OOSTENRIJKSE JONGEN SPRAK MOEDERTAAL NIET MEER SINGER NA VERBLIJF IN LEEUWARDEN FRAPPANTE FOTO VAN VROEGER KOM NU NAAK VOOR ONGEKENDE AANBIEDINGEN. Dit is het derde verhaal van de heer O. Lenk te Sint Anna Parochie over zijn verleden in het Oostenrijkse Wenen en zijn ervaringen in Nederland, speciaal Leeuwarden, waar hij met een kindertransport terecht kwam. Dat was in 1919, toen het leven in Oos tenrijk bijzonder moeilijk was door het verlies van de eerste wereldoorlog en het uiteenvallen van de Oosten rijks-Hongaarse Monarchie. De kleine Otto kwam hier terecht en de kennismaking met Leeuwarden bepaalde zijn verdere leven. Maar voordat hij zijn eigen weg kon volgen, moest hij eerst zijn school- en leertijd in We nen volbrengen. Daarover gaat dit verhaal. In de lente van 1922 kreeg ik de kans met een kindertransport uit Nederland mijn ouders in We nen te bezoeken. Mijn moeder haalde mij van de trein en huilde van vreugde toen ze haar jongste zoon na driejaar terugzag. Maar ze was zeer ontsteld dat ik niet meer in mijn moedertaal met haar kon spreken. Die had ik verleerd en ik sprak alleen nog Hollands. Thuis werd ik met vreugde ontvangen door mijn vader, broers en zusters. Ik heb er vier leuke weken gehad en mocht toen nog eens met een kindertransport (die in die tijd nog regelmatig georganiseerd werden) de zomervacantie in Leeuwarden doorbrengen. Mijn vader wilde dat ik daama weer thuis zou komen en in september in Wenen mijn twee jaar school zou afmaken. Dat gebeurde; toen ik weer thuis was, begon voor mij een nieuw leven. Het vioolspel was van de baan, maar op de school ging het moeilijk, want ik moest opnieuw de Duit se taal leren. De onderwijzer was zeer radicaal en sloeg het er met zijn Spaanse rietje in, als dat zonder rietje niet vlot genoeg ging. Ik was het heel anders ge wend en voelde mij er niet pret tig bij. We hadden van acht tot één uur school en ook veel huis werk. Als ik vrij was, dan mocht ik de fiets van mijn zuster wel eens gebruiken,maar dat ging in het begin helemaal fout. Ik fietste, zoals dat in Nederland gebruike lijk is, keurig rechts en toen kwam er van de andere kant een fietser die links hield. Daar kwam een botsing van, waar door het voorwiel de vorm van een 8 kreeg. Het ergste was dat de aanrijding mijn schuld was, want in Oostenrijk werd toen nog aan de linkerkant van de straat gereden. Gelukkig kon mijn broer Franz het wiel terug buigen in de ronde toestand, zo dat de fiets weer bruikbaar werd. Mijn zuster heeft nooit van het ongeval geweten. SCHUBERT Ik ontmoette mijn vroegere vriendje Fritz, die een kwartier bij ons vandaan woonde in de Schubertgasse, tegenover het huis waar de componist Schubert had gewoond en waar nu een museum is. Groot vermaak was het vangen van hagedissen op het kerkhof, die dan werden on dergebracht in het terrarium van mijn vriend. Eens kreeg ik zo'n hagedis bij de staart te pakken, maar het diertje het meteen dat lichaamsdeel los en sloeg op de vlucht. Daar stond ik, met een kronkelend staartje in de hand. Ik had nogal een onderzoekende geest en toen op school was ver teld hoe het buskruit door een monnik was uitgevonden, be sloot ik dat gevaarlijke goedje zelf te gaan maken uit zwavel, kalisalpeter en houtskool. Dat hep goed en slecht af. Als ik het buskruit in een doosje of zoiets had gestopt, dan zou er een ont ploffing zijn ontstaan, maar nu kon het in de vrije ruimte ont branden. Daarbij ontstonden een steekvlam en een geweldige rookontwikkeling. Het gebeurde thuis; alle ramen moesten open en het leek net of er brand was. WILHELM TELL Ook werd ons op school het ver haal verteld van Wilhelm Teil, die zijn zoon een appel van het hoofd moest schieten. Ik had een kruisboog gemaakt met pijlen van oude paraplubaleinen en toen kon het spel beginnen. Maar een appel op het hoofd leek ons toch wat te riskant. Daarom legden we de appel bij mijn vriendje op de kruk van de buitendeur. De pijl ging wel in de goede richting, maar drong vlak naast het vruchtbare doel dwars door een deurpaneel. Mezen vingen we met een soort valkuil op een sigarenkistje. De vogeltjes kwamen dan een paar weken in een kooi en waren dan zo tam dat ze vrij in huis konden rondvliegen. Op de kast stond een busje met hennepzaad en dat was hun hefste verblijfplaats. Op zondagmiddag, na de kerk en het middageten, ging ieder zijns weegs. Mijn vader en moeder gingen naar hun volkstuin en bleven daar vaak tot de vroege maandagochtend in een hut, die mijn oudere broers hadden ge bouwd. Van huis naar de tuin was anderhalf uur lopen. Ik ging, met broer en zuster, met trein no. 38 naar Grinzing, het beken de vermaaksoord van Wenen. Er werd gemusiceerd en gezongen. Wij hepen dan naar de Kalen- berg; een flinke klim, want die berg is wel 500 meter hoog. Je had een prachtig uitzicht over de stad en de Donau. Voor de kinderen was er een draaimolen, maar dan zonder motor. De eigenaar probeerde grote jongens zo ver te krijgen dat ze tegen een kleine vergoe "Deze frappante foto" is van 1919, toen er een kalf in het nieuws kwam, dat veel langer was dan normaal. Dat kunnen we zo op het blote oog ook wel zien: het beestje, vier maanden oud, had een lengte van niet minder dan een meter vijfenveertig, terwijl de normale lengte met vier maanden hooguit een meter bedraagt. Deze bijzonderheid heeft het dier niet kunnen redden van een droevig lot; het kalf, dat het eigendom was van een boer in Oosterwolde werd door een slager in Steenwijk gekocht. En dat natuurlijk niet met de bedoeling om te zien hoe curieus het beest er zou uitzien in volwassen staat?'/. "Voor mij blieft het een krankjoreme manier om te oefenen voor de honderd meter. Je salie je mar vegisse en denke, dat je oppe tweehonderd meter uutkomme. ding de molen draaiden. Ook mijn broer deed dat wel eens en dan mochten wij een paar rond jes meemaken. Er waren ook aan bomen beves tigde gokkastjes. Die kon je met een slinger opwinden. Dan liep achter het glas een haasje over een heuvel met een schietschijf. Met een kanonnetje kon je daar op schieten en was het raak, dan kreeg je tweemaal de inzet als prijs. Mijn broer was daar zo handig in, dat er tenslotte alleen maar uitkwam wat er ingestopt was. Méér zat er niet meer in. Sint Anna Parochie O. Lenk Nu s uw oude naaimachine extra ved gdd waard, want Singer btedi ongekende inruilaanbtcdingen. Minimal f 50,-* inruil als u een Samba 2 koopi of zeUs f 300,-* minimale inruil op Singer model 1425. Profileer van deze sensanondc Singer inruilaaic en bezoek nu uw Singer wrnkd in de buun. Nieuw; Singer Samba 4 5 steekpatronen w.o. blindzoomsteek, stikkende zig- CQQ zag, M-steek voor stretchnaden knoopsgatautomaat LEEUWARDEN: Nieuwestad 119, tel. 124182

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 21