in de /t e n Friesland Bank Uw eigen bank Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen STRUIVINGSPOORTJE Vaak heb ik vroeger in Leeuwar den gezocht naar de plaats van het Struivingspoortje, zonder die te kunnen vinden. Maar nu weet ik het wel: het Struivingspoortje bevond en bevindt zich aan de zuidzijde van de Nieuwestad. Ik ben blij dat ik dit nu weet, want mijn grootvader, die kleer maker was, zat in dat Struivings poortje op een tafel voor het raam te naaien. Het zal daar niet erg licht zijn geweest, want het is er maar smal. Hij is jong gestorven, toen hij nog maar in de dertig was. Mijn vader met twee broers en een zuster zijn in het Struivings poortje geboren. Grootmoeder hertrouwde later met L. Wou ters, torenwachter van de Olde- hove en zij heeft eerst de oude, later de nieuwe school bij de Oldehove schoongemaakt - daar heeft ze nog pensioen van ge had. Dit zijn verhalen van mijn moeder, die nu eenennegentig is. Toevallig vond ik nu het geboor tebewijs van mijn vader op pa pier met watermerk en de letters VGZ met het adres Struivings poortje 64 - die naam Strui vingspoortje was dus wel offi cieel, hoewel ik ook wel eens ergens heb gelezen, dat het het Poptapoortje moest zijn. Apeldoorn J. v. d. Vliet De stichter van het bekende Poptaslot in Marssum, dr. Henricus Popta, die in Leeu warden aan de Nieuwestad woonde, liet in 1696 achter zijn huis een aantal kamers voor arme weduwen bou wen; naast zijn woonhuis kwam toen het door u be doelde fraaie poortje ter af sluiting van de toegangs- steeg. Nog in 1800 heette deze steeg de Poptasteeg. La ter sprak men van Struivings- Het kruisje, dat ik dit jaar vanaf de eerste afgelaste tot en met de tweede doorgegane tocht heb gedragen, is nu weer goed opge borgen. Leeuwarden Mevr. W. Swart- van Veen DOMINEE HULSTRA In 't Kleine Krantsje lezend over „kerken en kerktorens" moest ik denken aan de nu verdwenen Galileërkerk en vooral aan de zogenaamde Kinderkerk, waar dominee Hulstra altijd voor ons preekte. Geweldig hoe die man altijd wist te boeien, onvergete lijk. Met gebaren en soms geroep illustreerde hij de Bij bel vertel ling en wij hingen aan zijn lip pen. In de Galileërkerk was op Twee de Kerstdag altijd een feest voor de Zondagsschoolkinderen. Sa men met mijn vier speelkame raadjes mocht ik er naar toe. Er stond dan een grote kerstboom met echte witte kaarsen in de kerk. Wel stond er iemand naast, die een emmer met water en een spons of een stok bij de hand had. Na het Lucasevangelie en een kerstverhaal werd er gezongen en kregen we een tractatie, een reep chocola, een sinaasappel, wat snoep en tenslotte een kle dingstukje, een onderjurkje of kousen en dan een boekje. On vergetelijk voor ons kinderen in die tijd. Van mijn speelkameraden zijn er intussen drie al overleden: aan hen bewaar ik lieve herinnerin gen. Leidschendam Mevr. J. G. Boer-Lemmers DOKTER DE JONG Dokter De Jong kwam in de der tiger jaren veel bij mijn ouders over de vloer, vooral om te pra ten over de hengelsport met mijn vader, die daar ook van bezeten was. De dokter had meestal een waaier van hengels uitliggen over de achter- en zijkanten van zijn bootje. Vaak kwam het voor, dat als mijn vader aan dok ter De Jong had verteld, dat hij op een bepaald 'stekje' behoor lijk had gevangen, deze daarna hetzelfde stekje ging opzoeken om ook daar zijn geluk te be proeven. Het verhaal van mevrouw Lug- tenborg over dokter De Jong, dat die voor het vissen de pieren achter zijn kiezen bewaarde, zou je bijna geloven ik weet echter wel, dat bij het bezoeken van zijn laatste patiënt van die dag meestal het aas van wormen of maden reeds in een blikje in zijn colbertjasje aanwezig was. In de herfst- en wintermaanden was het de gewoonte van de sportvissers om vanaf een van de steigers voor het paviljoen De Grote Wielen te gaan vissen, ook wanneer het water was toege- vroren - dan werd er een bijt in het ijs gehakt. Op deze steigers heb ik eens een prachtig voorval meegemaakt. Mijn vader en zijn zwager Gerrit de Haan, ook een groot