o$k
SMALLE HOEKSTERPOORTSBRUG
ELFSTEDENBOEKEN
DICHTERSPEN BEROERD
DOOR DRAME BIJ
STROCARTONFABRIEK
0
m
(Vervolg van pag. 4)
en draven en gek doen, wanneer
je voor clown moest spelen.
En in de winter een sneeuwhut
maken tegen de muur van Tae-
kema; 's avonds gooiden ze er
een emmer water over en dan
werd het ijs. Ook weet ik nog
goed, dat de jongens van De
Haan, Oene en Foppe, in de
hoge electriciteitspaal klommen
en wanneer ze boven waren
plasten ze naar beneden, de
'smeerlappen'. Die mast stond
op de hoek van de Willem Loré-
straat en de Straat van Welgele
gen tegenover Franconie. We
hebben daar wat plezier gehad!
Lampen losdraaien van de
straatverlichting en ruitetikker-
tje en 's avonds iedereen laten
bukken voor een zogenaamde
zwarte draad. Maar vandalisme
was er niet bij
Op het stoepje van Sietinga was
meestal het verzamelpunt. We
moeten dan wel heel rustig ge
weest zijn, want we werden
nooit door Sietinga wegge
stuurd! En tegenover Sietinga
was Stienstra, de galanteriewin
kel en kachel- en fietsenmaker.
Otto Stienstra ging met een
handkar met potten en pannen
er op uit om zo zijn kostje op te
scharrelen.
Ook kwam er vaak een zekere
Van Dijk van de Vierhuisterweg
met schapekaas, op een fiets met
een houten kist voorop: 'schape
kaas'. Als hij geen schapekaas
had, kwam hij met oliebollen.
„Warme oliebollen zeven voor
een dubbeltje, achttien voor een
kwartje".
En dan de voddeboer die voor
een beetje vodden een poppetje
of een autootje uit liet zoeken!
„Haal vodde van je moer dan
krijg je een poppetje".
Mijn zuster heeft volgens mijn
moeder eens een laken uit de
kast gehaald om maar zo'n din
getje uit te mogen zoeken! Mijn
moeder er achteraan en ze kreeg
haar laken terug, maar mijn zus
ter moest wel haar prulletje te
ruggeven!
Ook het polsspringen was een
sensatie. Het landje tussen het
Rooie Dorp en de spoorlijn, het
is al lang volgebouwd, was er
ideaal voor met niet te brede
greppels. Maar evengoed had je
natte voeten en dan naar de
Condensfabriek om op die hete
buizen je sokken te drogen en
maar slaan met je sokken tegen
de muur zodat ze wel een halve
meter lang werden! En dan vond
je het nog gek datje 's avonds op
je falie kreeg!
De winter van 1928 zal ik nooit
vergeten. Er lag meer dan een
meter ijs in het kanaal. Alle
grachfen waren veranderd in ijs
banen waarop geschaatst werd.
Ook op de Voorstreek voor de
broodfabriek van Van der Berg.
Er waren prijzen van vijf, tien en
vijfentwintig gulden en de rest
kreeg spek en bonen, bijvoor
beeld vijf pond bonen en een
pond spek. Vandaar misschien
het gezegde „voor spek en bo
nen meedoen", als je niet meer
in de prijzen kan vallen.
Ook kwam er wel eens een vis
sersbootje in het Vliet met schol
en ging er een man met de toeter
rond „Toettoet Bij de Vlietster-
brug ligt een boot met schol,
voor een kwartje een hele em
mer vol".
Het straatorkestje van 'scheef-
nekje' (ik weet geen andere
naam) en dat andere groepje
waar Sinnema de visboer ook in
mee speelde, herinner ik me
eveneens nog best.
Haarlem
Jac. Vriend
DUCATONSSLOOT
In 't Kleine Krantsje nummer
Een foto van kort voor de laatste oorlog van de nog smalle Hoeksterpoortsbrug met rechts op de
achtergrond de oude herberg van Klopma, die dus stond op de plaats waar nu het gebouw van de Frigas
is. Niet lang nadat deze foto was gemaakt werd de oude draaibrug vervangen door de huidige vaste brug.
