DICKVANDERHEIJDE JRfREKLAME
DE LEEUWARDER POLITIE RAPPORTEERT
HET GROTE MISVERSTAND VAN DE
"ENGELSE OFFICIERSWONINGEN"
adviesbureau voor reklame en pubMciteit ioz©f isr?©lsstr33t 10 l©GUW3rdGn
jozef isreëlsstrsst 10 leeuwsrden 058-124984
V s l§ pBIMip
Te acht ure is in bewaring overgenomen A. Franz.
Te negen ure heengezonden A. Franz.
Te negen ure dertig door de politiedienaar Terpstra op den
Eewal bedelende bevonden bovengenoemde A. Franz, die
ten elf ure na opgemaakt proces verbaal overgebracht is in
het Huis van Burgelijke en Militaire Verzekering.
Vrije overtocht naar Amsterdam verleend aan Johanna
Clara Rauer, huisvrouw van den kermisreiziger Delclisur,
wonende te Amsterdam.
Cathrinus Simmer, oud een en dertig jaren, loodgieter, wo
nende alhier, klaagt dat hij hedenmorgen ten zes en een
half ure met den spoortrein willende vertrekken, bij het
Station gekomen, door Jan Bender, herbergier, wonende
Oude Veemarkt, is gestompt en op ergerlijke wijze ge
scholden en beleedigd.
E. de Lang, arbeider, klaagt, dat hij door Wybe Cnossen,
arbeider, wonende Pottebakkersplaats, is geslagen, zonder
dat hij hiertoe aanleiding heeft gegeven. Daar klager in
beschonken toestand verkeert, blijft hij ter ontnuchtering
aan de wacht.
De Rijksveldwachter Huizinga brengt aan de wacht Dirk
de Groot, koopman, wonende Stiens, die zich in beschon
ken toestand aan het Paleis van Justitie aanmeldde tot het
ondergaan van gevangenisstraf. Ter ontnuchtering in ar
rest gesteld.
Op advies van Dr. Kooperberg is heden in het Ziekenhuis
opgenomen Theodora Schur, oud zeven en veertig jaren,
geboren te Nijmegen, gedomïliceerd te Alkmaar, weduwe
van J. Oort, die in de slaapstede van Brugman in hulpbe
hoevenden en ziekelijken toestand verkeerde. Deze vrouw
heeft een paar weken geleden haar man verloren, die blind
en organist van beroep was. Zij verklaart geen kinderen of
familie te hebben, die haar kunnen helpen en het laatst te
Alkmaar te hebben vertoefd.
Door pol. dnr. Haarsma bedelende bevonden en aan de
wacht gebracht Jacob Ringers, oud zes en dertig jaren, ge
boren te Noord Barger (Drente), thans alhier zonder werk,
geld of huisvesting. Proces verbaal wordt opgemaakt.
X':V;'">>>:-\v Xv
Vrouw Wulbers, wonende Kleine Hoogstraat, klaagt, dat
zij veel last heeft van haar bovenbuurman De Vries. Zal
onderzocht worden.
Gevonden en gedeponeerd door Joh. Tromp, wonende
Blokhuissteeg, een sigarenpuntknipper.
Kennisgegeven door den winkelier Dröge, wonende Over
de Kelders, dat zoo juist in zijn winkel is gekomen eene als
dienstbode gekleede meid, die voor juffrouw De Kant in de
Grote Hoogstraat kousen op zicht verlangde en later
antwoord daarop zou brengen, terwijl gebleken is dat
genoemde juffrouw niemand last daartoe heeft gegeven.
De pol. dnr. Hoog gaat op onderzoek.
Bij ongeluk te water gevallen aan den Grachtswal Theodo
ra Trossel, oud vier jaren, wonende Achter de Hoven. Zij is
onmiddellijk gered door Uilke Pitstra, schippersknecht, die
zich daartoe gekleed te water heeft begeven.
Door de pol dnr. Brantsma is den ziekenvader assistentie
verleend bij de ontsmetting der woning van Anna Rozen-
ga, weduwe van Comelis Zondervan, wier zoontje Pe
trus aan roodvonk is overleden. De op bijgaande staat ver
melde goederen, met den lijder in aanraking geweest, zijn
getaxeerd, onteigend en op de gebruikelijke wijze vernie
tigd.
Op last van den Commissaris van Politie is heden begon
nen met het opvangen van de honden, niet voorzien van
het voorgeschreven kenteeken en waarvan de eigenaar
onbekend is.
Kennisgegeven door den koekbakker Bemdes, wonende
Grote Hoogstraat, dat zooeven een jongen van Van der
Zee, wonende Haniasteëg, een glasruit bij hem heeft
gebroken.
