hellema 'T KLEINE KEANTSJE g G 41 -V. 471233 Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 4 KR. vaGFieroP" Pieter Q September 1911 Ball* Paps» Keöerlaüdscb Oost Inaxe Nederlander j 23 Mei 1944 'S GRAVENHAGE WESTERLING In 't Kleine Krantsje nummer 502 komt een afdruk voor van het persoonsbewijs, dat Westerling (ik meen dat hij in Marssum heeft gewoond) in de oorlogsja ren gebruikte. Ik vermoed dat dit persoonsbewijs uit de beginja ren van de oorlog dateert. Toen waren de Duitsers er nog niet achter gekomen, dat de Neder landers zo verdorven zouden kunnen zijn om dergelijke papie ren te vervalsen. Voor een een voudige straat- of treincontröle bewezen ze goede diensten. Wellicht bleef hun onderzoek in die tijd beperkt tot de registers van de burgerlijke stand en niet de geboorteregisters; dit vond pas later plaats. Vandaar dat ik mijn geboorteplaats Leeuwar den inruilde voor die van Balik Papan, zoals uit het hierbij gaan de persoonsbewijs blijkt, waar van alleen de foto aan mij toebe hoort. Blaricum Mr. P. ledema COMPUTERSPELLETJES Speelt de jeugd niet meer op straat? Die vraag is onlangs in 't Kleine Krantsje gesteld en er werden meteen al enkele oorza ken genoemd, waarom dat in derdaad niet meer het geval zou zijn. Zoals de geweldige toene ming van het verkeer sinds de eerste decennia van deze eeuw, waardoor het spelen op straat niet alleen gevaarlijk maar zelfs onmogelijk werd. Een andere oorzaak is het feit, dat de schooljaren aanmerkelijk langer zijn geworden - vroeger was het tot twaalf jaar verplicht en daarna niet meer. Tegenwoordig worden de kinde ren met allerlei moderne activi teiten bezig gehouden, die ei genlijk met het onderwijs zelf niets te maken hebben, waar door veel meer beslag op de tijd wordt gelegd. Ook de opkomst van de officiële speeltuinen is er de oorzaak van dat er minder op straat wordt gespeeld. Ook dat de jeugd veel tijd besteedt aan radio en t.v. kan als een oorzaak worden aangemerkt. In onze jeugd hebben we een bescheiden begin van sport meegemaakt, maar van georga niseerde binnen- en buitensport, zoals nu zo algemeen, was toen natuurlijk nog geen sprake. En dan: wat hebben de 'kinde- ren-van-nu' een belangstelling voor techniek. Een motor heeft weinig geheimen meer. Dat komt ook al doordat ze al jong naast vader in de auto zitten en dan nodig moeten weten hoe de rem werkt en op welke manier er gestart moet worden. En leven we - en dus ook de jeugd! - niet in het computertijd perk? Ze doen tegenwoordig computerspelletjes! Overveen J. Binsma GELUKSVOGEL SIP CASTELEIN !n 't Kleine Krantsje nummer 504 werd in verband met een vrouw in Amerika, die tweemaal de hoofdprijs in een loterij heeft ge wonnen, nog eens de aandacht gevestigd op het geluk, dat de bekende Leeuwarder Sip Caste- lein destijds heeft gehad, 't Klei ne Krantsje maakte er melding van, dat de Leeuwarders er in die tijd niet over uitgepraat raak ten en ik herinner me dat nog best. Ook herinner ik met nog de vol gende anecdote naar aanleiding van de successen van de heer Castelein. Twee vrienden ont moetten elkaar in de stad en al spoedig kwam het gesprek, zo als toen verwacht mocht wor den, op het geluk van de heer Castelein. Dat ging in deze trant: "Hest 't hoord, wat Sipke Caste lein allemaal wonnen hèt?" "Ja zeker, eerst de honderdduzend en later nog un wagen met twee peerden." "Ja, en die wagen en die peerden het ie verkocht en daar het ie oek nog een aardig centsje an overhouden. Mar dou weest nog niet, wat ie nog meer wonnen hèt. Een prachtige, dure rashon. En weest, wat ie daar voor maakt hèt?' "Nou, ik suud niet wete."Dan sa'k 't die segge: un honnehok!" Wat er toen nog gezegd werd is niet geschikt om af te drukken in deze krant. Leeuwarden Joh. de Jong TROUWKOETSJE Naast de vele foto's en artikel tjes die 't Kleine Krantsje" voor mij aantrekkelijk maken, werd mijn aandacht extra getroffen door de Schransfoto op de voor pagina van nummer 503, meer nog dan de hand- en hondekar ren