Er kwam toen een eind aan verkeerssituaties, die alle aanleiding tot mopperen gaven, want voor het
verwerken van steeds grotere verkeersstromen was de oude brug veel te smal. Het bord op de paal rechts
met de tekst "Verkeer deze zijde gaat voor" bleek in de praktijk weinig effectief en dat is ook treffend op
deze plaat te zien: de auto met het nummer B 19229, die dus voorrang had, moest maar mooi wachten op
het tegemoetkomende verkeer. Ook de bakfiets van 'Visserzoon' heeft niet op de tegenligger gewacht,
maar we weten natuurlijk niet of die personenwagen al een tijdje heeft gewacht of er net kwam
aanrijden. De agent van politie, ook in aantocht op de brug, grijpt in ieder geval niet in - of was dat een
mannetje van de post?
moest ik van school veranderen
en dat werd toen School 6.
Harry Verbeke woont hier ook
in Haarlem. Hij is musicus en
speelt voortreffelijk saxofoon.
Ffet is leuk om in 't Kleine
Krantsje weer oude vrienden te
ontmoeten zoals Rinse van der
Heide, met wie ik hopelijk nog
verder contact krijg, zodat we
„er nog eens over kunnen pra
ten."
Haarlem
Jac. Vriend
484 staat een foto van vissende
jongens bij de Drie Ducatons in
het Jodeland. Aangezien ik als
jongen hier erg veel heb ge
speeld vissen, polsstoksprin-
gen, vliegeren - trof deze foto
mij bijzonder.
Toch vraag ik mij af of dit de
Drie Ducatonssloot wel is. Mijns
inziens is het de Stenen Dam,
zoals wij die sloot vroeger noem
den. Die kwam uit in de Oude
Meer. De Drie Ducatonssloot
was ook veel smaller dan de Ste
nen Dam.
Uren hebben we hier rondge
zwalkt en soms gingen we nog
voocbij de Vierhuisterweg, waar
een sloot was, de Zielen, waar
we ook nog overheen sprongen.
Voor ons gevoel waren we dan
een eind weg. Nu alles bebouwd
is stelt de afstand niets meer
voor.
Jarenlang hebben we daar van
de ruimte kunnen genieten - de
enkele keer, dat ik er nu nog wel
eens kom en er mijn hond uitlaat
moet ik zoeken om een stukje
gras. Helaas!
Leiderdorp J. M. Paardekoper
VOETBAL
In het stukje "Voetbal in de der
tiger jaren" van Ing. H. Th.
Heegstra uit Aalsmeer in 't Klei
ne Krantsje nummer 482 worden
ook de namen genoemd van Piet
van Oostrum en de broers Ed en
Harry Verbeke. Die heb ik ook
goed gekend. Bij Piet heb ik in
de klas gezeten. Hij kon toen al
met voetballen zo hard schieten.
De vader van Ed en Harry kende
ik eveneens goed. Hij was onder
wijzer aan School 6 en ik heb bij
hem in de klas gezeten. Toen wij
verhuisden naar de Turfmarkt
(Vervolg van pag. 2)
zijn, dachten we, over het alge
meen wat mooi en 'tam'.
De prijs voor deze uitgave van
tachtig pagina's is schappelijk
14,50.
Tweemaal zo duur 24,90 maar
veel fraaier van uitvoering is het
later door de Friese Pers Boeke
rij uitgegeven "De Elfsteden
tocht 1909-1985", een mooi ge
bonden boek van 136 pagina's.
Het werk heeft als ondertitel
"De complete Elfstedengeschie-
denis!" wat natuurlijk mislei
dend is: de Elfstedenhistorie is al
meer dan twee eeuwen oud en
begint bepaald niet in 1909.
Het werk is geschreven door drie
redacteuren van de Leeuwarder
Courant, die wij als "gelegen
heidsauteurs" zouden willen be
titelen - geen van hen heeft eer
der van een bijzondere interesse
voor het Elfstedengebeuren blijk
gegeven.
Hun gebrek aan kennis van het
onderwerp heeft zich natuurlijk
gewroken en komt vooral tot
uiting in de fotoonderschriften.
