Friesland Bank Uw eigen bank rassing Ach ja, die School 7 in de Arend- stuin met de Kippeloop, de mu ziektent en verderop de mare chausseekazerne en het Gymnasium, ja, die school, die weet wat! Ik heb daar zo heerlijk gewerkt onder meester Nieu- wenhuis, een fijne man en met Hinke Hamming en Maaike Ok- kinga en 'Aaltsje', allemaal lieve mensen. En dan die fijne klas! Ik zie ze nog zitten, Janke en Aukje en Grietje en Anneke, Jelte en Tabe en niet te vergeten Roos- sien en Roosje. Ik moet er niet aan denken, dat die laatste twee Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. reusachtig grote en sterke kerels, voor wie zelfs de politie liever een blokje om ging. Het grote Plein midden in de Weerklank was het verzamelpunt voor de jeugd voor hun spelletjes, maar ook voor oudere mannen die daar gingen bakkertschieten en ook streekje gooiden met cen ten. En een zeer romantische plaats om te spelen was achter School 11, bij de vijver en de berg. Hoewel wij altijd door onze ou ders werden gewaarschuwd voor de draaikolken in deze vijver, waarop wij 's winters konden schaatsrijden en skotskelopen. Er zullen nog maar weinig Weer- klankers uit die periode leven, maar voor wie er nog zijn blijft de Weerklank in de herinnering voortleven als een jovele buurt. Leeuwarden Oud-Weerklanker (Acht en zestig jaar) RECLAMESTUNT Zouden er nog lezers zijn, die zich een bijzondere reclamestunt van voor de oorlog herinneren? Het moet in de dertiger jaren zijn geweest, in de tijd met zo'n half miljoen werklozen, dat twee stadgenoten zich aan Achter de Hoven vestigden als rijwielhan delaars, hoewel dat hun beroep niet was. De een, Gerard Hey- sters, was van huis uit kok, de ander, W. Langhout, als ik 't wel heb, vertegenwoordiger. De heren bedachten een recla mestunt, waarvoor op de fiets een reis vice versa Rome zou worden gemaakt. Dat moest dan gebeuren op fietsen van het merk Wereld, waarvan Paul van der Meer uit Groningen de fabri kant was. Deze Van der Meer stond ook borg voor de reis- en verblijfkosten. De tocht is inderdaad goed vol bracht en wel door Langhout en een klant, een zekere Piet Goe- demoed. Lang heeft daarna de firma Heysters en Langhout aan de Achter de Hoven evenwel niet meer bestaan. Leeuwarden Th. Weda BLUDE VERRASSING In 't Kleine Krantsje nummer 489 las ik het stukje van Jac. Bakker over mijn bezoek aan hem onder het kopje 'Blijde ver- De oude Weerklank: een gezellige buurt met markante figuren. De heer A. van der Mark: zeven en tachtig nu. zijn weggehaald door de 'groot moordenaars' en niet zijn terug gekeerd. Vooral Roossien had een plaatsje in mijn hart: een arm, klein pikzwart Jodinnetje met „een dubbel stel hersens". Ik zie ze nog in de winter haar tas pakken op vrijdag om drie uur, want zij moest voor haar Sabbat op tijd thuis zijn. Als ze dan wegging zei ze: „Roosje moet ook mee" - Maar Roosje schudde altijd van 'nee'. Haar vader was n.l. slager De Wilde en die werkte op zaterdag. En na mijn huwelijk in 1925 stond Roossien vaak met een klein broertje op zaterdagmid dag op mijn stoep en kwam zij, nadat een voorbijganger voor haar had gebeld, gezellig bij ons theedrinken. Eenmaal was ik bij haar thuis op visite. Oom Keizer was ook ge komen om de meester van Roos sien te zien. Toen de limonade stond ingeschonken dronk oom Keizer het glas vlug leeg en zei: „Dat onderste was nog 'het lek kerste', waarop vader Beem zei: „Dan zal ik eerst het onderste nemen." Ik was de enige die lachte! Ja, die Koos, die ook al in de ze ventig is, noemt het een blijde verrassing, toen hij mij niet her kende met mijn witte pet op en een donkere zonnebril en toen die blijde verrassing uitte met de uitroep: Oh, meester!" Beseft hij wat een „blijde verras sing" het voor mij altijd en altijd weer is, te ervaren dat „de kin deren" mij nog niet zijn verge ten, nu na zestig jaar? Dank hoor Koos en Janke en Aukje en Anneke en allemaal voor jullie goede gedachten en. mooie kaarten telkens weer op mijn veijaardag! Rotterdam A. van der Mark ALLEMAAL KIEPEN Mijn schoonmoeder heeft in 1912 gediend bij de ouders van de heer J. van der Linden, van wie ik zo nu en dan een verhaal tje in 't Kleine Krantsje lees. De familie had voor gewoonte na het eten de dienstmeisjes binnen te roepen voor het Bijbellezen. Eens op een middag ging het over de Amalekieten. Ik ver moed, dat het deze meneer uit Amersfoort was, die een beetje op tafel zat te spelen met zijn