Hedenmiddag zijn op de gebruikelijke wijze op het asch-
land de goederen verbrand, toebehoorende aan Arend
Viever, wonende Keetbuurt 32, die in aanraking zijn
geweest met een poklijdster.
(1885)
cênöar vo
Fwas dus in de tijd,
oen. En, wiei
er nog.
Kx'ffe't
hebben er in de omgeving van de
huidige Engelsestraat barakken
gestaan, die dienden om er Britse
militairen te huisvesten; zij wa
ren hier, tijdens de Eerste We
reldoorlog van '14 tot '18, geïn
terneerd. Een aantal van die 'ba
rakken' staat er nu nog steeds:
het zijn de houten woningen aan
^de Harlingerstraatweg, waarin
eens de Engelse officieren waren
ondergebracht. De houten bouw
sels voor de gewone soldaten zijn
niet zo lang overeind gebleven -
die vielen al lang geleden onder
slopershanden. De herinnering
aan het verblijf van de Britse
militairen in Leeuwarden vinden
we nu nog altijd terug in de naam
van de straat tussen de Harlinger
straatweg en de Bildtsestraat.
Die heet immers de Engelsestraat
en aan het eind van de Engelse
straat ligt het Engelseplein.
Ook 't Kleine Krantsje wist niet beter.
Vraag tien echte ouwe Leewad-
ders, hoe de houten woningen
aan de Harlingerstraatweg zijn
ontstaan en zeker negen zullen
antwoorden, dat die indertijd
zijn gebouwd om er - tijdens de
Eerste Wereldoorlog Engelse
officieren in te huisvesten. Tot
die negen behoren wij dan zelf
ook en in nummer 489 van ons
Kleine Krantsje getuigden wij
onder het kopje 'Vroeger' nog
van die wetenschap, toen wij
schreven over die houten offi
cierswoningen en over 'barak
ken' voor de gewone soldaten,
die in de omgeving van de Engel
sestraat hebben gestaan.
Maar welk een - hardnekkig! -
misverstand nu: twee van onze
abonnees maakten ons er op at
tent, dat het blijkbaar niet uit te
roeien verhaal van die officiers
woningen op een misverstand
berust. De woningen zijn, zo be
richtten zij, pas in de jaren
1922—1923 en dus na de wereld
oorlog gebouwd - met Engelse
officieren hebben ze niets te ma
ken gehad.
De huizen zijn indertijd door het
schildersbedrijf K. Wits naar
Leeuwarden gehaald om de wo
ningnood te helpen verlichten.
De woningen kwamen van het
Weense bedrijf Holzbauten
'Schonhaler-Silva' en werden
hier door Oostenrijkse arbeiders
opgetrokken.
Mevrouw A. Leenstra-Nieuwen-
huis te Hardegarijp schreef ons
naar aanleiding van deze zaak
het volgende: „Zo'n tweeën
twintig jaar hebben wij met ple
zier gewoond in het huis Engel
sestraat nummer 6 en altijd
moesten wij het misverstand
over de 'officiers-woningen'
wegnemen. De ware geschiede
nis van de woningen heeft in
1981 in het blad 'De Architect'
gestaan - ook toen is gemeld, dat
„ten onrechte wel eens wordt
aangenomen, dat ze werden be
woond door Engelse militairen".
„Uw verhaal over de barakken
voor de Britse militairen in de
Engelsestraat", aldus mevrouw
Leenstra, „klopt wel zo onge
veer, al zou men eigenlijk beter
van demonteren dan van slopen
kunnen spreken. In 1926 werden
ze nog bewoond door gezinnen,
waarover Practische Hulp zich
had ontfermd. Door nieuwbouw
elders kwamen de barakken te
koop. Onze ouders heten samen
met een collega-schoolhoofd
zo'n dubbele barak naar Ame
land overbrengen. Met vele an
dere waren het aan de Badweg
en in Duinoord bij Nes prachtige
vakantiehuizen. Van al die hui
zen is er maar een overgebleven:
Actief en Repos aan de Badweg,
bij de meeste Amelandgangers
welbekend.
Ons huis aan de Badweg diende
in de oorlog eerst als opslag van
Duitse wapens, nadat het meubi
lair was overgebracht naar de'
bunkers bij Hollum. Vlak voor
de bevrijding werd het huis afge
broken en kwam het met veel
lotgenoten als bouwpakket voor
verzending klaar te liggen achter
de houten Rotskerk. De huisjes
zouden als 'Liebesgabe' van Hol
land naar gebombardeerde ge
bieden in Duitsland worden ver
scheept. Zover is het niet
gekomen, maar een eigen vakan
tiehuis werd zo verleden tijd,
want er was te veel verdwenen
om herbouw mogelijk te ma
ken."