Zo zien zij, om maar een paar
voorbeelden te noemen, de jour
nalist jonkheer Feith aan voor de
Elfstedencrack Van der Leij en
omgekeerd (pagina 13), zij laten
Pronk dragen door Jongert in
plaats van andersom (33), zij
herkennen de rijstijl van Aad de
Koning niet en zien hem aan
voor Anton Verhoven (83) en zij
rangschikken de Jan van der
Hoorn van 1947 bij de vijf kop
lopers van 1956 zonder blijk
baar te weten, dat de Jan van '56
een neef was van de Jan van '47
(pagina 109).
Maar goed, dit zijn futiliteiten,
die de gemiddelde lezer zullen
ontgaan en die het totaalbeeld
van deze welverzorgde uitgave
nauwelijks kunnen aantasten.
Veel van de afgedrukte foto's
waren overigens al eerder gepu
bliceerd, maar dat kon, na het
verschijnen van veel vroegere
Elfstedenboeken, ook haast niet
anders.
Fenno L. Schoustra.
Op de wijs van 'De Klassiaan',
een lied, dat oudere lezers nog
wel zullen kennen, dichtte J. Si-
brandi enige tientallen jaren ge
leden een lied over 'Het Leeu
warder stroocartonfabriek'. Het
is een aardig voorbeeld van de
manier, waarop vroeger gebeur
tenissen van algemeen belang of
algemene belangstelling in dicht
vorm onder het publiek werden
gebracht. Het gedicht van J. Si-
brandi die gewoond heeft Bonte-
papesteeg 22, werd op een pa
piertje gedrukt en aldus
verspreid. Het luidde aldus:
Het Leeuwarder
Stroocartonfabriek
Wijze: De Klassiaan
Lang had men het reeds verno
men,
Dat de Stroocartonfabriek
op zou houden door te stoomen,
Want de zaken stonden briek,
Zuinig moest men daarom le
ven,
't Volk ontving dus minder loon
Menig oudje stond te beven,
Want het kost hun brood en
Plotseling hoorde men de tijding
Van ontslag van menigeen;
Welk een slag in menig huiskring
Vrouw en kinderen in 't gewee.
Oudjes, reeds met grijze haren,
Kregen plotseling gedaan.
't loon van al hun lange jaren
Is al naar het armhuis gaan.
Eens zou men op Zondag wer
ken,
Al het werkvolk stond reeds
klaar
Daad'lijk ging men toen bemer
ken
Och, de vuren zijn niet klaar.
Want met turf mag men niet
stoken,
En de kolen waren op.
En de schoorsteen wou niet roo-
ken,
Daarom zette men maar stop.
Men mocht daarom huiswaarts
keeren
En naar vrouw en kind'ren
gaan;
Hun dus met die gunst vereeren,
Saam een eindje kui'ren gaan
Plotseling blijft de vrouw staan
gluren
En zegt blijde tot haar man:
'k Hoorde laatst eens van de
buren
Wat die Arbeidsbeurs toch kan.
Daad'lijk ging de man aan't
loopen
And'ren daags, naar het kan
toor,
Men behoeft geen werk te koop-
en
De Gemeente zorgt daarvoor
Menigeen is reeds geholpen
Door de brave directeur.
't Zij gij schoenen draagt of
klompen,
iNiemand stelt hij ooit teleur.
Kan de Arbeidsbeurs niet helpen
Werkeloozen, houd steeds
moed.
Een ding wil ik u nog melden,
Wat de werkverschaffing doet:
Wilt ge kachelhoutjes maken,
Kunt ge trekken aan de zaag?
Weekloon is daar goed te ma
ken.
Hooge loonen geeft men graag.
Om heel eerlijk te zijn: wij kun
nen dit gedicht niet helemaal
thuisbrengen bij de gebeurtenis,
die daarin aan de orde wordt
gesteld. Maar er zijn wellicht le
zers, die ons bijzonderheden
over het drama van de strocar-
tonfabriek kunnen vertellen.
Wanneer zij zo vriendelijk wil
len zijn ons hierover te berich
ten, dan hopen wij in 'n volgend
nummer terug te komen op de
achtergrond van dit vers. En
mochten lezers in het bezit zijn
van andere gedichten, waarin ac
tuele gebeurtenissen uit de Leeu
warder historie worden bezon
gen, dan houden wij ons
aanbevolen deze (ter inzage) te
ontvangen.