handjes. Een kind van ongeveer vier jaar doet dat al gauw. Nu was het zo, dat als Vader ophield met het lezen de kinde ren het laatste moesten herha len, dan wisten ze, dat er geluis terd was. Zo ook nu: opeens hield Vader op en toen kwam er een verheerlijkt kopje omhoog en zei het ventje: „allemaal kie pen". De groten konden zich haast niet inhouden van het lachen, maar ze bleven gelukkig ernstig en de Vader las haastig verder. Teruggekeerd in de keuken heb ben de meisjes er smakelijk om gelachen en toen wij later als aangetrouwden bij de schoonou ders aten en we waren aan de Amalekieten toe, dan vertelde schoonmoeder dit verhaal en hoorden we hoe het er toeging in het huis van de Van der Lindens aan de Nieuwestad. Temaard Mevr. Sytske Sierk- sma-Stedehouder TE LAAT Deurdat we een skofke met fe- kansje waren, kom ik fansels te laat, maar ik wil toch even wat sêge over de foto, die't in "t Kleine Krantsje' nummer 488 staat, met de fraech d'r boven, 'Leewarders, waar is dit?' Nou, dit is een stukje van een foto van 'e Gedempte Keizers gracht; ut stukje tussen de Osie- straat en de Keizersgracht (bij de gevangenis langs). Disse foto het froeger hongen bij de wéduwe Joma, ut frouke, die't helemaal rechts op 'e foto staat, in 'e deur foor har huske. Se waer faek ris fekouden weet ik nog. Wie't die andere beide wiefkes binne, dat weet ik niet meer, want dat wis selde goa ris. Ut dak dat boven de hüzen ütsteekt, dat is fan 'e Luterse kerk Doe't deze foto maekt is, woan- de in ut hüske dat helemaal rechts te sien is, Catarina Hage- doom, maer later de wed. Vaas. A'je nou de echte foto bekike, dan staat er naest dat hüske fan 'e wed. Vaas krekt su'n ouwe tent, dêr't een rakje met was foor staet te drogen. Daer woan- den mien suster en mien swager, die't een bloemewinkel had op 'e hoeke fan 'e Neije Osiestraet en 'e Gedempte Keizersgracht. Se hewwe daer sestien jaer woand. Op ut witte stientsje links in 'e muur ston ut jaartal 1720. Al dat spul is der nou wegbroken en daer binne nou autoboksen ko men. Waer nou de garaazje fan Wijma is, daer waer toen in 't earst de groentefeiling. In die sestien jaer dat mien swager en mien suster daer woanden, het em daer heel wat öaspeuld soa as dat gaet deur de tied en foaral in 'e ouwe stad. Jonge, wat hewwe we dêr wel een wille had, want ik weaer dêr gou ris. Je konnen der bést een boek over skrieve! Lee wadden J. S. de Jong DE WEERKLANK Als Leeuwarder in de Weer klank geboren, heb ik altijd nog de prettigste herinneringen aan de jaren 1917-1928 toen ik daar mijn jeugdjaren sleet. In deze volkrijke buurt, waar veel stille armoede werd geleden woonden hoofdzakelijk arbeiders en klei ne neringdoenden. De gemeen schapszin was daar enorm, wat bleek uit de mooie buurtfeesten, die elk jaar op het grote plein en later op een braakliggend stuk land in de Bleeklaan werden ge houden. Vooral zaterdagsavonds was het gezellig in de kleine buurtjes zo als Achter het Hoogpad, waar de grammofoon in het bleekje werd gezet en de toen populaire mu ziek werd gedraaid. Niet in ge ringe mate droegen de kistjes lager bier van Van der Woude bij tot gezelligheid. In de Weerklank woonden ook markante figuren zoals Lootsje Hoeben, die met een zeer grote kar met diggelgoed door alle volksbuurten trok en bij wie men voor twee cent een kop en schotel kon kopen. Des avonds zaten er vele jonge jongens bij zijn woning op de hoek van de Seringebuurt naar zijn verhalen te luisteren. Bovendien had hij een biljart op zolder, waar zij les kregen en konden biljarten. Ook moest daar een eikenhouten doodskist staan, maar die heb ik er zelf niet gezien. Verder woonden daar ook nog Schillemie die met een oude kin derwagen schillen ophaalde en de welbekende Douwe Bijlsma, de Boeienkoning, vrouw Holle voet, de kaartlegster, en niet te vergeten de gezusters Faber, die in de Weerklanksteeg een snoep winkeltje in de huiskamer had den en waar de kinderen voor een cent konden uitzoeken. Hun bijnamen waren Ping en Pang. Verder woonden daar ook nog op het Hoogpad vrouw Van der Velde, het opklopperske die voor een paar stuivers de wer kende mensen zo nodig om vier uur in de nacht wekte. Een zeer markante persoonlijk heid was Geert met de Bult, die de bewoners van brandstof voorzag en grote korven met baggelaars op de zolders bracht. Achter in de Kapelsteeg woon den de gebroeders Oldermans,

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 4