Friesland Bank Uw eigen bank BRIEF UIT AUSTRALIË Ik woon nu al weer vier en dertig jaar in Australië en daarom zie ik wel vaak uit naar 't Kleine Krantsje, dan weet ik weer wat er vroeger is gebeurd in het oude Leewadden, waar ik zelf in de Grote Hoogstraat heb gewoond. De fotoprijsvraag 'Leewadders, waar is dit?' kan ik meestal wel oplossen, maar ik kan natuurlijk het antwoord niet opsturen, om dat ik nogal wat verderop woon en het niet tijdig zou overko men. De laatste foto, die ik zag, die van de Speelmansstraat en de Kleine Hoogstraat herkende ik natuurlijk onmiddellijk. Ik herin ner me, dat er eens een veldslag plaats vond tussen de jongens van de Roomse school en de 'Zaksen' - de Zak was een straatje bij de Bollemanssteeg, waar de meeste jongens woon den. De jongens van de poppekast waren ook betrokken bij de veldslag en zij woonden in de Bontepapesteeg. Wanneer we hun namen niet wisten, begreep iedereen wel wat we bedoelden als we spraken over de mannen van de poppekast, want er was er voor zover ik weet maar één en hij gaf vaak voorstellingen bij de oude Waag. De aanvoerder van de Zaksen was Swatte Niek, een grote ster ke jongen, die bij Poelier De Jong de kiepen en de duven de nek omdraaide, wat ik vaak zag, wanneer ik mijn'duiven aan De Jong verkocht. Mijn broer en ik hadden twee duiven, meeuwtjes waren het, maar er kwamen te veel klach ten van de mensen uit de buurt, wanneer ze de witte was anne liene hadden en de duven oppe liene sitten gingen, om op het skone wasguud te skieten. Toen heb ik die duiven maar naar de poelier gebracht en ik verkocht ze voor drie stuivers het stuk. Als ze langer dan twee weken wegbleven dacht ik, wat zou er met die beestjes zijn ge beurd, want meestal kwamen ze binnen een week weer terug in het hok. Soms kwamen er ook wel wilde duiven in het hok, die je venijnig in de vingers pikten en die we "Hoeveul meeuwkes hewwe jou eigenlijk?" vroeg poelier De Jong. ook maar verkochten aan de poelier. Op een keer zei poelier De Jong "hoeveul van die meeuwkes hest dou wel niet?", waarop ik direct antwoordde "weet ik veul. In 't Kleine Krantsje staat wel vaak wat ze in de verschillende buurten deden, zoals bakkert- schieten, ruutsjetikke, voetbal len en noem maar op, wat ze trouwens in alle buurten wel hebben gedaan. Wij hewwe dat inne binnenstad oek wel deen, mar we hewwe Napoleontsje oek wel es met de bal voor de hasses skoten en de duve-eiers vanachter de wiezer- plaat vanne Oldehove weghaald. Ik kan het hele Kleine Krantsje wel volskrieve en as jimme nog es wete wille hoe het peerd van Van der Goot oppe kletter sloeg of hoe Van der Ploeg sien gebit kwietraakte, of hoe ik has't veso- pen bin inne Kelders, mutte jim- me mar es een kik geve in 't Kleine Krantsje, dan beskrief ik dat nog wel es een keer. Albany, Australië Ouwe Hoogstrater At jou nog meer te vetellen hewwe mutte je het niet late, segge we dan mar. Red. 't KL Kr. JUT EN JIJE In een vorig Kleine Krantsje vroeg de redactie of iemand meer wist van de gebroeders Bouma, de uitvinders (Jut en Jije) over wie de laatste tijd nog al wat is geschreven. Mijn vrouw, die als meisje Jo hanna Rauwerda heette, woonde op de hoek van de steeg, waar Oanne en Sietze ook woonden, namelijk Kloosterburen. Zij meent te weten, dat Oane in Fra- neker is terechtgekomen. De broers hadden ook nog een zuster, Akke, die met een zekere meneer Bok is getrouwd. Waar deze mensen zijn gebleven we ten we niet, maar misschien is er nog iemand te vinden, die er nog meer van kan vertellen. ringen uit mijn jeugd" hem niet helemaal geloofwaardig overko men. In een reactie op dit schrijven van de heer Chr. Doorenbos te Leeuwarden lees ik: "We gingen vissen in het Stroomke, een slootje bij de gasfabriek, waar we nooit lastig zijn gevallen door de bewoners van de Poppe buurt". Die gasfabriek stond daar dus wel degelijk. Volgens mij wekten vissende jongens geen irritatie op; eerder een paar jonge meisjes met een kinderwagen, die door hun ver schijning een steenwerper de ge dachte gaf: "die horen niet bij