sportvis ser en vaak in vaders gezelschap, hadden het plan opgevat dokter De Jong eens een poets te bak ken. Oom Gerrit zou een groot deksel aan het snoer van een hengel van dokter De Jong gaan aanbrengen. Hiervoor moest men mij in vertrouwen nemen (naar ik meen tot en met 1954) kende men in de voetbalwereld hier te lande uitsluitend amateu risme. Wel werd eens veronder steld, dat bij hoge uitzondering daarvan was afgeweken en dan werd er gesproken over verkapt amateurisme, waarmee profes sionalisme werd bedoeld. Toen Van Putten bij de L. A. C. Frisia kwam spelen meende „men" met zo'n geval te doen te hebben. Men grondde dit op het feit, dat hij bij een eventuele ballotage door de mand zou zijn gegaan, omdat hij niet tot „het soort" behoorde, en vooral om dat hij in Leeuwarden in zijn onderhoud voorzag door het be heer te voeren over een sport/si garenzaak, hem door de L. A. C. Frisia toegespeeld. Het toeval wilde, dat hij van Go Ahead kwam en naar verteld werd sigarenmaker was. De vroegere Leeuwarder, nogal kwistig in naamgeving, had niet veel moeite, op de hoogte zijnde van de hierboven vermelde om standigheden, het sigarenmerk „Negen-twee" sigaren" uit te denken, toen Frisia in Deventer met deze uitslag ten onder ging met Van Putten, de sigarenma ker, in het elftal. „Negen-twee sigaren" was niet meer dan de ironie van het toe- (Vervolg op pag. 23) leven kon toch niet halen bij het enthousiasme van nu, waarbij Friesland tot ver in de wereld in de belangstelling stond. Wij reden twee en vijftig jaar geleden van café naar café om een stempeltje te halen en bij iedere stop genoten we van hete ranja, koffie en chocola. Toejui chingen kwamen sporadisch voor; immers lang niet zoveel mensen als nu deden er toen aan mee. Zwaar was de tocht ook toen, vooral voor ons, maar we zijn nog altijd dankbaar, dat we dit konden beleven en waar we nu mee geuren tegenover onze kleinkinderen. om me als medeplichtige te ge bruiken. Barry", zei mijn oom, „als we straks met z'n allen even boven in het restaurant zitten om een kopje koffie, dan begin jij te roe pen: „Dokter, dokter. de dob bers zijn onder, alles is weg". Goed, ik voldeed aan de op dracht en mijn roepen miste zijn uitwerking niet. Dokter De Jong kwam direct uit de startblokken en stoof via de steigers op de bewuste hengel af. De mededa ders kwamen, zogenaamd be hulpzaam, ook snel aangelopen (zoiets moet je meemaken!), waarna dokter De Jong zijn hen gel greep om die met een be hoorlijke slag op te halen. Maar meteen klonk er een waar schuwend geroep: „O kalm an dokter, dat is een dikke, dat is vast een kanjer, kalm an, kalm an!" Door de enigszins aflopende vorm van het grote deksel onder aan het snoer, week 'de vis' let terlijk naar alle kanten uit en het bleek dan ook een hele toer de buit boven water te krijgen. Er werd al naar schepnetten ge grepen om de dokter bij zijn ge weldige vangst behulpzaam te zijn, toen het moment kwam, dat het deksel boven het waterop pervlak verscheen - een gewel dig effect door de tegenwerken de kracht van het voorwerp onder water. Ik weet zeker, dat dokter De Jong de daders deze streek niet in dank heeft afgenomen, maar ja. we hebben er in onze fami liekring nog heel vaak smakelijk om moeten lachen. Franeker B. G. Knip NEGEN-TWEE SIGAREN Teneinde het rookgordijn over de „Negen-Twee sigaren" te doen optrekken dient het vol gende ter verduidelijking. Voor 1925 en vele jaren daarna Dokter De Jong: met sigaar. Het Struivingspoortje aan de Nieuwestad poortje naar de schilder Do- minicus Jans Struiving, die in het vroegere huis van dr. Popta kwam te wonen. Pop tasteeg is nu altijd nog de officiële naam van de al lang niet meer bewoonde steeg. Red. 't KI. Kr. ELFSTEDENTOCHT Op de feestdag van de Elfsteden tocht kwamen de herinneringen weer boven aan onze eigen tocht van de 16e december 1933. Wat een verschil met nu! Ook toen werd er wel aandacht aan be steed en leefde iedere rechtge aarde Fries mee, maar dat mee-

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 18