INTERESSANTE EXPOSITIE IN HET FRIES MUSEUM Beslist géén Best brilletje! JAN MODAAL VAN VOOR DE OORLOG LEEUWARDEN LAAG VOOR LAAG Want een Best brilletje - zit altijd goed en prettig - is sterk en modieus - heeft de juiste glazen - is betaalbaar en... komt van Best! VAKOPTICIEN I .11 Tot en met de 26e januari her bergt het Fries Museum een bui tengewoon bezienswaardige tentoonstelling van voorwerpen, die de laatste jaren zijn gevon den bij verschillende opgravin- Onze medewerker VV. H. Kuipers (oud-journalist en dito Leeuwarder voorlich tingsambtenaar) geeft hier een schets van het huiselijk leven van 'Jan Modaal' voor de oorlog, puttend uit eigen herinnering aan het ouderlijk huis en daaromheen. Hij be gon met een lijst samen te stellen van wat toen gewoon was en nu vrijwel of geheel is verdwenen. Tot zijn eigen verbazing groeide die op somming gemakkelijk uit tot meer dan honderd "tref woorden". Daarvan zijn en kele in dit verhaal verwerkt De spil van het gezin, waar alles om draait gelijk de planeten om de zon, is de huisvrouw. Haar centrale positie bekleedt ze niet alleen tegenover man en kinde ren, maar ook ten aanzien van de inwonende vader, als oud- Hindeloper aangesproken met "Ate", hetgeen grootvader bete kent. Daar hadden we het de vorige keer over. We hebben al wat rondgekeken in de vooroorlogse woning, met het toen eigentijdse gerief, voor al in de twee kamers "en suite", op elkaar aansluitend dus, met schuifdeuren als scheiding tussen de woonkamer en de "mooie ka mer", zoals dit voorste vertrek wordt aangeduid. In de winter heeft vader de eer ste huishoudelijke taak. Dat is het aanmaken van de hekjeska chel, die 's avonds dooft en dus in de prille ochtend weer op gang moet worden gebracht. Dat gebeurt met schaafkrullen en ka chelhoutjes, waarna het eerste schepje cokes tot ontbranding komt. Als timmerman heeft va der het niet moeilijk aan dit houtafval te komen. Laait in de gietijzeren pot het vuur op, dan krijgt het al gauw een rood buik je en vult de kamer zich met een aangename warmte. Maar de "aansteker" is dan al naar zijn werk vertrokken. GEZELLIG Gezellig zo'n kachel, waar aan de bovenkant een dekseltje met ringen het mogelijk maakt de waterketel, met in de vuurhaard neerdalende zak, als afsluiter te gebruiken, zodat het theewater al gauw begint te zingen. Maar ook hier geldt dus dat alle begin moeilijk is; later komt de vier kante groene vulkachel in ge bruik, die onder het Franse mot to "Je brüle tout l'hiver" (ik brand de hele winter) dit och tend-corvee overbodig maakt. Het winterse ongemak van het 's avonds afsluiten en 's morgens gen in de stad. De expositie, ge organiseerd in het kader van de viering van het zevenhonderdja rig bestaan van de stad, heet "Leeuwarden laag voor laag" en is zo interessant, dat eigenlijk openen van de kraan blijft be staan, want één warme kachel maakt nog geen warm huis. De dag is begonnen en de huis houdelijke bezigheden kunnen een aanvang nemen. Natuurlijk valt er te vegen en te poetsen en bij het "aan kant maken" van het huis is het toch een groot gemak dat de stofzuiger ("Pro tos" of "Excelsior") veger en blik en ook de rolschuier heeft vervangen. Het is een hele luxe, maar ook een groot gemak, dit eerste door electriciteit gedreven werktuig voor de huisvrouw. Het opmaken van de bedden is een bezigheid die door de eeu wen heen dezelfde is gebleven, maar één slaapkamer-attribuut zal later in onbruik raken. Dat is de nachtspiegel, die minder plechtstatig "pispot" wordt ge noemd: onmisbaar gerief, want 's nachts is "het huisje" buiten de deur in geval van nood moei lijk bereikbaar. Als we het nu toch hebben over de plee, dan moet ook worden vermeld dat de krant daar, welversneden in losse blaadjes, zijn roemloos ein de vindt, Dit discriminerende ge bruik van de pers is nauwelijks te verdragen voor een jonge journalist. Het huis heeft één waterkraan iedere stadgenoot de tentoon stelling zou moeten zien. Een keur van de werkelijk onvoor stelbare hoeveelheid vondsten bij acht opgravingen in de laat ste twintig jaar maakt ons dui- en die zit in de keuken. In ge zinsverband is dit de wasplaats voor ieder, maar logé's worden in hun slaapkamer voorzien van een met water gevulde lampet kan en waskom, op de wastafel met het marmeren bovenblad en een spiegel. We treffen het (of nu juist niet), dat het wasdag is. In onze voor oorlogse samenleving en ook lang daarna schittert de wasma chine nog door afwezigheid. Maar wel komt hij in de jaren dertig al om de hoek kijken, in de vorm van een ronde houten kuip met een