ons". Dat veronderstel ik ten minste. De Poppebrug met de trapjes zijn we met de kinderwagen met hulp overgekomen, maar ik kan me niet meer herinneren van wie - ik heb slechts een vage voor stelling van een jonge man. Toen wij plusminis 1912 langs de Poppebuurt liepen zagen we daar een wijk met aardige nieu we houten huisjes, die door meerdere bewoning waarschijn lijk teruggelopen zijn. Er liepen arm geklede kinderen, maar we verwachtten daar geen narigheid van. Wat een diepe ellende beschrijft de heer Faber met betrekking tot de armoe en bewoning aldaar. Het lijkt ongeloofwaardig, om zijn woord te gebruiken, dat zijn ouders kans zagen hem naar het Gymnasium te laten gaan. Mijn petje af voor deze ouders, voorhem en zijn broers en zus ters, die zich omhoog wisten te werken en nog wel tot leidingge vende functies. Allen moeten ook een goed verstand hebben gehad. De verhaaltjes, die ik beschrijf in "de Herinningen uit mijn jeugd" zijn naar waarheid gebeurd en er is geen woord fantasie bijDe heer Faber vroeg zich nog af, waar wij indertijd woonden. Dat was in 't laatste huis aan de Em- makade tegenover de Tweede Kanaalsbrug. Op zijn verzoek onderteken ik nu met: Den Haag Sippie van Tuinen Het wordt langzamerhand een beetje ingewikkeld met die "Gasfabriek". De heer Doorenbos heeft zich vergist, toen hij de aanduiding gasfa briek gebruikte in plaats van Electrische Centrale en we De in 't Kleine Krantsje afge drukte foto van het Oldegalileën waar de Bouma's hebben ge woond, was prachtig mooi. Pre cies zoals het in die tijd was. Op maandag het wasgoed aan de lijn en iedereen met een hok in de bleek met kippen of iets derge lijks. Wij woonden zelf in de steeg tegenover de lantaarnpaal, de Steenhouwerij. Door de steeg kwam je bij de Dokkumer Ee, waar ons huisje stond. Rechts van de houtmolen, die al electrisch werd aangedreven toen de foto werd gemaakt, ziet men achter de lange paal het dak van het huis van Van der Weide, die zijn tuinen achter de bleken en hokken had liggen. Leeuwarden Jac. Bakker TE LAAT Het schrijven over de Harlin- gertrekvaart, onlangs in 't Kleine Krantsje, deed mij er aan den ken, dat een van de huizen bij de meelfabriek Fortuna werd be woond door een Branderhorst, een rijksveldwachter. Een zoon van hem was bij mij, of, anders gezegd, ik bij hem op school 5 in de Schoolstraat. Dat was Gijs Branderhorst, een leuke snaak, die het zich kon veroorloven te laat op school te komen. Hij moest immers, op weg naar school, twee bruggen passeren, de Verlaatsbrug en de Prins Hendriksbrug en gezien de nogal drukke binnenvaart in die dagen hoefde hij niet te jokken om zijn te laat komen te recht vaardigen. Haren A. H. Bergsma POPPEBUURT In nummer 473 schrijft de heer Faber uit Haarlem, dat mijn stukjes onder de titel "Herinne- Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. nemen aan, dat mevrouw Van Tuinen dezelfde vergis sing heeft begaan. Was het misschien zo, dat de gebou wen van de Centrale in vroe ger jaren door de jeugd ge makshalve maar "gasfabriek" werden ge noemd? Red. KI. Kr. ZUSTER JOHANNA Bij de viering van het honderdja rig bestaan van het Bonifatius Hospitaal is mij opgevallen, dat er een zekere zuster Johanna in het gedenkboek ontbreekt. Zuster Johanna zwierf in de der tiger jaren door de hele stad in weer en wind om gratis zieken en ouden van dagen te helpen. De oudere buschauffeurs namen haar wel mee zonder dat zij hoefde te betalen. Ook dokter Van Staveren was een pracht mens, die altijd be reikbaar was en die in sloppen en stegen werkte, waar niets te halen viel. Wie weet meer van Zuster Jo hanna en dokter Van Staveren? Leeuwarden N. N. FORTUNA De twee stevige paarden, die in vroeger jaren de meel wagens van de fabriek Fortuna trokken, droegen oogkleppen met de let ters S.K. er in. Dat was een af korting van de namen van de beide firmanten van de fabriek, Swildens en Kuipers. Leeuwarden Joh. de Jong Het draaibruggetje over het Vliet met een deel van de huisjes van de Poppebuurt.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 4