KWEKERIJ VAN JONGMA HAD
DRIEKWART EEUW BEKENDE NAAM
'T KLEINE KRANTSJE
IN 1973 VERDWENEN
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
Bijna driekwarteeuw heeft
"de kwekerij van Jongma
aan de Huizumerlaan" voor
heel veel Leeuwarders en
Huizumers een bekende en
vertrouwde naam gehad. Het
bedrijf bestond al in de vorige
eeuw en werd toen gedreven
door het echtpaar Piet en Eli
sabeth Vossenberg. In het
begin van deze eeuw kwam
de kwekerij in handen van
hun neef Johannes Jongma,
die in 1902 met Regina de
Boer was getrouwd. Tot 1974
zou 't bedrijf door Jongma's
worden geëxploiteerd. Toen
werden de gronden van de
kwekerij overgenomen door
de gemeente Leeuwarden en
kwam er een eind aan het
bedrijf. Aan de hand van be
waard gebleven archiefstuk
ken heeft de familie Jongma
een interessant historisch
overzicht gemaakt, waaraan
wij het hierbijgaande verhaal
hebben ontleend.
Van het begin af heeft de kweke
rij van Jongma zich toegelegd
op het produceren van lichte
groenten, verschillende kool
soorten en van rabarber, aard
beien, meloenen, bessen en
fruit.
De paarde- en koemest werd
met pramen aangevoerd van de
boeren rond de stad, zoals Ype
Keestra en Harmen Wouters,
Keimpe Hiemstra, Tjalling Ring-
nalda, vader en oom Ype en
Sytze Jongma en in de jaren
twintig vooral van boer Bergsma
uit Wartena. De beer werd gele
verd door de gemeente Leeu
warden. Deze bemesting werd
aangevuld met steeds meer in
zwang komende kunstmeststof
fen.
De produkten werden in grote en
halve korven en bennen van ver
schillende grootte op de veiling
aangevoerd. De ontvangst en
afgifte van de emballage bij de
veiling gingen door middel van
emballagepenningen. Pas in de
loop van de jaren dertig en veer
tig kwam de huidige emballage
in gebruik. Het vervoer van de
produkten en de emballage ge
beurde te water met de schouw.
De boeken vermelden herhaal
delijk het aanschaffen van een
nieuwe "kloet". In 1922 werd er
een nieuwe schouw met aan-
hangmotor aangeschaft. Voor
het gezin Jongma betekende dit
een uitbreiding van de mogelijk
heden om van het Friese water
te genieten want op zomerse
zondagen trok de familie er met
de schouw op uit richting Warte
na en Eernewoude.
WARENHUIS
In november en december 1926
werd het eerste warenhuis ge
plaatst. Ter onderscheid van de
andere, later geplaatste kassen
werd deze "de eerste kas" ge
noemd. Met dit warenhuis kreeg
de tomatenteelt, één van de
specialiteiten van het bedrijf,
een goede impuls. In 1928 werd
de waterleiding aangelegd en
werd ook de eerste freesmachi
ne aangeschaft. Niet alleen de
eigen kwekerij profiteerde hier
van, ook bij collegakwekers in
de nabije en verdere omgeving
werd gefreesd, uiteraard tegen
loon en kosten.
De bewerking van het land ge
beurde met handmateriaal als
lep, schep, schoffel, hark en
greep.
Tot 1905 brachten de gardeniers
hun produkten zelf aan de man
op groentemarkten aan de Voor
streek, de Tuinen en de Brol.
Een romantisch plaatje van de kwekerij van Jongma: het schiphuis, dat achter de proeftuin lag.
In 1905 werd de "Coöperatieve
Veiling- en Inkoopcommissie der
Friesche Tuinbouwvereeniging"
opgericht. Vanaf toen werden de
groenten, het fruit en de bloe
men op de Oosterkade geveild.
In 1931 werd de veiling ver
plaatst naar de Overijsselse
Straatweg, tussen de spoorlijn
en de Potmarge, net buiten de
toenmalige grens met de ge
meente Leeuwarden. De veiling
zette haar bestaan voort onder
de naam "Coöperatieve Veiling
"De Tuinbouw" GA." In 1954
verhuisde ze naar de Huizumer
laan, vlak bij Hüzum-Dorp.
