VAN'T SCHOOLTJE VAN FEIKJE-MOEI NAAR DE "MEESTERSCHOOL" ZAT ER OOIT EEN LIFT IN DE OLDEHOVE? FEESTLIED 700 DIT IS INTERESSANT CORRESPON DENTIE OPSPORING VERZOCHT Bij een vorige gelegenheid heb ben we de oud-hoofdonderwij zer B. L. van Albada laten ver tellen hoe hij zijn eerste onderwijs had „genoten" bij Feikje-moei, die een 'kleine kin- derenschool' had in de Kalver- glop. Dat was in het eind van de achttiende eeuw. Na de hier vol brachte studie, met het Hane- boek als leidraad, ging hij naar de 'Meesterschool'. In 1875 schreef hij daarover, toen hij tachtig jaar was. Hier volgen en kele delen van zijn relaas. HANEBOEK „De klok sloeg negen en, met de laatste slag, stormden veertig tot vijftig kinderen, aangedreven door de kwekeling (een opge schoten knaap), het schoollokaal binnen, tot blijdschap van de buurt, waarin zo menig, soms bloedig, standje plaats, had. Va De kwekeling gaf mij een nieuw Haneboek. der droeg mij aan de zorg van de meester op en vertrok. Op een lage bank, tussen een negental jongens, werd mij een plaats aangewezen, vlak voor de cathe- der, in welke de meester altijd post hield. De Kwekeling gaf mij een nieuw Haneboek. Daar men door mijn vader wist, dat ik reeds enigszins gevorderd was, kreeg ik achter in het boek een taak, n.l. „het Allervolmaakste gebed", om dat in stilte te spel len en te lezen, tot zo lang de meester mij voor de catheder zou roepen. Onderwijl nam ik eens hoogte •van mijn omgeving en daarbij viel mijn oog op een lang, vier kant bord, waarop in -vergulde letters gepenseeld was: „Leert den jongen de eerste beginselen, naar den eisch huns weegs." Be zijden dit bord was een turfko- ker; iedere jongen moest elke dag een turf meebrengen, enige talhouten of een houtblok, de meisjes brachten haar stoven mee. Nevens deze koker, in een hoek, was de strafplaats, die meest altijd bezet was. 'In 't ge stoelte hingen handplak en bul lepees, de laatste half uitgera feld. In 't midden van de school stond een vierkante kachel van gegoten ijzer. WILLEM BARTJENS Achter mij stonden twee lange tafels, zonder hellend vlak, waaraan meisjes zaten, die op papier schreven. Aan mijn lin kerzijde een paar dito tafels, ook aan weerszijden bezet met schrijvende jongens en aan mijn rechterhand zaten jongens, die in „Willem Bartjens" rekenden. (Willem Bartjens was een schoolmeester, die van 1569 tot 1836 leefde. Zijn rekenboek werd tot in de vorige eeuw op scholen gebruikt, vandaar de uit drukking „volgens Bartjens".) De overige zitplaatsen waren voor jongens van mijn slag, die veroordeeld waren onafgebro ken in hun Haneboek te zien. Leien waren alleen bij de reken- jongens in gebruik, zodat wij, kleinen, altijd met ledige handen zaten. Die op 't schrift schreven moesten zich zelve van een inkt pot voorzien en pennen en pa pier van de meester kopen, SLIM SCHOOLBOEK De cursus van schoolboeken, die men moest doorlopen, bestond uit 't Hanebroek, nieuw spel- en leesboek, 't Evangelie, de Cate chismus, 't slim schoolboek, de trap der jeugd, oude brieven en couranten. Wie dat alles had doorworsteld heette „doorge leerd". Wijl er kapstokken ontbraken, moesten we altijd met gedekten hoofde zitten, wat in de zomer schrikkelijk lastig was onder een vilten hoed. Ventilatie was er bijna niet; alleen een paar tui melramen in de zuidermuur en nog een paar lichtramen buiten dien. De vloer bestond uit ge bakken, vierkante stenen, zodat wij immer met koude voeten thuis kwamen." Al de eerste dag moest de jonge Albada een proeve van be kwaamheid afleggen. De kunst van het spellen had hij zich nog niet