DICKVANDERHEIJDE JRfREKLAME
BUSHALTE
JENTSJE
TIT
■T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11
adviesbureau voor reklame en publiciteit W W jozef isreëlsstraat 10 leeuwarden 058-124984
jozef isreëlsstraat 10 leeuwarden 058-124984
Door politiedienaar Tamboer aan de wacht gebracht Jan
van Frijtag Drabbe, oud 12 jaren, wonende Zuidvliet, die
met andere schooljongens op het Hof aan 't vechten was.
Daar deze jongen bekend staat als een ondeugenden
bengel is hij op verzoek van zijn ouders in arrest gesteld.
Door politiedienaar Stevan aan de wacht gebracht Ruurd
Plantinga, wonende te Zwaagwesteinde, die met een on
gelukkig kind, waarvan hij noch de vader, noch bloedver
want is, in een wagentje rondrijdt en aldus bedelende aan
de kost zoekt te komen.
De Politiedienaar Terpstra rapporteert, dat een zoontje van
den barbier Gejas, wonende Wortelhaven, met een tol een
glasruit heeft gebroken bij Blank, wonende Eewal.
Naar aanleiding van deze en meer dergelijke feiten veroor
zaakt door drijftollen, zal de Heer Commissaris van Politie
de jeugd met deze speeltuigen naar het Zaailand venwij-
zen.
Door de politiedienaar Havekes is de bekende Willem van
der Mark, wonende Westerplantage, die in de tapperij van
Pranger in de Peperstraat zijn gelag niet wilde betalen, en
Hedenmiddag te drie uur is een paard, dat een gezwel aan
een der pooten had, op het aschland geslacht.
Om negen uur brengt de Politiedienaar Kruit aan de wacht
Johanna Groustra, welbekend, die met hare drie kinderen
bij den heer Burgemeester om onderstand vroeg en op den
stoep bleef zitten.
Jeltje Goldsmidt klaagt over de vrouw van Simon Frenkel,
voddenpakhuisknecht, wonende Hoeksterkerkhof, over
mishandelingen, die zij van haar moet verduren.
(1886)
Er is een begin van brand ontstaan in de woning in de Bol-
lemansteeg van Geertje Hamstra doordien een vonk in een
kistje met lompen was gevallen.
Het zoontje van Wijnants, wonende Tuinen heeft met een
tol een glasruit ingeworpen bij den Heer Commissaris des
Konings. Z. Hoog Gestr. wil geene schadevergoeding, de
jongen wordt door den vader bestraft en nauwlettend
toezicht wordt gehouden.
Vermist uit een hondekar vier eendvogels door Douwe
Bosscher, vrachtrijder.
Door de Freule Tour du Bellinchave, wonende aan de
Grachtswal is den Commissaris van Politie 60.-- gulden
ter hand gesteld om daarmeede eenigszins het hoogst
noodige te voorzien in zulke huisgezinnen, waar het de
politie noodig is gebleken en bij dezulken, die zich daar
voor hebben aangemeld.
Om kwart voor vijf ging het gerucht, dat er brand was ten
huize van doctor Middelburg aan de Voorstreek. Bij onder
zoek is het gebleken, dat dit gerucht geheel valsch was en
zijn oorsprong te danken had aan een tot nog toe onbe
kend gebleven jongen, die brand! riep tusschen eenige
voorbijgangers welke waren blijven staan voor den bar
bierswinkel-tapperij van Bronkers, die met een bezoeker,
de metselaar Elsinga, wonende Bleekerstraat, twist had in
zijne localiteit.
Kennisgegeven door de Politiedienaar Trossel, dat heden
middag van de omnibus van Hotel Weidema op de Nieu-
westad onder het rijden de as is gebroken, zodat een der
wielen in de gracht terecht kwam en het rijtuig kantelde.
twist zocht, daaruit verwijderd op verzoek van genoemden
tapper.
Nachtverblijf aan de wacht verleend aan Johannes Stien-
stra, oud drie en twintig jaren, geboren en thuisbehorende
alhier, thans zonder woonplaats. Zijn ouders, wonende al
hier op het Vliet bij de Pauwbrug willen hem niet meer in
huis hebben.
Twee paarden, bespannen voor een platte wagen van de
Firma Kuipers en Swildens zijn vanaf de molen aan de
Harlingertrekweg op hol geslagen, doch spoedig op de Wil
lemskade tot staan gebracht, zonder ongelukken te heb
ben veroorzaakt.
(Vervolg van pag. 7)
maand maart 1886, vervoegde
hij zich aan de wacht van het po
litiebureau met de mededeling,
dat de slaapsteehouder Bouma
in de Blokhuissteeg hem niet
langer als logeergast wilde heb
ben - hij had het er blijkbaar te
bont gemaakt.