Voor alle lokaties van de veiling
gold de Potmarge als verbin-
Op de tuin van Jongma wordt een spinaziebed klaargemaakt. Links Ype Jongma, rechts de knecht Johan
van de Akker.
dings-vaarweg. Op veilingdagen
werd de Potmarge druk beva
ren; het geboomte van de aan
grenzende kwekerijen zorgde
voor een passend decor.
Vanaf '31 lag de veiling in de di-
rekte omgeving van kwekerij
Jongma, zodat per veilingdag
meer schouwen met groente,
fruit en bloemen konden varen.
Aan het einde van de jaren zes
tig werden meer en meer pro
dukten met een trekker over de
weg op de veiling aangevoerd.
Maar tot gemotoriseerd wegver
voer is het nooit gekomen.
De kwekerij is een aantal malen
uitgebreid, de eerste keer in
1909 toen van J. Hepkema land
Achter de Hoven kon worden
gehuurd.
Van 1923 af werd van de ge
meente Leeuwarderadeel het
land gehuurd achter de proef
tuin. Hier heeft Ype vooral ge
werkt.
In 1968 werd de pachtovereen
komst ontbonden, omdat de ge
meente Leeuwarden over dit
perceel wenste te beschikken in
verband met de uitvoering van
het bestemmingsplan "Aldlan":
de aanleg van de Sixmastraat
en de bijzondere bebouwing
daaraan, de Hege Wier en de
CCLB.
In 1931 beëindigde buurman
collega Andries Terpstra zijn be
drijf, voor Johannes de gelegen
heid om zijn kwekerij verder te
vergroten. De inventaris van het
bedrijf, waaronder schiphuis en
hok, werd overgenomen en het
land werd gehuurd van Nol Gor
ter uit Hardegarijp. Dit land werd
het land van Dominicus ge
noemd.
VOOR KERK
In februari 1932 werd het land
van Jan Kaastra aan de Kweke
rij toegevoegd, althans zo leek
het voor het oog van de Hüzu-
mer bevolking. In feite had Jo
hannes Jongma de transactie
bewerkstelligd om terrein aan te
kopen ten behoeve van de bouw
van de rooms-katholieke kerk en
scholen. In een gemeente met
een overwegend protestantse
en onkerkelijke bevolking was
de bouw van een dergelijk
rooms bolwerk op zijn minst een
omstreden zaak en daarom liet
men niemand, ook de verkoper
Jan Kaastra niet, iets van de
feitelijke bedoelingen weten tot
de bouwplannen openbaar ge
maakt werden.
In '35 werd het land van Hendrik
Kuperus gehuurd en de bedrijfs-
inventaris overgenomen. In de
wandelgangen heette dit land
het land van Bouwe.
FRUITBOMEN
Per 1942 werd het land van IJ-
kema, gelegen tussen de Toren
straat, later Aylvastraat en de
Huizumerlaan overgenomen. Dit
land lag nogal uit de route. Er
stonden daarom ook meest fruit
bomen en bessenstruiken, zodat
men hier niet anders hoefde te
zijn dan voor onderhoud, be
mesting, snoeien, bestrijdings-
en oogstwerkzaamheden.
Naast het land achter de proef
tuin kon in 1956 het land, dat
Klaas Kuperus net aan de ge
meente Leeuwarden verkocht
had, gehuurd worden. Door het
voorlopige karakter van de huur
overeenkomst werd het uitslui
tend gebruikt voor de teelt van
koude-grond-produkten.
In 1963 werd de zuidelijke helft
van dit land overgedaan aan een
vereniging voor volkstuinders.
In de jaren 1916-1920 kwamen
de zoons van Johannes, Ype,
Dominicus en Bouwe ook in het
kwekersvak terecht.
In oktober 1926 begon Ype voor
zichzelf op een perceel land aan
de Dokkumer Trekweg, en voer
de daar ongeveer hetzelfde
groente- en fruitassortiment als
op de kwekerij aan de Huizu
merlaan. Maar vijf jaar later be
ëindigde hij dit bedrijf om weer in
het familiebedrijf terug te keren.
(Vervolg op pag 6)