voldoende eigen gemaakt en daarom moest hij opnieuw het Hanebroek bestuderen. Dat luk te aardig en spoedig las hij alles Het gebeurt nogal eens, dat de redactie van 't Kleine Krantsje wordt gebeld om als scheidsrech ter op te treden bij ontstane me ningsverschillen of om uitsluitsel te geven bij aangegane wedden schappen. Zo werden we onlangs weer ge beld door een abonnee, die van mening verschilde met een aan tal collega's, toen er werd ge sproken over de mogelijkheid met een lift omhoog te gaan in de Oldehove. Onze abonnee meende, dat er ooit een lift in de toren is ge weest, maar de collega's bestre den die mening en hadden nog nooit van een lift in de Oldehove gehoord. Wij konden onze abonnee ge ruststellen: er is wel degelijk een lift in de toren geweest, maar die is nu alweer vele jaren buiten gebruik. Een dezer dagen werden we nog even aan dit telefoontje herin wat los en vast zat. Op zijn tach tigste herinnerde hij zich nog let terlijk dit merkwaardige kinder rijmpje: Hoor, Bregtje, morgen trouwen wij, Zei Pieter tot zijn bruid: Kom, laat ons zingen, lieve meid, Dat niets de liefde stuit! Piet trouwt haar op een Donder dag, Op Vrijdag zoent hij Bregt; Hij klopt haar af op Zaterdag En jaagt haar Zondags weg. nerd, toen we in een oud pro grammaboekje (van 1932) een advertentie tegenkwamen van de Toren "De Oldehove" met de tekst: "Geopend April - October 10-12 en 1-6 uur - Schitterend Vergezicht, Verrassend Panora ma" en ..."Electrische Liftinsta- latie. Voor opstijgingen met de lift worden 4 kaarten a 10 cent vereischt. Verkrijgbaar b/d to renwachter" en de onderteke ning "De Directie: R. Buisman, Dr. R. Kuperus." Ietwat raadselachtig, althans voor ons, zijn die "4 kaarten a 10 cent". Waarom was dat niet gewoon: "1 kaart a 40 cent?" Of was het zo, dat de lift in de toren vier halteplaatsen had en datje voor een dubbeltje telkens een meter of tien omhoog kon komen? Dan had je inderdaad vier kaart jes nodig om op het dak van de toren te komen. Zijn er lezers, die nog weten hoe dit precies zat? 'Dat is ook interessant: ik heb precies zo'n aquarel van het hoekhuis van de Wirdumerdijk en het Naau Aldus meldde ons onze aboi nee de heer G. Voss te Leeuwarden toen hij in het nummer 491 van onze krant een afbeelding zag staan van de aardige aquarel, die onze abon nee de heer R. Rodenburg te Eindhoven ons had toegezon den. 'En ook die van mij is indertijd gekocht in de kunsthandel van Sanders in de Sint Jacobsstraat, net zoals uw aquarel' zo ver volgde de heer Voss zijn verhaal. 'Alleen de eerste letters van het woord Flottow op het dak van het pand naast het getekende hoekhuis zijn in 't Kleine Krants je veel beter leesbaar dan ze voorkomen op het plaatje van Mej. C. J. B. te Den Haag. Het door u gevraagde adres is: Spijk- sedijk 13. De heer T. H. te Zuidhorn. In het begin van de dertiger jaren zat de winkelier in fruit D. Beista op de Kelders 35, later zat de Nieu we Leeuwarder Fruithal van D. Beista aan de Wirdumerdijk in het (geheel vernieuwde) pand, waarin nu de firma Bosma zit. mij. Wel, erg nieuwgierig geworden hebben we beide kunstproduk- ten naast elkaar gelegd en wat bleek toen? Dat er twee kunste naars aan het werk zijn geweest, die exact hetzelfde onderwerp hebben gehad, maar in details tot, nauwelijks waarneembaar, verschillende resultaten kwa men. De ene aquarel is vervaardigd door - vermoedelijk - een G. van Berkel, de andere door - even eens vermoedelijk - een B. Brab bel - beide namen komen er niet al te duidelijk op voor. Terwijl het ene plaatje ook nog de aanduiding 'Leeuwarden' be