"Deze A. van der Meulen"
schreef de wachtcommandant
toen in het rapport, "is een zeer
lastig en verdwaasd persoon en
om zijn schreeuwen en ruziema
ken werd hem dan ook de toe
gang tot de woning van Bouma
ontzegd."
En dan blijkt verder uit de noti
ties van de politie, dat "dezer
zijds getracht is hem voor deze
nacht een ander logies te ver
schaffen, doch geen slaapstee
houder wilde hem herbergen,
waarna hem nachtverblijf aan de
wacht is verleend."
Het was in deze zelfde maand,
dat er op het politiebureau aan
het Hofplein een telefoontje
kwam van de boekhouder van
de bekende winkel van Sinkel
aan de Nieuwestad met de me
dedeling dat een politieagent het
daar "te kwaad" had met het
arresteren van een man. Enkele
andere agenten, ijlings ter assis
tentie toegeschoten, zagen di
rect, dat Jentsje Tit de ver
oorzaker van de moeilijkheden
was - hij was licht beschonken
en hij had "omringd door een
massa menschen" zich als een
razende aangesteld, toen bleek
dat de caféhouder Bender hem
niet langer drank meer wilde tap
pen.
Pas na heel veel moeite kregen
de politiedienaren de weerspan-
ninge Jentsje in bedwang en
met vereende krachten werd hij
naar het politiebureau opge
bracht.
Uit dit alles komt duidelijk naar
voren, dat Jentsje Tit niet bij ie
dereen even geliefd is geweest
en dat hij in jonger jaren moeilij
ker hanteerbaar moet zijn ge
weest dan decennia later als
oude man.
Troosteloos en verlaten stond
ze daar, de bushalte, 't Was een
naargeestige morgen. Mistig, bij
't regenen af.
Alleen wat voorbijflitsende auto
lampen verder niets.
Zo ineens, van alle kanten do
ken ze op als kwamen ze uit het
niets te voorschijn: busklanten!
Het hokje was ineens overvol,
merendeel vaste klaten. Ver
veeld en ongeduldig stonden ze
daar. Praat was er niet. De
stemming was gelijk het weer.
En 't geurde naar rottende
herfstbladen en vochtige jassen.
Men begon wat te grommen.
Totdat een wat schraal aan
doend mannetje zich uit de
vochtige massa los maakte.
Hij ging op de weg staan tussen
de onvermijdelijke diepe gleu
ven, die het kenmerk zijn van
onze halte's.
Eerst keek hij naar rechts, van
waar toch nooit een bus zou
komen, toen met z'n hoofd wat
scheef naar beneden, naar de
linkerkant. Knikte naar de zwij
gende groep en verklaarde met
luide stem dat Keimpe vanmor
gen de 'avanseer schoenen' ook
niet aanhad.
Gelijktijdig zond hij een strenge
blik naar de voor hem staande
toeschouwers en wachtte op bij
val.
Die kwam niet.
Men zag hem even meewarig
aan en deed er het zwijgen toe.
Beledigd verdween hij weer tus
sen de groep. Het enige wat ze
deden was alle autolichten die
uit 't donker aan kwamen vol
gen. Wachten op hun vervoer.
Daar was de bus. Keimpe was
precies op tijd!
Op 't zelfde moment kwam de
meute tot leven en begon naar
goed oud Hollands gebruik, een
korte maar hevige duw- en
wringpartij. Moesten natuurlijk
gelijk de bus in. Opmerkingen,
die er bij hoorden: 'Skik ut wat
niet!', of 'kan't niet wat minder'.
Niemand nam er notitie van. Die
het zeiden waren vaak 'gelegen-
heids'mensen.
Even dreigde het mis te gaan.
Een al wat oudere vrouw, met de
massa mee naar de chauffeur
toegeduwd vroeg:
'Een retourkaatsje naar Sexbie-
rum'.
'Even de strippenkaart vrouw'.
Vragende, niet-begrijpende blik.
Om alles goed duidelijk te ma
ken zei ze er nog eens bij:
'Ja sien, 'k sal een dag naar
mien dochter, die hét een kleine
kregen'.
Wat wou de man nu nog meer?
Keimpe, vol met buservaring, zei
maar niets. Gaf haar de kleinste
stripkaart en vertelde haar als
goed gastheer, dat ze in Leeu
warden even naar 't kantoor
moest gaan. Ze had daar een
kwartier tijd en hij zou haar er
wel even heen brengen.
Onderweg probeerde de inhoud
van de bus de vrouw de gehei
men van een strippenkaart bij te
brengen.
Het lukte niet!
't Bushokje stond toen al weer
verlaten en vergeten.
De mist was in regen overge
gaan.
J. J. Bijl Sr.