mar deur
en de centen komme nou weer es
bij de een, dan bij de ander.
Wiete seit dat het een slimme
tied is, teugenwoordig, wat een
werkeloosheid, wel honderddu-
zend meensen sonder werk.
"Voor een kleine sutelaar is er
niks meer te vedienen" mutte je
mar denke."
"Hewwe jim de Zeppelin nog
fliegen sien boven de stad? Die
Duutsers kanne der wat van.
"Ja, at se mar mooi tuusblieve
met hun gevlieg."
,,'t Is een rare wereld en de
meensen mar danse, nou weer
die gekke dans, ja hoe hiet ie oek
al weer, o ja, de Charleston, 't
Wudt hoe langer hoe gekker.
"Wie mut er nog een kopke thee-
melk?"
"Ik niet, ik wurd er so sliemerig
van."
Nog één rondsje kaarte en dan is
oek disse noflijke middag alweer
op sien end.
"De volgende keer" seit Wiet
ske, "dan nim ik een sukerbrood
met, onse bakker maakt die su
lekker, daar kanne je gewoon
niet van afblieve."
Met dat mooie vooruutsicht
gane de manteltsjes en fesjes
weer an: tot over veertien da-
&en' Enne Rozema