vat, staat er onder het andere 'Leeuwarden 37/100' en dat zal dan wel een originele manier zijn geweest om het jaartal 1937 uit te drukken. Zou het nu zo geweest kunnen zijn, dat de leerlingen van een schoolklas of van een teken- school van hun leraar de op dracht kregen eenzelfde punt in de stad te aquarelleren, waarna de makers hun producten via de kunsthandel van Sanders tracht ten de verkopen? Zijn er lezers, die ons deze veronderstelling kunnen bevestigen of er in ieder geval iets meer van weten? Dan graag even een seintje naar de redactie: telefoon 120302, Vre deman de Vriesstraat 1 in Leeu warden. In nummer 484 van „Het Kleine Krantsje" vraagt u of er nog dichters zijn die een feestlied willen schrijven voor het 700- jarig bestaan van Leeuwarden. Nu, dat was wel wat voor mij, want ik mag graag de dichters- pen ter hand nemen, zoals ook toen mijn grootmoeder kort ge leden 95 jaar werd. Hierbij dan mijn bijdrage en ik hoop dat u het de moeite waard vindt deze in uw veelgelezen gezellige blad op te nemen. Aangezien de bur gemeester nogal muzikaal is, naar ik heb vernomen kandiij er misschien wel een liedje bij ma ken, al vind ik een klarinet niet zo geschikt voor begeleiding. Maar misschien kan iemand van de gemeente ook wel op de pia- n£>. Hoogachtend, Jet Kuba. Leeuwarden zevenhonderd jaar we vieren het allen met elkaar. Wie niet meedoet, blij van geest, is een kniesoor bij dit feest. Refrein: Hoezee, hoezee, driemaal hoezee wie viert het feest niet gaarne mee? Hoe je Leeuwarden ook beschouwde dees stad bleef voor mij steeds de oude. Leeuwarden schoonste aller steden hoe rijk en lang is uw verleden. Zeven eeuwen gingen heen dat de zon dees stad bescheen. Luister nu naar de schalmeien brengen ons het lied der blijen Des Burgemeesters klarinet heeft hij aan de mond gezet. Luide roepen wij „hoezee" aan het feest doet ieder mee Kind'ren maar ook oude snaken zullen aan het feesten raken. Leeuwarden, door ons aanbeden rees nu zevenhonderd jaar geleden als stadje op uit 't drassig land Steeds tot eer en nooit tot schand. Van Wad tot Gaasterlandse bossen wordt men niet moede van het hossen Iedereen zingt het hoogste lied en vergeet de Hoofdstad niet. Denk ik terug aan 't voorgeslacht, niemand die er toen aan dacht dat zo een stedelijk gebied ontstaan zou bij het oude Vliet. Waar ik ook lig, loop of sta altijd roep ik „Hopsasa." Ik zing, zelfs als ik zit in bad de lof van deze mooie stad. Onze abonnee, de heer W. H. Vissèr, Watercirkel 69, 1186 LP Amstelveen, verzoekt opsporing van P. A. TEN THUE, van wie hij veronderstelt, dat deze' in Afrika woont. "Enkele weken geleden" aldus schrijft ons de heer Visser, "kwam onder de reacties op een zoekplaatje in 't Kleine Krantsje de naam P. A. ten Thije voor, nu wonend in Zuid Afrika. Ik ben benieuwd of deze dezelfde is, die destijds op de Nieuwestad naast het politiebureau woonde. Zijn vader was oogarts en hij was een zeer goed zwemmer, na tionaal en internationaal. Hij was een van mijn oude zwem- vrienden bij de L.Z.O. Omdat hij twee dagen jonger is dan ik weet ik zijn geboortedatum: 18 april 1934". De heer drs. P. A. ten Thije zit dichter bij huis dan de heer Visser veronderstelt. Hij woont in Voorschoten, maar hij stuurde ons indertijd van uit Zuid Afrika een oplossing voor onze fotoprijsvraag toe. En die inzending-van-zo-ver- weg vonden wij zo aardig, dat we deze speciaal ver meldden. Verder behoeft de heer Visser niet te twijfelen: Drs. P. A. is inderdaad de bedoelde Piet! Red. 't KI. Kr.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 11