heen- en weer- gaande klutser, die, via een fiets- ketting, met de hand of (toch ook al) door electriciteit wordt bewogen. "Een kind kan de was doen", zegt de fabrikant Velo en die uitdrukking heeft dit toen zo vernuftige apparaat ver over leefd. Een hele verbetering is het wel, vergeleken met het zware werk van soppen, boenen, spoelen en wringen, met als attributen de wasketel, de tobbe, het wasbord en de mangel (hout) of wringer (rubber), waarmee onze huis vrouw zich moest behelpen. Vergeten wij ook niet het "zakje blauw". Maar hoe schoon, in tweeërlei opzicht, is het resul taat, wanneer de was kraakhel der en smetteloos aan de lijn hangt of op de bleek ligt, wan neer de zon zo vriendelijk is te schijnen. Over het gebruikte wasmiddel valt niet veel te twisten. Op elke winkelruit prijkt de naam "Per- sil" en "Klokzeep"-met-ge- schenken is favoriet bij de jeugd, want onder de bobbel in het pak schuilt een kleine verrassing. En wijken de hardnekkigste vlek ken niet in het schuimend sop, dan wordt de zeepkop met groe ne of gele zeep ter hand geno men. "Vlekkeloos schoon", juicht de huisvrouw, maar nog niet in namaak-gedaante op de televisie. PROPERHEID Een huis vol glans en proper heid, dat is het ideaal van de huisvrouw. Daarbij krijgt de spe ciale aandacht de huiskamerspie- gel, die door geen vlekje of stof mag worden belemmerd het huiselijke leven te weerkaatsen. De spiegels hebben in meerder heid de oorlog niet overleefd en dus is ook de noodzakelijkheid vervallen er bij onweer een doek overheen te hangen. De zeer van ouds ingewortelde angst was, dat het spiegelbeeld van de bliksem de fatale uitwerking daarvan kon verdubbelen. W.H. Kuipers delijk, dat er ook in het oude Leeuwarden een schat aan ar cheologisch materiaal onder het aardoppervlak verborgen ligt. De eerste opgraving, op het Zaailand, leverde vooral 19e eeuws materiaal op uit de (ge dempte) stadsgracht, met name veel gebruikskeramiek en ande re gebruiksvoorwerpen. Tevens geven de restanten van openba re sekreten ons een beeld van de sanitaire voorzieningen in de 18e/19e eeuw. Ook in de 19e eeuw vond de heraanleg in Engelse stijl plaats van de Prinsentuin, de al in de 17e eeuw ingerichte lusthof voor de stadhouders en hun hof. On derzoek op de plaats van de ver dwenen vijver uit het formele plan leverde veel vooral 18e eeuwse glazen, flessen, pijpen enz. op, die getuigen van de wij ze waarop de beter-gesitueerden zich plachten te vermaken. Afval- en beerputten achter de huizen van de Turfmarkt bleken een overvloed aan huishoudelijk materiaal uit de 16e en 17e eeuw te bevatten: koperen, ijzeren en tinnen gebruiksvoorwerpen, eenvoudig én fraai beschilderd aardewerk en zelfs vruchtepitten en andere restanten van etens waren. De fundamenten van de 15e eeuwse Wirdumerpoort die (ge deeltelijk) bloot gelegd werden, verschaffen duidelijker informa tie over vorm en bouwwijze van vooral de vroegere fasen van deze, ook al weer in de 19e eeuw verdwenen poort. In het jaar 1285 wordt Leeuwar den in een brief één van de ste den genoemd die een handelsre latie onderhouden met het Noordduitse Wismar; de eerste schriftelijke bevestiging dat er hier een stedelijke samenleving ontstaan was. Reeds eerder, rond 1245, vestigden de Domini canen zich aan het (latere) Jaco- bijner kerkhof bij de Grote Kerk. De opgravingen op die plaats heeft ons veel geleerd over het leven in die eerste vestigingstijd. Bewoningsporen uit de 10e en He eeuw werden aangetroffen op de terp bij het Gouverneurs- plein, één van de terpen die aan de rand van de toenmalige Mid delzee lagen. Plattegronden, res tanten van houten huizen, een straatprofiel en een aantal ge bruiksvoorwerpen zijn hier ge vonden, evenals ter plaatse ge slagen munten. Van de Sint Viluskerk (bij de latere Oldeho- ve) is de plattegrond ook terug gevonden. Dat de bewoners van deze streek kontakten met de Romei nen onderhouden blijkt uit zeer vele vondsten van Romeinse produkten, daterend van het be gin van de jaartelling tot 400. De vroegste sporen van bewo ning van dit gebied dateren van 400 voor Chr.; daarmee is de diepste laag van Leeuwarden be reikt. Al deze fasen uit de geschiedenis worden toegelicht en geïllus treerd met afbeeldingen, voor werpen en teksten, zodat de be zoeker in een aantal stappen door het verleden een beeld van de ontwikkelingen en gebeurte nissen in het stadsgebied krijgt. best brillen i Nieuwestad 61a - Leeuwarden - telefoon 058-123782 \N BEST BRILLETJE KOMT VAN BEST BRILLETJE KOt

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1985 | | pagina 5