werd ik aangenaam verrast bij het zien van de trouwkoetsjes voor het gemeentehuis. Want juist daaraan is voor mijn vrouw en voor mij een aangename her innering verbonden. Wij zijn na melijk met een dergelijk koetsje vanuit Stiens naar dit gemeente huis gereden toen we daar op 28 mei 1921 zijn getrouwd. Juist dit ritje in de koets is ons altijd bijge bleven. Wij hebben daar nog dikwijls met genoegen aan gedacht en over verteld. Het deed ons haast nog meer dan de overigens zeer geslaagde bruiloft die dezelfde dag in het Volkshuis te Stiens werd gehouden. In dit verband mag het dan ook worden gezien dat kleinzoon Ja rig, die reclametekenaar is, een kaart voor onze 65-jarige huwe lijksherdenking heeft ontworpen waarop Stiens en de reis in het koetsje naar de Schrans staan afgebeeld. Nu ik de situatie van de koetsjes ter plaatse nog eens overdenk vraag ik me wel af, of tijdens het wachten, ten behoeve van de paarden, in vele gevallen geen gebruik is gemaakt van de te genover het gemeentehuis gele gen stalhouderij die behoorde bij de bekende herberg van Braak. Deze Schransfoto zou aanlei ding kunnen zijn tot veel meer vragen. Duidelijk is echter dat alles toen wel heel anders ging dan tegenwoordig. Ik hoef maar terug te denken aan onze trouwerij op zich zelf. Wij zouden dat nu een kale bedoe ning vinden. Zo zonder de aan wezigheid van de wederzijdse familie en zonder één enkel per soonlijk woord of vrolijke noot werden wij jonge paartjes, (in ons geval drie tegelijk) in de echt verbonden. Na afloop moesten wij de kosten betalen vóórdat ons het trouwboekje of familiere- gister werd uitgereikt. Wat me van de trouwerij nog het meest is bijgebleven is de figuur van de heer Oosting die als chef van de gemeente-politie ook nog fungeerde als bode-conciërge op het gemeentehuis. Het ten gere oude manneke dat ons trouwde viel daarbij in het niet. Leeuwarden J. Straatsma DE MEISJES-HBS Het deed mij genoegen in 't Klei ne Krantsje nummer 504 de naam te lezen van mevrouw Mansvelt en van de door haar genoemde mevrouw Ruitinga. Beiden zaten bij mij in de klas op de Meisjes HBS. Ook ik heb he laas geen foto van de HBS tijd, maar een paar herinneringen heb ik wel. Het was ons verbo den voor de oorlog en ook nog daarna, om in lange broek op school te verschijnen. Toen de broekenmode toch niet meer leek te stoppen, mochten meis jes die ver moesten fietsen bij erge kou dan toch met een broek verschijnen. Evenwel aan het eind van de vorstperiode verscheen er een bord in de gang met de leuze: 'Geen vorst - geen broeken'. Nu de jeugd tegenwoordig zo veel aandacht aan kapsel en make-up besteedt, moet ik nog vaak denken aan onze lerares Nederlands, mej. Cremers. Als wij in de gang wel eens voor de spiegel ons haar stonden te kammen, kwam zij op je toe ge lopen, de wijsvinger omhoog en zij citeerde dan: ,,Wie altijd voor de spiegel staat en zich met schoonheid vleit, die kent de ware schoonheid niet, maar streeft naar ijdelheid." Het lijkt allemaal erg streng en stijfjes, maar wat hadden we een heerlijke tijd op die goeie ouwe MHBS. KI Makelaardij elnda 1898 Graag zou ik Leny Mansvelt en Bertie Ruitinga nog eens ont moeten, ben helaas hun adres sen kwijtgeraakt. Laten zij eens contact opnemen. Mijn adres is Blaricumerstraat 12. Huizen T. van Beusekom- Sierksma DE PROFESSOR Na de dood van Drs. Jan de Roos heeft u tweemaal in 't Klei ne Krantsje over hem geschre ven. Ik neem aan, dat u over een uitgebreid archief van bekende stadgenoten en hun bijnamen beschikt. Uit niets blijkt echter, dat u op de hoogte bent van het feit, dat de heer De Roos bij veel Leeuwarders bekend stond als 'De Professor'. Leeuwarden B. Bakker In het pas weer verschenen boek 'Oud Leeuwarden - Om nooit meer te vergeten' heb ben wij meer dan duizend bij namen van stadgenoten bij eengebracht. De bijnaam De Professor komt in die enorme collectie niet voor - die was (Vervolg op pag. 8)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1986 | | pagina 4